Home

Wet inkomstenbelasting 2001

Geldig van 23 juli 2004 tot 1 januari 2005
Geldig van 23 juli 2004 tot 1 januari 2005

Wet inkomstenbelasting 2001

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 23-07-2004 tot 01-01-2005]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de grondslag van de belasting op inkomen te verbreden en te versterken;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Inkomstenbelasting

Onder de naam inkomstenbelasting wordt een belasting geheven van natuurlijke personen.

Artikel 1.2. Partnerregeling

1.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder partner:

  1. de niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot;

  2. de ongehuwde meerderjarige die:

    1. 1°.

      met de ongehuwde meerderjarige belastingplichtige in het kalenderjaar gedurende meer dan zes maanden onafgebroken een gezamenlijke huishouding voert en gedurende die tijd op hetzelfde woonadres als de belastingplichtige staat ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens en

    2. 2°.

      samen en uitsluitend met de belastingplichtige voor het kalenderjaar kiest voor kwalificatie als partner.

2.

Voor het kalenderjaar kan tevens voor kwalificatie als partner worden gekozen indien:

  1. de ongehuwde meerderjarige belastingplichtige in het voorafgaande kalenderjaar samen met een ongehuwde meerderjarige heeft gekozen voor kwalificatie als partner en

  2. zij uitsluitend door het overlijden van de ongehuwde meerderjarige in het kalenderjaar niet gedurende meer dan zes maanden een gezamenlijke huishouding hebben gevoerd.

3.

Als partner kan niet worden aangemerkt:

  1. een bloedverwant in de eerste graad van de belastingplichtige, tenzij beiden bij de aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 27 jaar hebben bereikt of

  2. een persoon die geen inwoner is van Nederland en niet kiest voor behandeling als binnenlandse belastingplichtige.

4.

Een persoon die duurzaam gescheiden van zijn echtgenoot leeft, wordt voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld met een ongehuwde.

5.

Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt voor de bepaling van aanverwantschap de kwalificatie als partner gelijkgesteld met het huwelijk.

6.

Indien een persoon meer dan één niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot heeft, wordt alleen de echtgenoot uit de oudste verbintenis als partner aangemerkt.

Artikel 1.3. De keuze voor kwalificatie als partner

Artikel 1.4. Pleegkind

Artikel 1.5. In belangrijke mate onderhouden van kinderen

Artikel 1.6. Mogendheid

Artikel 1.7. Lijfrenten en pensioenen

Artikel 1.7a. Gelijkstelling met inkomen uit tegenwoordige arbeid

Artikel 1.7b. Gelijkstelling met de premie voor een verzekering

Artikel 1.8. Wederzijdse erkenning

Artikel 1.9. Gelijkstelling met basisadministratie persoonsgegevens

Artikel 1.10 [Vervallen per 01-01-2004]

Hoofdstuk 2. Raamwerk

Afdeling 2.1. Belastingplichtigen

Artikel 2.1. Belastingplichtigen

Artikel 2.2. Woonplaatsfictie

Afdeling 2.2. Heffingsgrondslagen

Artikel 2.3. Heffingsgrondslagen

Artikel 2.4. Bepalingen heffingsgrondslagen

Artikel 2.5. Keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen

Artikel 2.6. Keuzerecht voor in het buitenland geworven deskundigen

Afdeling 2.3. Verschuldigde inkomstenbelasting

Artikel 2.7. Verschuldigde inkomstenbelasting; hoofdregel

Artikel 2.8. Verschuldigde inkomstenbelasting op gewone aanslag

Artikel 2.9. Verschuldigde belasting op conserverende aanslag

Artikel 2.10. Tarief belastbaar inkomen uit werk en woning

Artikel 2.11. Overschrijding pensioenmaximum

Artikel 2.11a. Verrekening belastingkorting voor verlies uit aanmerkelijk belang

Artikel 2.12. Tarief belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang

Artikel 2.13. Tarief belastbaar inkomen uit sparen en beleggen

Afdeling 2.4. Toerekeningsregels

Artikel 2.14. Toerekening tussen en binnen de belastbare inkomens

Artikel 2.15. Toerekening inkomensbestanddelen van een minderjarig kind

Artikel 2.16. Verhaalsrecht

Artikel 2.17. Toerekening inkomensbestanddelen en bestanddelen van de rendementsgrondslag van de belastingplichtige en zijn partner

