Home

Besluit fiscale eenheid 2003

Geldig van 24 februari 2014 tot 23 februari 2017
Geldig van 24 februari 2014 tot 23 februari 2017

Besluit fiscale eenheid 2003

Opschrift

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 7 oktober 2002, WDB2002/563M;

Gelet op artikel 15, vierde en tiende lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969;

De Raad van State gehoord (advies van 30 oktober 2002, No. W06.02 0446/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 13 december 2002, WDB2002/827;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel 1. Algemeen en definities

2.

In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. de wet: de Wet op de vennootschapsbelasting 1969;

  2. fiscale eenheid: fiscale eenheid als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de wet;

  3. moedermaatschappij of dochtermaatschappij: moedermaatschappij of dochtermaatschappij als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de wet;

  4. maatschappij, voegingstijdstip of ontvoegingstijdstip: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 15aa, eerste lid, van de wet, met dien verstande dat een buitenlandse belastingplichtige slechts als maatschappij wordt aangemerkt voorzover deze op grond van artikel 15, vierde lid, tweede volzin, van de wet deel uitmaakt van een fiscale eenheid.

Artikel 2. Aandeel met bijzondere rechten

Voor de beoordeling of de aandelen waarvan de moedermaatschappij de juridische en economische eigendom bezit gezamenlijk in alle gevallen recht geven op ten minste 95% van de winst en ten minste 95% van het vermogen van de dochtermaatschappij als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de wet wordt, indien er één bijzonder aandeel is, waarvan de moedermaatschappij niet de juridische of economische eigendom bezit, met een symbolische nominale waarde en een recht op de winst van minder dan 10% van die waarde, deze gerechtigdheid tot de winst buiten beschouwing gelaten.

Artikel 3. Niet naar Nederlands recht opgerichte lichamen vergelijkbaar met naar Nederlands recht opgerichte lichamen

Artikel 4. Levering juridische eigendom niet gelijktijdig met die van de economische eigendom van aandelen in een lichaam. Overgang economische eigendom kort na aanvang boekjaar

Artikel 5. Moedermaatschappij opgericht bij aangaan fiscale eenheid; door fiscale eenheid in de loop van een boekjaar opgerichte dochtermaatschappij; boekjaar te voegen dochtermaatschappij valt statutair nog niet samen met boekjaar moedermaatschappij

Hoofdstuk II. Generieke bepalingen bij een fiscale eenheid

Afdeling 1. De totstandkoming van de fiscale eenheid

Artikel 6. Formaliteiten ten aanzien van het verzoek, vermogensopstelling op het voegingstijdstip en moment van inbreng bij nieuw opgerichte dochtermaatschappij

Artikel 7. Overgang nog niet uitgewerkte aanspraken en voorwaardelijke verplichtingen

Artikel 7a. Overgang van de drempel voor de innovatiebox bij voeging

Artikel 7b. Voeging wegens stakingsverlies

Afdeling 2. Bepalingen tijdens de fiscale eenheid

Artikel 8. Verplichtingen van maatschappijen

Artikel 9. Waardering van activa en passiva

Artikel 10. Aandelen in dochtermaatschappij die niet in bezit zijn van de fiscale eenheid

Afdeling 3. Verrekening voorvoegingsverliezen

Artikel 11. Uitsluiting voorvoegingsverliezen

Artikel 12. Volgorde horizontale verliesverrekening

Afdeling 4. De verbreking van de fiscale eenheid

Artikel 13. Vermogensopstelling

Artikel 14. Vervreemding aandelen, bedrijfsfusie, fusie of splitsing: moment vervreemding, overdracht of overgang; verschuiving ontvoegingstijdstip naar aanvang boekjaar

Artikel 15. Toerekening opgeofferde bedrag

Artikel 16. Berekening liquidatieverlies met betrekking tot een tussenholding na ontvoeging

Artikel 16a. Overgang van de drempel voor de innovatiebox bij ontvoeging

Hoofdstuk III. Specifieke bepalingen bij een juridische splitsing of juridische fusie binnen fiscale eenheid

Artikel 17. Splitsing van dochtermaatschappij binnen fiscale eenheid

Artikel 18. Juridische fusie van dochtermaatschappij binnen fiscale eenheid

Artikel 18a. Aansluitende fiscale eenheid na juridische fusie of splitsing

Hoofdstuk IV. Specifieke bepalingen bij een fiscale eenheid tussen verzekeraars en niet-verzekeraars en tussen verzekeraars onderling

