Home

Invulling begrip non-profitorganisatie (voorwaarde b) binnen de Wet minimumbelasting 2024

Invulling begrip non-profitorganisatie (voorwaarde b) binnen de Wet minimumbelasting 2024

Gegevens

Kenmerk
KG:911:2024:2
Publicatiedatum
6 juni 2024
Bron
Kennisgroepen Standpunten
Status
Geldig

Aanleiding

De in Nederland gevestigde stichting X drijft geen onderneming, maar kwalificeert wel als groepsentiteit in de zin van de Wet minimumbelasting 2024 (hierna: Wmb 2024). De vraag komt op of deze stichting aangemerkt kan worden als non-profitorganisatie en daarmee als uitgesloten entiteit zoals bedoeld in artikel 2.2 Wmb 2024. In dit kader is met name voorwaarde b zoals beschreven in de definitie van de term non-profitorganisatie in artikel 1.2 Wmb 2024 van belang. Deze voorwaarde vereist dat nagenoeg al het inkomen uit de in voorwaarde a bedoelde activiteiten van de entiteit is vrijgesteld van een belasting naar het inkomen, in de staat waarin deze entiteit is gevestigd.

Vraag

Voldoet een stichting of vereniging die geen onderneming drijft (in de zin van artikel 2, eerste lid, onderdeel e, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet Vpb 1969)) aan voorwaarde b van de term non-profitorganisatie zoals gedefinieerd in artikel 1.2 Wmb 2024?

Antwoord

Ja, een stichting of vereniging die geen onderneming drijft - als gevolg waarvan zij niet aan de vennootschapsbelasting is onderworpen - voldoet aan voorwaarde b van de definitie van de term non-profitorganisatie zoals opgenomen in artikel 1.2 Wmb 2024. Dit is echter niet het geval indien de stichting als een afgezonderd particulier vermogen in de zin van artikel 2.14a van de Wet Inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) kwalificeert.

Beschouwing

Reikwijdte Wmb 2024

Onderworpen aan de Wmb 2024 is de groepsentiteit, niet zijnde een uitgesloten entiteit, die deel uitmaakt van een multinationale groep of binnenlandse groep die voldoet aan de voorwaarden zoals beschreven in artikel 2.1 Wmb 2024.

De stichting of vereniging is een rechtspersoon en wordt daardoor als een entiteit aangemerkt in de zin van artikel 1.2 Wmb 2024. Behoort de stichting of vereniging tot een multinationale groep of binnenlandse groep, dan is die stichting of vereniging een groepsentiteit in de zin van artikel 1.2 Wmb 2024.

In zijn algemeenheid geldt dat de in artikel 2.2, eerste lid, Wmb 2024 opgesomde uitgesloten entiteiten niet kwalificeren als onderdeel van een groep, omdat zij over het algemeen niet worden geconsolideerd met een groep van operationele activiteiten. In dat geval vallen zij per definitie buiten de reikwijdte van de Wmb 2024.

Non-profitorganisatie

APV-regime