Afdeling 2.5. Verzamelinkomen

Artikel 2.18. Verzamelinkomen

Hoofdstuk 3. Heffingsgrondslag bij werk en woning

Afdeling 3.1. Belastbaar inkomen uit werk en woning

Artikel 3.1. Belastbaar inkomen uit werk en woning

Afdeling 3.2. Belastbare winst uit onderneming

Paragraaf 3.2.1. Belastbare winst uit onderneming

Artikel 3.2. Belastbare winst uit onderneming
Artikel 3.3. Uitbreiding begrip belastbare winst uit onderneming
Artikel 3.4. Begrip ondernemer
Artikel 3.5. Zelfstandig uitgeoefend beroep
Artikel 3.6. Begrip urencriterium
Artikel 3.7 [Vervallen per 01-01-2003]

Paragraaf 3.2.2. Winst uit een onderneming

Artikel 3.8. Winst
Artikel 3.9. Maximum verlies
Artikel 3.10. Verliezen uit de aanloopfase van een onderneming
Artikel 3.11. Vrijstelling voor bosbedrijf
Artikel 3.12. Landbouwvrijstelling
Artikel 3.13. Overige vrijstellingen
Artikel 3.14. Van aftrek uitgesloten algemene kosten
Artikel 3.15. In aftrek beperkte algemene kosten
Artikel 3.16. Van aftrek uitgesloten kosten ten behoeve van de belastingplichtige
Artikel 3.17. In aftrek beperkte kosten ten behoeve van de belastingplichtige
Artikel 3.18 [Vervallen per 01-01-2004]
Artikel 3.19. Bijtelling privé-gebruik woning
Artikel 3.20. Bijtelling privé-gebruik auto
Artikel 3.21. Bonusaandelen van beleggingsinstellingen
Artikel 3.22. Winst uit zeescheepvaart aan de hand van tonnage
Artikel 3.23. Bepaling van de winst aan de hand van de tonnage
Artikel 3.24. Beëindiging bepaling van de winst aan de hand van de tonnage
Artikel 3.25. Jaarwinst
Artikel 3.26. Loon- en prijswijzigingen na afloop jaar
Artikel 3.27. Loon- en prijswijzigingen na afloop jaar en betaling
Artikel 3.28. Loon- en prijswijzigingen na afloop jaar en rekenrente pensioenvoorzieningen
Artikel 3.29. Waardering pensioenverplichtingen en soortgelijke verplichtingen
Artikel 3.30. Afschrijving op bedrijfsmiddelen
Artikel 3.31. Willekeurige afschrijving milieu-bedrijfsmiddelen
Artikel 3.32. Willekeurige afschrijving arbo-bedrijfsmiddelen
Artikel 3.33 [Vervallen per 01-01-2004]
Artikel 3.34. Willekeurige afschrijving andere aangewezen bedrijfsmiddelen
Artikel 3.34a. Grondslag willekeurige afschrijving bij afboeking herinvesteringsreserve
Artikel 3.35. Aanvang willekeurige afschrijving
Artikel 3.36. Administratieve verplichtingen willekeurige afschrijving
Artikel 3.37. Mogelijkheid verplichte verklaring bij willekeurige afschrijving
Artikel 3.38. Terugnemen willekeurige afschrijving
Artikel 3.39. Toepasselijk regime afschrijvingen
Artikel 3.40. Investeringsaftrek
Artikel 3.41. Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
Artikel 3.42. Energie-investeringsaftrek
Artikel 3.42a. Milieu-investeringsaftrek
Artikel 3.42b [Vervallen per 01-01-2004]
Artikel 3.43. Begrip investeren
Artikel 3.44. Investeringsaftrek bij nog niet in gebruik genomen bedrijfsmiddelen
Artikel 3.45. Uitgesloten bedrijfsmiddelen voor investeringsaftrek
Artikel 3.46. Uitgesloten verplichtingen voor investeringsaftrek
Artikel 3.47. Desinvesteringsbijtelling
Artikel 3.47a [Vervallen per 01-01-2004]
Artikel 3.48 [Vervallen per 01-01-2004]
Artikel 3.49 [Vervallen per 01-01-2004]
Artikel 3.50 [Vervallen per 01-01-2004]
Artikel 3.51. Toepasselijk regime investeringsaftrek
Artikel 3.52. Wijziging willekeurige afschrijving en investeringsaftrek
Artikel 3.53. Fiscale reserves
Artikel 3.54. Herinvesteringsreserve
Artikel 3.54a. Terugkeerreserve
Artikel 3.55. Aandelenfusie
Artikel 3.56. Juridische splitsing
Artikel 3.57. Juridische fusie
Artikel 3.58. Staking door overlijden
Artikel 3.59. Doorschuiving of staking door ontbinding huwelijksgemeenschap
Artikel 3.60. Overbrenging vermogensbestanddelen naar het buitenland
Artikel 3.61. Eindafrekening
Artikel 3.62. Doorschuiving bij staking door overlijden
Artikel 3.63. Doorschuiving naar ondernemers
Artikel 3.64. Doorschuiving via te conserveren inkomen naar andere onderneming bij staking door overheidsingrijpen
Artikel 3.65. Omzetting in een NV of BV
Artikel 3.66. Niet met het kalenderjaar samenvallend boekjaar

