Wijzigingswet Wet algemene bepalingen milieuhygiëne (Wet milieubeheer)
Wijzigingswet Wet algemene bepalingen milieuhygiëne (Wet milieubeheer)
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het met het oog op een doelmatige bescherming van het milieu wenselijk is, bestaande wettelijke regelingen met betrekking tot plannen inzake onderdelen van het milieubeleid en met betrekking tot milieukwaliteitseisen en provinciale verordeningen ter bescherming van onderdelen van het milieu zoveel mogelijk te integreren in een algemene regeling ter zake in de Wet milieubeheer, die mede kan strekken ter uitvoering van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 maart 1978, 78/319/EEG (PbEG L 48) en van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 7 juni 1990, 90/313/EEG ( PbEG L 158), alsmede de in die wet en in andere wetten voorkomende bepalingen inzake de totstandkoming van algemene maatregelen van bestuur ter bescherming van het milieu, te harmoniseren;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: