Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999
Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, van 20 november 1998 SV/GSV/98/35098 mede namens Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Gelet op artikel 6, derde lid, van de Algemene Ouderdomswet, artikel 13, derde lid, van de Algemene nabestaandenwet, artikel 6, derde lid, van de Algemene Kinderbijslagwet en artikel 5, derde en vierde lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;
De Raad van State gehoord (advies van 17 december 1998, nr W12.98.0549);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, van 18 december 1998, nr. SV/GSV/98/42566, uitgebracht mede namens Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Hebben goedgevonden en verstaan:
§ 1. Algemeen
Artikel 1. Begripsbepalingen
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
de volksverzekeringen: de Algemene Ouderdomswet, de Algemene nabestaandenwet, de Algemene Kinderbijslagwet en de Wet langdurige zorg;
kind: het eigen kind, het aangehuwde kind, of het pleegkind, bedoeld in artikel 4 van de Algemene Kinderbijslagwet, jonger dan 27 jaar, dat in belangrijke mate door de ouders wordt onderhouden;
Onze Ministers: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
arbeid: arbeid verricht in het economisch verkeer en gericht op het verwerven van inkomen;
Nederlandse socialeverzekeringsuitkering: een uitkering op grond van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, hoofdstuk 3, afdeling 2, of artikel 4:2b van de Wet arbeid en zorg, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten, de Algemene Ouderdomswet, de Algemene nabestaandenwet en de Algemene Kinderbijslagwet;
in Nederland arbeid verrichten: in Nederland of op het continentaal plat arbeid verrichten;
buiten Nederland arbeid verrichten: buiten Nederland en het continentaal plat arbeid verrichten.