Paragraaf 3.2.3. Oudedagsreserve

Artikel 3.67. Toegang toevoegingen oudedagsreserve
Artikel 3.68. Toevoegingen
Artikel 3.69. Extra toevoegingen
Artikel 3.70. Afnemingen
Artikel 3.71. Ondernemingsvermogen
Artikel 3.72. Meer dan één onderneming
Artikel 3.73. Niet met het kalenderjaar samenvallend boekjaar

Paragraaf 3.2.4. Ondernemersaftrek

Artikel 3.74. Berekening ondernemersaftrek
Artikel 3.75. Meer dan één onderneming
Artikel 3.76. Zelfstandigenaftrek
Artikel 3.77. Aftrek speur- en ontwikkelingswerk
Artikel 3.78. Meewerkaftrek
Artikel 3.79. Stakingsaftrek

Afdeling 3.3. Belastbaar loon

Paragraaf 3.3.1. Belastbaar loon

Artikel 3.80. Belastbaar loon
Artikel 3.81. Loon
Artikel 3.82. Uitbreiding begrip loon
Artikel 3.83. Pensioen in grensoverschrijdende situaties
Artikel 3.84. Vrijstelling eindheffingsbestanddelen

Paragraaf 3.3.2. Werknemersaftrek

Artikel 3.85. Werknemersaftrek
Artikel 3.86 [Vervallen per 01-01-2003]
Artikel 3.87. Reisaftrek
Artikel 3.88 [Vervallen per 01-01-2003]
Artikel 3.89. Zeedagenaftrek

Afdeling 3.4. Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden

Paragraaf 3.4.1. Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden

Artikel 3.90. Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden
Artikel 3.91. Ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen aan een onderneming of werkzaamheid
Artikel 3.92. Ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen aan een vennootschap waarin een aanmerkelijk belang wordt gehouden
Artikel 3.93. Bijzondere bepalingen begrip werkzaamheden

Paragraaf 3.4.2. Resultaat uit een werkzaamheid

Artikel 3.94. Resultaat uit een werkzaamheid
Artikel 3.95. Bepaling van het resultaat
Artikel 3.95a. Aftrek bij het toepassing vinden van artikel 2.14, derde lid, onderdeel d [Nog niet in werking]
Artikel 3.96. Vrijstelling
Artikel 3.97. Keuzemogelijkheid bij het houden van kostgangers
Artikel 3.98. Doorschuiving bij ontbinding van de vennootschap
Artikel 3.98a [Vervallen per 01-01-2001]
Artikel 3.99. Overgang werkzaamheid in onderneming

Afdeling 3.5. Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen

Artikel 3.100. Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen

Artikel 3.101. Aangewezen periodieke uitkeringen en verstrekkingen

Artikel 3.102. Algemene uitbreidingen aangewezen uitkeringen

Artikel 3.103. Specifieke uitbreidingen publiekrechtelijke uitkeringen

Artikel 3.104. Vrijstellingen publiekrechtelijke uitkeringen

Artikel 3.105. Specifieke uitbreidingen familierechtelijke uitkeringen

Artikel 3.106. Uitbreidingen uitkeringen uit inkomensvoorzieningen

Artikel 3.107. Uitgezonderde uitkeringen uit inkomensvoorzieningen

Artikel 3.108. Aftrekbare kosten van aangewezen uitkeringen en van uitkeringen uit inkomensvoorzieningen

Artikel 3.109. Van aftrek uitgesloten kosten

Afdeling 3.6. Belastbare inkomsten uit eigen woning

Artikel 3.110. Belastbare inkomsten uit eigen woning

Artikel 3.111. Eigen woning

Artikel 3.112. Eigenwoningforfait

Artikel 3.113. Tijdelijke verhuur

Artikel 3.114. Kamerverhuurvrijstelling

Artikel 3.115. Toedeling eigenwoningforfait

Artikel 3.116. Voordeel uit kapitaalverzekering eigen woning

Artikel 3.117. Begrip levensverzekering

Artikel 3.118. Vrijstelling kapitaalverzekering eigen woning

Artikel 3.119. Omzetting kapitaalverzekering eigen woning

Artikel 3.119a. Eigenwoningschuld en eigenwoningreserve

Artikel 3.119b. Beschikking eigenwoningreserve

Artikel 3.120. Aftrekbare kosten eigen woning

Artikel 3.121. Aftrekbare kosten gedeelde eigen woning bij gezamenlijke bewoning

Artikel 3.122. Aftrekbare kosten na eerder gebruik vrijstelling kapitaalverzekeringen eigen woning

Artikel 3.123. Schulden voor verbetering of onderhoud eigen woning

Afdeling 3.6a. Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld

Artikel 3.123a. Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld [Nog niet in werking]

Afdeling 3.7. Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Artikel 3.124. Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Artikel 3.125. Lijfrentevoorzieningen

Artikel 3.126. Toegelaten aanbieders

Artikel 3.127. In aanmerking te nemen premies voor lijfrenten

Artikel 3.128. Omzetting oudedagsreserve in lijfrente

Artikel 3.129. Omzetting stakingswinst in lijfrente

Artikel 3.130. Tijdstip aftrek premies voor lijfrenten

Artikel 3.131. Aftrek premies voor lijfrenten na overlijden ondernemer

Afdeling 3.8. Negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Artikel 3.132. Negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Artikel 3.133. Uitbreiding begrip negatieve uitgaven bij handelen in strijd met de voorwaarden

Artikel 3.134. Handelingen die niet leiden tot een negatieve uitgave

Artikel 3.135. Specifieke uitbreiding begrip negatieve uitgaven bij beroepspensioenen

Artikel 3.136. Uitbreiding begrip negatieve uitgaven bij emigratie

Artikel 3.137. In aanmerking te nemen bedrag bij uitbreidingen van het begrip negatieve uitgaven

Artikel 3.138. Verminderingen en voorkoming dubbeltellingen

Afdeling 3.9. Negatieve persoonsgebonden aftrek

Artikel 3.139. Negatieve persoonsgebonden aftrek

Afdeling 3.10. Uitgaven voor kinderopvang

Artikel 3.140. Uitgaven voor kinderopvang

Artikel 3.141. Voorwaarden

Artikel 3.142. Arbeidsongeschiktheid of werkloosheid

Artikel 3.143. In aanmerking te nemen uitgaven

Afdeling 3.11. Waardering niet in geld genoten inkomen

Artikel 3.144. Waardering niet in geld genoten inkomen

Artikel 3.145. Privé-gebruik auto

Afdeling 3.12. Tijdstip genieten en aftrek

Artikel 3.146. Tijdstip genieten

Artikel 3.147. Tijdstip aftrek

Afdeling 3.13. Verliesverrekening

Artikel 3.148. Verlies

Artikel 3.149. Te conserveren inkomen buiten beschouwing

Artikel 3.150. Verliesverrekening

Artikel 3.151. Vaststelling verlies

Artikel 3.152. Formalisering achterwaartse verliesverrekening

Artikel 3.153. Formalisering voorwaartse verliesverrekening

Afdeling 3.14. Middeling

Artikel 3.154. Middeling

Artikel 3.155. Te conserveren inkomen buiten beschouwing

Afdeling 3.15. Zekerheid omtrent de aard van de voordelen uit een arbeidsrelatie

Artikel 3.156. Vragen van een beschikking

Artikel 3.157. Zekerheid omtrent de aard van de arbeidsrelatie

Hoofdstuk 4. Heffingsgrondslag bij aanmerkelijk belang

Afdeling 4.1. Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang

Artikel 4.1. Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang

Afdeling 4.2. Gelijkstellingen

Artikel 4.2. Beëindiging aanverwantschap door echtscheiding

Artikel 4.3. Genotsrechten

Artikel 4.4. Koopopties gelijkgesteld met onderliggende waarde

Artikel 4.5. Participaties open fondsen voor gemene rekening

Artikel 4.5a. Coöperaties

Afdeling 4.3. Aanmerkelijk belang

Artikel 4.6. Begrip aanmerkelijk belang

Artikel 4.7. Gelijkstelling; aandelen met bijzondere rechten

Artikel 4.8. Omvang kapitaal

Artikel 4.9. Meesleepregeling

Artikel 4.10. Meetrekregeling

Artikel 4.11. Fictief aanmerkelijk belang

Afdeling 4.4. Inkomen uit aanmerkelijk belang

Artikel 4.12. Inkomen uit aanmerkelijk belang

Afdeling 4.5. Reguliere voordelen

Paragraaf 4.5.1. Reguliere voordelen

Artikel 4.13. Reguliere voordelen

Paragraaf 4.5.2. De omvang van reguliere voordelen

Artikel 4.14. Forfaitair voordeel uit buitenlandse beleggingslichamen
Artikel 4.15. Kosten van reguliere voordelen

Afdeling 4.6. Vervreemdingsvoordelen

Paragraaf 4.6.1. Als vervreemding aan te merken rechtshandelingen

Artikel 4.16. Fictieve vervreemdingen
Artikel 4.17. Uitzondering op fictieve vervreemding
Artikel 4.18. Passanten

Paragraaf 4.6.2. De omvang van vervreemdingsvoordelen

Artikel 4.19. Vervreemdingsvoordelen
Artikel 4.20. Overdrachtsprijs
Artikel 4.21. Verkrijgingsprijs
Artikel 4.22. Correctie naar waarde in het economisch verkeer
Artikel 4.23. Verkrijgingsprijs bij ontstaan aanmerkelijk belang na verkrijging
Artikel 4.24. Geen tussentijdse verliesneming
Artikel 4.24a. geen negatief vervreemdingsvoordeel bij geruisloze terugkeer uit een BV
Artikel 4.25. Verkrijgingsprijs bij het ontstaan van binnenlandse belastingplicht
Artikel 4.26. Bonusaandelen en winstbewijzen
Artikel 4.27. Reguliere voordelen van buitenlandse beleggingslichamen
Artikel 4.28. Overdrachtsprijs in termijnen
Artikel 4.29. Aanpassingen overdrachtsprijs
Artikel 4.30. Verkrijgingsprijs koopopties bij uitoefening of expiratie
Artikel 4.31. Verleende koopopties
Artikel 4.32. Putopties
Artikel 4.33. Vermindering verkrijgingsprijs bij terugbetaling aandelenkapitaal
Artikel 4.34. Liquidatie-uitkeringen
Artikel 4.35. Vestigingsplaats

Afdeling 4.7. Vaststellen verkrijgingsprijs

Artikel 4.36. Beschikking

Artikel 4.37. Herziening beschikking

Afdeling 4.8. Doorschuifregelingen

Paragraaf 4.8.1. Keuze bij overgang krachtens erfrecht en huwelijksvermogensrecht

Artikel 4.38. Afrekening op verzoek
Artikel 4.39. Doorschuiving verkrijgingsprijs (mogelijk ontstaan fictief aanmerkelijk belang)

Paragraaf 4.8.2. Doorschuiving indien niet langer een aanmerkelijk belang aanwezig is

Artikel 4.40. Doorschuiving op verzoek (mogelijk ontstaan fictief aanmerkelijk belang)

Paragraaf 4.8.3. Doorschuiving in het kader van een aandelenfusie, juridische fusie of splitsing

Artikel 4.41. Doorschuiving op verzoek (mogelijk ontstaan fictief aanmerkelijk belang)
Artikel 4.42. Doorschuiving verkrijgingsprijs

Paragraaf 4.8.4. Doorschuiving in het kader van een geruisloze terugkeer

Artikel 4.42a. Doorschuiving vervreemdingsvoordeel bij geruisloze terugkeer

Afdeling 4.9. Genietingstijdstip

Artikel 4.43. Genietingstijdstip reguliere voordelen

Artikel 4.44. Betalingstijdstip aftrekbare kosten

Artikel 4.45. Vooruitbetaalde rente

Artikel 4.46. Genietingstijdstip vervreemdingsvoordelen

Afdeling 4.10. Verliesverrekening

Artikel 4.47. Verlies

Artikel 4.48. Te conserveren inkomen buiten beschouwing

Artikel 4.49. Verliesverrekening

Artikel 4.50. Vaststelling verlies

Artikel 4.51. Formalisering achterwaartse verliesverrekening

Artikel 4.52. Formalisering voorwaartse verliesverrekening

Artikel 4.53. Omzetting verlies bij einde aanmerkelijk belang in een belastingkorting

