Vennootschapsbelasting, verliesverrekening, toepassing artikel 20a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969

Geldig van 1 mei 2020 tot 9 maart 2024

Vennootschapsbelasting, verliesverrekening, toepassing artikel 20a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969

Besluit 2020-19072

Voorafgaande besluiten: BLKB2015/211M

Versies van huidig besluit

Opschrift

[Regeling ingetrokken per 09-03-2024]

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit actualiseert mijn beleidsbesluit over artikel 20a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (nr. BLKB2015/211M). De wijzigingen betreffen: aanpassing in verband met de Wet spoedreparatie fiscale eenheid (zie met name besluitonderdeel 4.3); toevoeging in onderdeel 6 van het standpunt dat de verrekening met de winst van voortgezette werkzaamheden (artikel 20a, elfde lid), ook geldt als deze werkzaamheden andere zijn dan die van het verliesjaar; toevoeging van het standpunt dat de herwaardering van artikel 20a, twaalfde lid, niet is gemaximeerd tot het bedrag van de verliezen (onderdeel 7.5); verkorte en geactualiseerde toevoeging van de goedkeuring inzake verliesinhaal bij voorkoming van dubbele belasting uit het besluit nr. IFZ2002/357M (onderdeel 8).

1. Inleiding

Artikel 20a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 beperkt de verliesverrekening als het uiteindelijke belang in de belastingplichtige in belangrijke mate wijzigt, tenzij zich bepaalde uitzonderingen voordoen. Dit besluit bevat mijn beleid voor de toepassing van dit artikel 20a. De in dit besluit opgenomen goedkeuringen zijn gebaseerd op artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

1.1. Gebruikte begrippen en afkortingen

2. Bij belangwijziging niet langer verliesverrekening ( artikel 20a, eerste lid )

2.1. Omzetting van gewone aandelen in cumulatief preferente aandelen; geldverstrekking geldt als informeel kapitaal

2.2. Uiteindelijk belang in een coöperatie

2.3. Terugkoop van aandelen door oorspronkelijke aandeelhouder

2.4. Verhanging van een dochtervennootschap binnen een concern

2.5. Latent aanwezige verliezen en winsten

2.6. Toepassing van artikel 20a, eerste lid en vierde lid, onderdeel a, Wet Vpb . Opeenvolgende aandeelhouderswijzigingen. Aandeelhouderstoets. Werkzaamhedentoets.

3. Uitzondering bij uitbreiding bestaand belang ( artikel 20a, tweede lid, onderdeel b )

3.1. Uitbreiding van het belang van een persoon die reeds ten minste een derde deel van het uiteindelijke belang in de belastingplichtige had

3.2. Uitbreiding van het belang in een belastingplichtige door een persoon die samen met zijn huwelijkspartner reeds in het bezit is van ten minste een derde deel van het uiteindelijke belang in de belastingplichtige

4. Uitzondering: beleggingstoets ( artikel 20a, vierde lid )

4.1. Beleggingstoets en verhuur van onroerende zaak aan een verbonden lichaam

4.2. Niet aaneengesloten periode en waarde in het economische verkeer

4.3. Werkzaamhedentoets en fiscale eenheid

5. Begrip beleggingen ( artikel 20a, achtste lid )

5.1. Begrip liquide middelen

6. Winstsplitsing ( artikel 20a, elfde lid )

7. Herwaarderingsmogelijkheid ( artikel 20a, twaalfde lid )

7.1. Samenloop winstsplitsing (elfde lid) en herwaardering (twaalfde lid)

7.2. Gedeeltelijke vrijval van de herinvesteringsreserve

7.3. Afschrijving na herwaardering

7.4. Herwaardering. Het keuzemoment

7.5. Herwaardering. Geen maximering tot bedrag verliezen.

8. Samenloop met de inhaalregeling van het overgangsrecht objectvrijstelling ( artikel 33b )

9. Ingetrokken besluit

10. Inwerkingtreding