Afdeling 1. Definities

Artikel 19

Afdeling 2. Bepalingen inzake jaarlijkse toevoegingen en onttrekkingen aan de egalisatiereserve bij een fiscale eenheid tussen een verzekeraar en een niet-verzekeraar

Artikel 20

Afdeling 3. Bepalingen bij een fiscale eenheid tussen verzekeraars en niet-verzekeraars en tussen verzekeraars onderling wat betreft toets egalisatiereserve aan het vermogen

Artikel 21

Afdeling 4. Verdeling egalisatiereserve bij een fiscale eenheid tussen verzekeraars en niet-verzekeraars en tussen verzekeraars onderling bij ontvoeging

Artikel 22

Afdeling 5. Calamiteitenreserve

Artikel 23

Hoofdstuk V. Specifieke bepalingen bij een fiscale eenheid van beleggingsinstellingen

Afdeling 1. Definitie

Artikel 24

Afdeling 2. Bij de totstandkoming van een fiscale eenheid

Artikel 25. Uit te delen winst, uitdelingstekorten, afrondingsreserve en voorvoegingsverlies

Afdeling 3. Bij de verbreking van een fiscale eenheid

Artikel 26. Uitdelingstekorten

Artikel 27. Herbeleggingsreserve en afrondingsreserve

Hoofdstuk VI. Specifieke bepalingen voor een coöperatie bij het einde van een fiscale eenheid met die coöperatie als moedermaatschappij

Artikel 28

Hoofdstuk VII. Specifieke bepalingen bij een fiscale eenheid met een buitenlandse belastingplichtige

Afdeling 1. Algemene bepalingen

Artikel 29. Definities

Artikel 30. Toepassing voorwaarden

Artikel 31. Terminologie

Afdeling 2. Fiscale eenheid met een buitenlands belastingplichtige moedermaatschappij

Artikel 32. Voorwerp van de belasting; terminologie

Artikel 33. Rechtsverhoudingen tussen hoofdhuis van moedermaatschappij en dochtermaatschappijen

Afdeling 3. Fiscale eenheid met een buitenlands belastingplichtige dochtermaatschappij

Artikel 34. Voorwerp van de belasting

Artikel 35. Buitenlands belastingplichtige dochtermaatschappij waarop de deelnemingsvrijstelling van toepassing is

Artikel 36. Buitenlands belastingplichtige dochtermaatschappij waarop de deelnemingsvrijstelling niet van toepassing is

Artikel 37. Waarderingsvoorschrift voor buitenlandse belastingplichtige bij voeging of ontvoeging niet van toepassing

Artikel 38 [Vervallen per 24-02-2012]

Afdeling 4. Voortzetting fiscale eenheid bij zetelverplaatsing

Artikel 39. Zetelverplaatsing naar Nederland

Artikel 40. Zetelverplaatsing naar het buitenland

Hoofdstuk VIII. Voorkoming dubbele belasting

Artikel 41 [Vervallen per 24-02-2012]

Artikel 42. Delegatiebevoegdheid inzake voorrangsregeling buitenlandse bronbelasting

Artikel 43 [Vervallen per 24-02-2012]

Artikel 44. Voortgewentelde buitenlandse bronbelasting van vóór het voegingstijdstip

Artikel 45 [Vervallen per 24-02-2012]

Artikel 46 [Vervallen per 24-02-2012]

Artikel 47. Over het ontvoegingstijdstip voort te wentelen bronbelasting

Artikel 48 [Vervallen per 24-02-2012]

Hoofdstuk VIIIA. Deelnemingsverrekening en verrekening bij buitenlandse ondernemingswinsten

Artikel 48a. Delegatiebevoegdheid inzake voorrangsregeling inzake voordelen laagbelaste beleggingsdeelnemingen en deelnemingsverrekening

Artikel 48b. Deelnemingsverrekening van vóór het voegingstijdstip

Artikel 48c. Deelnemingsverrekening na ontvoeging

Artikel 48d. Verrekening bij buitenlandse ondernemingswinsten

Hoofdstuk VIIIB. Overgangsrecht ten gevolge van wijzigingsbesluiten

Artikel 48e. Overgangsrecht in verband met invoering objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten per 1 januari 2012

Hoofdstuk IX. Slotbepalingen

Artikel 49. Inwerkingtreding

Artikel 50. Citeertitel