Wet vervoer over zee
Wet vervoer over zee
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om, ter uitvoering van de verordening van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 mei 1979, nummer 954/79 en van het op 6 april 1974 te Genève tot stand gekomen Verdrag inzake een gedragscode voor lijnvaartconferences en met het oog op ontwikkelingen, waaronder de toename van de overheidsbemoeienis elders, op de internationale zeevervoermarkt, over te gaan tot het scheppen van wettelijke regelen voor de zeevervoermarkt;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Hoofdstuk I. Definities
Artikel 1
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:
Onze Minister: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
schip: een schip in de zin van artikel 1, eerste lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek;
lijnvervoer: het vervoer tegen vaste vervoertarieven door scheepvaartondernemingen, die een geregelde dienst onderhouden tussen twee of meer havens.