Dit besluit geeft uitvoering aan de artikelen 3, vierde lid, 4, tweede, derde en vierde lid, 5, derde lid, 14, tweede lid, 29, eerste lid, 30, eerste lid, 31, 32, eerste lid, 33, eerste lid, 36, 37 en 38 van de Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken en artikel 70 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
Uitvoeringsbesluit verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken
Uitvoeringsbesluit verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 10 november 1992, nr. WV 92/534, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Verbruiksbelastingen;
Gelet op de artikelen 3, derde lid, 4, tweede, derde en vierde lid, 5, derde lid, 14, tweede lid, 28, eerste lid, 29, eerste lid, 30, eerste lid, 31, 32, eerste lid, 33, eerste lid, 36, 37 en 40 van de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten (Stb. 1992, 683) en artikel 70 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301);
De Raad van State gehoord (advies van 9 december 1992, nr. W06.92.0540);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 17 december 1992, nr. WV 92/648, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Verbruiksbelastingen;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
Afdeling 1. Inleidende bepalingen
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder de wet: de Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken.