Home

Vennootschapsbelasting; art. 14c; geruisloze terugkeer

Geldig vanaf 18 juli 2023
Geldig vanaf 18 juli 2023

Vennootschapsbelasting; art. 14c; geruisloze terugkeer

Besluit 2018/99281

Voorafgaande besluiten
CPP2002/3267M, CPP2005/2573M
Versies van huidig besluit

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 18-07-2023]

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit bevat beleid met betrekking tot artikel 14c van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Het bevat zowel de standaardvoorwaarden, de toelichting daarop als (overig) beleid. Het besluit is een geactualiseerde samenvoeging van twee eerdere besluiten, te weten het besluit van 20 februari 2003, nr. CPP2002/3267M en het besluit van 27 december 2005, nr. CPP2005/2573M. De wijzigingen zijn hoofdzakelijk redactionele aanpassing aan gewijzigde wetgeving.

Daar waar het besluit inhoudelijke is gewijzigd worden dat steeds uitdrukkelijk vermeld. De inhoudelijke wijzigingen zijn de volgende:

  1. Onderdeel 3.5.2. (oud E 4 van het besluit van 27 december 2005, nr. CPP2005/2573M)

    Alle verliezen die in de “terugkerende onderneming” zijn geleden kunnen worden meegegeven, ongeacht of ze zijn ontstaan voor of na het overgangstijdstip van de onderneming.

  2. Negende standaardvoorwaarde

    Verliesneming was slechts verplicht als de waarde van de onderneming als geheel lager was dan de boekwaarde. De gewijzigde voorwaarde verplicht verliesneming als de bedrijfswaarde van een vermogensbestanddeel waarmee de onderneming van de vennootschap door de aandeelhouder wordt voortgezet, lager is dan de boekwaarde van dit vermogensbestanddeel.

  3. Twaalfde standaardvoorwaarde

    De oude voorwaarde zag op de waardering van de schulden van de vennootschap aan de voortzettende aandeelhouder. Het is echter mogelijk dat de vennootschap een vordering op de voortzettende aandeelhouder heeft. De gewijzigde voorwaarde regelt nu ook de waardering van deze vordering.

    Voorts is nu ook toegevoegd onder welke omstandigheden de aandeelhouder na het overgangstijdstip een vordering niet ten laste van de winst van de onderneming mag afwaarderen dan wel ten laste van het resultaat uit overige werkzaamheden.

Dit besluit is gewijzigd bij besluit van 6 juli 2023, nr. 2023-14295. De wijziging betreft het in onderdeel 3.5.5. van dit besluit opnemen van een goedkeuring voor het jaar 2023 vooruitlopend op een voorgenomen wijziging met terugwerkende kracht van artikel 14c, derde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. In verband met de voorgenomen wijziging is ook het in de onderdelen 3.5.1 en 6 van dit besluit opgenomen verhoudingsgetal aangepast.

1.1. Gebruikte begrippen en afkortingen

  • Wet Vpb: de Wet op de vennootschapsbelasting 1969

  • Wet IB 2001: Wet op de inkomstenbelasting 2001

  • Wet IB 1964: Wet op de inkomstenbelasting 1964

  • Wet LB 1964: Wet op de loonbelasting 1964

  • vennootschap: de vennootschap die met toepassing van artikel 14c Wet Vpb wordt ontbonden

  • aandelen: aandelen en winstbewijzen die recht geven op liquidatie-uitkeringen

  • aandeelhouder: de bezitter van een aandeel in een vennootschap

  • voortzettende aandeelhouder: de natuurlijke persoon die de onderneming voortzet van een vennootschap waarin hij aandelen houdt, in het kader van de ontbinding van deze vennootschap met toepassing van artikel 14c Wet Vpb

  • overgangstijdstip: het tijdstip vanaf wanneer de overgedragen onderneming voor de heffing van inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting geacht wordt rechtstreeks voor rekening en risico van de voortzettende aandeelhouder te zijn uitgeoefend

  • geruisloze terugkeer: de overdracht van een onderneming met toepassing van artikel 14c Wet Vpb

  • a.b.: aanmerkelijk belang

1.2. Inhoudsopgave

2. Systematiek van de regeling

3. Uitleg wettelijke regeling

3.1. Overgangstijdstip; terugwerkende kracht

3.2. Holdingstructuren

3.2.1. Voorafgaande juridische fusie

3.3. Aandeelhouder

3.3.1. Certificaten

3.3.2. Tijdstip verkrijging aandelen

3.4. Voortzetting onderneming

3.4.1. Gerechtigdheid tot vermogen voort te zetten onderneming

3.4.2. Gedeeltelijke staking na geruisloze terugkeer

3.5. Verliesverrekening

3.5.1. Toepassing artikel 20a Wet Vpb

3.5.2. Welke verliezen gaan mee naar de inkomstenbelasting

3.5.3. Volgorde verrekening ondernemingsverliezen en overige verliezen

3.5.4. Voortgezette onderneming meer dan onderneming vennootschap. Toepassing artikel 3.150, zevende lid, Wet IB 2001

3.5.5. Wettelijk verhoudingsgetal voor het jaar 2023; goedkeuring

3.6. Vermogensetikettering

3.6.1. Vermogensetikettering bij voortzettende aandeelhouder

3.6.1.1. Deelnemingen met gecombineerd karakter

3.7. Diversen

3.7.1. Noodzaak exacte waardebepaling vermogensbestanddelen

3.7.2. Samenloop terugkeerreserve en vermogen dat niet kan behoren tot door aandeelhouder voortgezette onderneming

3.7.2.1. Terugkeerreserve en schuld vennootschap aan voortzettende aandeelhouder
3.7.2.2. Afstorting pensioenverplichting na overgangstijdstip
3.7.2.3. Terugkeerreserve en negatief vermogen voortgezette onderneming

3.7.5. Extra dotatie oudedagsreserve ( artikel 3.69, eerste lid, onderdeel b Wet IB 2001 )

4. Toelichting op de standaardvoorwaarden

4.1. Eerste standaardvoorwaarde

4.2. Tweede standaardvoorwaarde

4.3. Derde standaardvoorwaarde

4.4. Vierde standaardvoorwaarde

4.5. Vijfde standaardvoorwaarde

4.6. Zesde standaardvoorwaarde

4.7. Zevende standaardvoorwaarde

4.8. Achtste standaardvoorwaarde

4.9. Negende standaardvoorwaarde

4.10. Tiende standaardvoorwaarde

4.11. Elfde standaardvoorwaarde

4.12. Twaalfde standaardvoorwaarde

4.13. Dertiende standaardvoorwaarde

4.14. Veertiende standaardvoorwaarde

5. Indiening en behandeling verzoek geruisloze terugkeer

5.1. Inhoud verzoek

5.2. Termijn voor indiening

5.3. Omvang algemene toestemming aan de inspecteur

5.4. Afdoening verzoeken die onder de algemene toestemming vallen; te stellen voorwaarden

5.4.1. Het verzoek wordt ingewilligd

5.4.2. Het verzoek wordt afgewezen

5.4.3. Het verzoek wordt ingewilligd onder het stellen van een afwijkend overgangstijdstip

5.5. Verzoeken die niet onder de algemene toestemming vallen

5.6. Bezwaar tegen de voorwaarden in de beschikking ex artikel 14c, zevende lid, Wet Vpb

6. Beschikking inzake het bij de voortzettende aandeelhouder nog in aanmerking te nemen ondernemingsverlies

7. Beschikking vaststelling terugkeerreserve

8. Verzoek doorschuiven (aanmerkelijk belang)vervreemdingsvoordeel

8.1. Inhoud verzoek doorschuiven (aanmerkelijk belang) vervreemdingsvoordeel

9. Intrekking eerdere besluiten

10. Inwerkingtreding

Bijlage 1. bij het Besluit met kenmerk nr. 2018-99281

Bijlage 2. bij het Besluit met kenmerk nr. 2018-99281

Bijlage 3. bij het Besluit met kenmerk nr. 2018-99281

Bijlage 4. bij het Besluit met kenmerk 2018-99281

Bijlage 5. bij het Besluit met kenmerk 2018-99281