Dit besluit geeft uitvoering aan de artikelen 5, 14c en 29 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
Uitvoeringsbesluit vennootschapsbelasting 1971
Uitvoeringsbesluit vennootschapsbelasting 1971
Opschrift
Aanhef
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 17 augustus 1971, nr. B 71/15503, Directie Wetgeving directe belastingen;
Gelet op de artikelen 5 en 29 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Stb. 469);
De Raad van State gehoord (advies van 25 augustus 1971, nr. 11);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 7 september 1971, nr. B 71/16415, Directie Wetgeving directe belastingen;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
Artikel 2
De in artikel 5, eerste lid, onderdelen a, e, f, en g, van de wet omschreven lichamen zijn van de belasting vrijgesteld.
Artikel 3
Een in artikel 5, eerste lid, onderdeel b, van de wet omschreven lichaam is van de belasting vrijgesteld mits de werkzaamheden van het lichaam in overeenstemming zijn met het in voormelde onderdeel b aangegeven doel en bovendien de winst, behoudens een uitkering tot ten hoogste vijf percent per jaar over het gestorte kapitaal of over de inleggelden, uitsluitend kan worden aangewend ten bate van de verzekerden, een ingevolge het onderhavige artikel vrijgesteld lichaam, of een algemeen maatschappelijk belang.