Hoofdstuk 5. Heffingsgrondslag bij sparen en beleggen

Afdeling 5.1. Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen

Artikel 5.1. Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen

Artikel 5.2. Voordeel uit sparen en beleggen

Artikel 5.3. Rendementsgrondslag

Artikel 5.4. Toedeling bij bepaalde verkrijgingen krachtens erfrecht

Artikel 5.5. Heffingvrij vermogen

Artikel 5.6. Ouderentoeslag

Afdeling 5.2. Vrijstellingen

Artikel 5.7. Vrijstelling bos- en natuurterreinen en landgoederen

Artikel 5.8. Vrijstelling voorwerpen van kunst en wetenschap

Artikel 5.9. Vrijstelling rechten op roerende zaken krachtens erfrecht

Artikel 5.10. Vrijstelling bepaalde rechten

Artikel 5.11. Vrijstelling inzake spaarloonregeling

Artikel 5.12. Vrijstelling kortlopende termijnen van inkomsten en verplichtingen

Afdeling 5.3. Maatschappelijke beleggingen

Artikel 5.13. Vrijstelling maatschappelijke beleggingen

Artikel 5.14. Vrijstelling groene beleggingen

Artikel 5.15. Vrijstelling sociaal-ethische beleggingen

Afdeling 5.3A. Beleggingen in durfkapitaal

Artikel 5.16. Vrijstelling beleggingen in durfkapitaal

Artikel 5.17. Vrijstelling directe beleggingen in durfkapitaal

Artikel 5.18. Vrijstelling indirecte beleggingen in durfkapitaal

Artikel 5.18a. Vrijstelling culturele beleggingen

Afdeling 5.4. Waardering

Artikel 5.19. Waardering bezittingen en schulden; algemeen

Artikel 5.20. Waardering woningen andere dan eigen woningen

Artikel 5.21. Waardering effecten

Artikel 5.22. Waardering genotsrechten

Artikel 5.23. Waardering: aanvullende regels

Hoofdstuk 6. Persoonsgebonden aftrek

Afdeling 6.1. Persoonsgebonden aftrek

Artikel 6.1. Persoonsgebonden aftrek

Artikel 6.2. In aanmerking nemen persoonsgebonden aftrek

Artikel 6.2a. Vaststelling niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek

Artikel 6.2b. Vaststelling in aanmerking genomen buitengewone uitgaven bij nihil aanslag

Afdeling 6.2. Onderhoudsverplichtingen

Artikel 6.3. Onderhoudsverplichtingen

Artikel 6.4. Uitgesloten onderhoudsverplichtingen

Artikel 6.5. Afkoop alimentatie door betaling lijfrentepremie

Artikel 6.6. Verrekening van pensioenrechten door betaling lijfrentepremie

Artikel 6.7. Uitbreiding familierechtelijke uitkeringen

Afdeling 6.3. Verliezen op beleggingen in durfkapitaal

Artikel 6.8. Verliezen op beleggingen in durfkapitaal

Artikel 6.9 [Vervallen per 31-10-2001]

Artikel 6.10 [Vervallen per 31-10-2001]

Artikel 6.11 [Vervallen per 31-10-2001]

Artikel 6.12 [Vervallen per 31-10-2001]

