Home

Gevolgen arrest Hoge Raad 18 augustus 2023 voor doorschuifregeling en bedrijfsopvolgingsregeling

Gevolgen arrest Hoge Raad 18 augustus 2023 voor doorschuifregeling en bedrijfsopvolgingsregeling

Gegevens

Kenmerk
KG:003:2024:12
Publicatiedatum
26 juli 2024
Bron
Kennisgroepen Standpunten
Status
Geldig

Aanleiding

De Hoge Raad heeft op ECLI:NL:HR:2023:1054, geoordeeld dat gelet op de strekking van de bedrijfsopvolgingsregeling van artikel 35b en volgende, van de Successiewet 1956 (hierna: de BOR), tot het ondernemingsvermogen alleen vermogensbestanddelen worden gerekend die ten tijde van de verkrijging voor ondernemingsdoeleinden worden aangehouden.

Daarbij is niet van belang of een vermogensbestanddeel voor de winstberekening tot het ondernemingsvermogen zou mogen worden gerekend. Aan de in het Pottenbakkersarrest (ECLI:NL:HR:1997:AA2251) omschreven rechtsregel komt dan ook voor de toepassing van de BOR geen betekenis toe.

Vragen

  1. Geldt het arrest van 18 augustus 2023 ook voor de doorschuifregeling van artikel 4.17a en artikel 4.17c van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001)?

  2. Heeft het arrest voor de BOR of de voornoemde doorschuifregeling (hierna: DSR) gevolgen voor het voor de winstberekening als ondernemingsvermogen geëtiketteerde keuzevermogen, als sprake is van gemengd gebruik?

  3. Heeft het arrest voor de BOR of de DSR gevolgen als een vermogensbestanddeel op grond van de etiketteringsregels enkel vanwege een historisch verband, ondernemingsvermogen vormt voor de winstberekening?

  4. Geldt het arrest voor de toepassing van de BOR of de DSR voor privévermogen?

Antwoorden

  1. Ja, het arrest van 18 augustus 2023 dat betrekking heeft op de BOR geldt ook voor de toepassing van de DSR, aangezien doel en strekking van beide faciliteiten gelijk zijn.

  2. Nee, het arrest heeft geen gevolgen voor de etikettering van keuzevermogen waarbij sprake is van gemengd gebruik.

  3. Ja, een vermogensbestanddeel dat enkel vanwege een historisch verband ondernemingsvermogen vormt voor de winstberekening komt alleen in aanmerking voor de faciliteiten als dit vermogensbestanddeel ten tijde van de verkrijging voor ondernemingsdoeleinden wordt aangehouden.

  4. Nee, dit arrest is niet van invloed op verplicht privévermogen. Verplicht privévermogen wordt voor de toepassing van beide faciliteiten nog steeds als beleggingsvermogen aangemerkt.

Beschouwing

Achtergrond Pottenbakkersarrest, HR 29 augustus 1997, ECLI:NL:HR:1997:AA2251

Het Pottenbakkersarrest is van 1997. In deze zaak exploiteerde belanghebbende, als IB-ondernemer een pottenbakkerij vanuit een schuur bij haar woning. Deze schuur behoorde dan ook tot het ondernemingsvermogen. Op enig moment verplaatst de ondernemer haar pottenbakkerij naar een ander pand en gaat zij de schuur verhuren als zomerhuisje. Als jaren later de onderneming wordt gestaakt komt de vraag op of moet worden afgerekend over de aanwezige meerwaarde in de schuur. In geschil was of de schuur op het moment van verplaatsen van de onderneming tot haar privévermogen was gaan behoren, zodat zij bij staking niet meer over de meerwaarde hoeft af te rekenen. De Hoge Raad oordeelde in die situatie dat indien een ondernemer het gebruik ten behoeve van de onderneming van een tot zijn ondernemingsvermogen behorend gebouw beëindigt en het gebouw (nagenoeg) geheel bestemt tot verhuur, het hem vrijstaat dit gebouw ook in volgende jaren tot zijn ondernemingsvermogen te (blijven) rekenen. Op het moment van verplaatsen van de onderneming hoeft dus (nog) niet afgerekend te worden over de meerwaarde van de schuur.

Achtergrond HR 18 augustus 2023, ECLI:NL:HR:2023:1054

Vraag 1

Vraag 2

Vraag 3

Vraag 4

Voetnoten