Afdeling 6.4. Uitgaven voor levensonderhoud van kinderen

Artikel 6.13. Definitie

Artikel 6.14. Beperkingen

Artikel 6.15. Omvang in aanmerking te nemen uitgaven

Afdeling 6.5. Buitengewone uitgaven

Artikel 6.16. Definitie

Artikel 6.17. Uitgaven wegens ziekte, invaliditeit en bevalling

Artikel 6.18. Beperkingen van uitgaven wegens ziekte, invaliditeit en bevalling

Artikel 6.19. Uitgaven wegens overlijden

Artikel 6.20. Uitgaven wegens arbeidsongeschiktheid

Artikel 6.20a. Uitgaven wegens chronische ziekte

Artikel 6.21. Uitgaven wegens ouderdom

Artikel 6.22. Uitgaven wegens chronische ziekte van een kind

Artikel 6.23. Uitgaven wegens adoptie

Artikel 6.24. Omvang in aanmerking te nemen uitgaven

Afdeling 6.6. Weekenduitgaven voor gehandicapte kinderen

Artikel 6.25. Definitie

Artikel 6.26. Het in aanmerking te nemen bedrag

Afdeling 6.7. Scholingsuitgaven

Artikel 6.27. Scholingsuitgaven

Artikel 6.28. Beperkingen

Artikel 6.29. Studiefinanciering

Artikel 6.30. Omvang in aanmerking te nemen uitgaven

Afdeling 6.8. Uitgaven voor monumentenpanden

Artikel 6.31. Uitgaven voor monumentenpanden

Afdeling 6.9. Aftrekbare giften

Artikel 6.32. Aftrekbare giften

Artikel 6.33. Definities

Artikel 6.34. Periodieke giften

Artikel 6.35. Andere giften

Artikel 6.36. Autokosten

Artikel 6.37. Giften aan niet in Nederland gevestigde instellingen

Artikel 6.38. Het in aanmerking nemen van periodieke giften

Artikel 6.39. Omvang in aanmerking te nemen andere giften

Afdeling 6.10. Tijdstip aftrek

Artikel 6.40. Tijdstip aftrek

Hoofdstuk 7. Belastingheffing van buitenlandse belastingplichtigen

Afdeling 7.1. Nederlands inkomen

Artikel 7.1. Nederlands inkomen

Afdeling 7.2. Belastbaar inkomen uit werk en woning

Artikel 7.2. Belastbaar inkomen uit werk en woning

Artikel 7.3. Vrijstelling internationaal verkeer

Artikel 7.4. Werkzaamheden buitengaats

Afdeling 7.3. Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang

Artikel 7.5. Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang

Artikel 7.6. Verkrijgingsprijs aanmerkelijk belang

Afdeling 7.4. Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen

Artikel 7.7. Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen

Hoofdstuk 8. Heffingskorting

Afdeling 8.1. Aansluiting belasting- en premieheffing

Artikel 8.1. Definities

Artikel 8.2. Bedrag van de standaardheffingskorting

Artikel 8.3. Berekening heffingskorting voor de inkomstenbelasting

Artikel 8.4. Berekening heffingskorting voor de algemene ouderdomsverzekering

Artikel 8.5. Berekening heffingskorting voor de nabestaandenverzekering

Artikel 8.6. Berekening heffingskorting voor de algemene verzekering bijzondere ziektekosten

Artikel 8.7. Bijzondere regels voor de berekening van de heffingskortingen

Artikel 8.8. Maximum gecombineerde heffingskorting

Artikel 8.9. Verhoging maximum gecombineerde heffingskorting bij minstverdienende partner

Artikel 8.9a. Bijzondere verhoging heffingskorting voor de inkomstenbelasting voor niet-inwoners

Afdeling 8.2. Elementen van de standaardheffingskorting

Artikel 8.10. Algemene heffingskorting

Artikel 8.11. Arbeidskorting

Artikel 8.12. Kinderkorting

Artikel 8.13. Aanvullende kinderkorting

Artikel 8.14. Combinatiekorting

Artikel 8.14a. Aanvullende combinatiekorting

Artikel 8.15. Alleenstaande-ouderkorting

Artikel 8.16. Aanvullende alleenstaande-ouderkorting

Artikel 8.16a. Jonggehandicaptenkorting

Artikel 8.17. Ouderenkorting

Artikel 8.18. Aanvullende ouderenkorting

Artikel 8.19. Korting voor maatschappelijke beleggingen

Artikel 8.20. Korting voor directe beleggingen in durfkapitaal en culturele beleggingen

Artikel 8.21 [Vervallen per 01-01-2003]

Hoofdstuk 9. Wijze van heffing

Artikel 9.1. Heffing bij wege van aanslag of conserverende aanslag

Artikel 9.2. Voorheffingen

Artikel 9.3. Voorlopige teruggaaf

Artikel 9.4. Wel of geen aanslag

Hoofdstuk 10. Aanvullende regelingen

Afdeling 10.1. Indexering

Artikel 10.1. Inflatiecorrectie

Artikel 10.2. De tabelcorrectiefactor

Artikel 10.3. Bijstelling eigenwoningforfait

Artikel 10.4. Bijstelling uitgaven voor een monumentenpand

Artikel 10.5. Afronding en definitie indexcijfer van de woninghuren

Artikel 10.6. Indexering vrijstelling kamerverhuur

Artikel 10.7. Indexering inkomensgrens en percentage arbeidskorting

Artikel 10.7a [Vervallen per 01-01-2003]

Afdeling 10.2. Overige aanvullende regelingen

Artikel 10.8. Verstrekken van gegevens en inlichtingen

Artikel 10.9. Rechtspersonen met natuurschoonwet-landgoederen

Artikel 10.10. Activa in de Nederlandse Antillen of Aruba

Hoofdstuk 11. Slotbepalingen

Artikel 11.1. Intrekking van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 en de Wet op de vermogensbelasting 1964

Artikel 11.2. Integrale tekstpublicatie en nummering

Artikel 11.3. Inwerkingtreding

Artikel 11.4. Citeertitel