Home

Verdrag betreffende de Europese Unie

Geldig vanaf 1 juli 2013
Geldig vanaf 1 juli 2013

Verdrag betreffende de Europese Unie

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-07-2013]

Verdrag betreffende de Europese Unie

Preambule

Zijne Majesteit de Koning der Belgen, Hare Majesteit de Koningin van Denemarken, de President van de Bondsrepubliek Duitsland, de President van de Helleense Republiek, Zijne Majesteit de Koning van Spanje, de President van de Franse Republiek, de President van Ierland, de President van de Italiaanse Republiek, Zijne Koninklijke Hoogheid de Groothertog van Luxemburg, Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden, de President van de Portugese Republiek, Hare Majesteit de Koningin van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,

Vastbesloten een nieuwe etappe te markeren in het proces van Europese integratie waarmee een aanvang is gemaakt met de oprichting van de Europese Gemeenschappen,

Geïnspireerd door de culturele, religieuze en humanistische tradities van Europa, die ten grondslag liggen aan de ontwikkeling van de universele waarden van de onschendbare en onvervreemdbare rechten van de mens en van vrijheid, democratie, gelijkheid en de rechtsstaat,

Herinnerend aan het historisch belang van de beëindiging van de deling van het Europese continent en de noodzaak solide grondslagen voor de opbouw van het toekomstige Europa te leggen,

Bevestigend hun gehechtheid aan de beginselen van vrijheid, democratie en eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en van de rechtsstaat,

Bevestigend hun gehechtheid aan de sociale grondrechten zoals omschreven in het op 18 oktober 1961 te Turijn ondertekende Europees Sociaal Handvest en in het Gemeenschapshandvest van de sociale grondrechten van de werkenden van 1989,

Verlangend de solidariteit tussen hun volkeren te verdiepen met inachtneming van hun geschiedenis, cultuur en tradities,

Verlangend de democratische en doelmatige werking van de instellingen verder te ontwikkelen, teneinde hen in staat te stellen de hun toevertrouwde taken beter uit te voeren, in één enkel institutioneel kader,

Vastbesloten de versterking en de convergentie van hun economieën te verwezenlijken en een economische en monetaire unie tot stand te brengen met, overeenkomstig het bepaalde in dit Verdrag en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, één enkele en stabiele munteenheid,

Vastbesloten de economische en sociale vooruitgang van hun volkeren te bevorderen, met inachtneming van het beginsel van duurzame ontwikkeling en in het kader van de voltooiing van de interne markt en van versterkte cohesie en milieubescherming, en een beleid te voeren dat er borg voor staat dat de vooruitgang op het gebied van de economische integratie en de vooruitgang op andere terreinen gelijke tred met elkaar houden,

Vastbesloten voor de onderdanen van hun landen een gemeenschappelijk burgerschap in te voeren,

Vastbesloten een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid te voeren met inbegrip van de geleidelijke bepaling van een gemeenschappelijk defensiebeleid dat tot een gemeenschappelijke defensie zou kunnen leiden, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42, daarbij de Europese identiteit en onafhankelijkheid versterkend, teneinde vrede, veiligheid en vooruitgang in Europa en in de wereld te bevorderen,

Vastbesloten het vrije verkeer van personen te vergemakkelijken en tegelijkertijd tevens de veiligheid en zekerheid van hun volkeren te waarborgen, door een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid tot stand te brengen, overeenkomstig het bepaalde in dit Verdrag en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Vastbesloten voort te gaan met het proces van totstandbrenging van een steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa, waarin besluiten zo dicht mogelijk bij de burgers worden genomen in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel,

Met het oog op verdere stappen die moeten worden gezet om de Europese integratie te bevorderen,

Hebben besloten een Europese Unie op te richten en hebben te dien einde als hun gevolmachtigden aangewezen:1

Die, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten, overeenstemming hebben bereikt omtrent de volgende bepalingen:

TITEL I. GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

TITEL II. BEPALINGEN INZAKE DE DEMOCRATISCHE BEGINSELEN

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

TITEL III. BEPALINGEN BETREFFENDE DE INSTELLINGEN

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

TITEL IV. BEPALINGEN INZAKE DE NAUWERE SAMENWERKING

Artikel 20

TITEL V. ALGEMENE BEPALINGEN INZAKE HET EXTERN OPTREDEN VAN DE UNIE EN SPECIFIEKE BEPALINGEN BETREFFENDE HET GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN BETREFFENDE HET EXTERN OPTREDEN VAN DE UNIE

Artikel 21
Artikel 22

HOOFDSTUK 2. SPECIFIEKE BEPALINGEN BETREFFENDE HET GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID

AFDELING 1. GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN
Artikel 23
Artikel 24
Artikel 25
Artikel 26
Artikel 27
Artikel 28
Artikel 29
Artikel 30
Artikel 31
Artikel 32
Artikel 33
Artikel 34
Artikel 35
Artikel 36
Artikel 37
Artikel 38
Artikel 39
Artikel 40
Artikel 41
AFDELING 2. BEPALINGEN INZAKE HET GEMEENSCHAPPELIJK VEILIGHEIDS- EN DEFENSIEBELEID
Artikel 42
Artikel 43
Artikel 44
Artikel 45
Artikel 46

TITEL VI. SLOTBEPALINGEN

Artikel 47

Artikel 48

Artikel 49

Artikel 50

Artikel 51

Artikel 52

Artikel 53

Artikel 54

Artikel 55

Protocol betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie

Preambule

TITEL I. INFORMATIE VOOR DE NATIONALE PARLEMENTEN

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

TITEL II. SAMENWERKING TUSSEN DE PARLEMENTEN

Artikel 9

Artikel 10

Protocol betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid

Preambule

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie

Preambule

Artikel 1

TITEL I. STATUS VAN DE RECHTERS EN VAN DE ADVOCATEN-GENERAAL

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

TITEL II. ORGANISATIE VAN HET HOF VAN JUSTITIE

Artikel 9

Artikel 9 bis

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

TITEL III. PROCEDURE VOOR HET HOF VAN JUSTITIE

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 23 bis

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 35

Artikel 36

Artikel 37

Artikel 38

Artikel 39

Artikel 40

Artikel 41

Artikel 42

Artikel 43

Artikel 44

Artikel 45

Artikel 46

TITEL IV. GERECHT

Artikel 47

Artikel 48

Artikel 49

Artikel 50

Artikel 51

Artikel 52

Artikel 53

Artikel 54

Artikel 55

Artikel 56

Artikel 57

Artikel 58

Artikel 59

Artikel 60

Artikel 61

Artikel 62

Artikel 62 bis

Artikel 62 ter

TITEL IV BIS. GESPECIALISEERDE RECHTBANKEN

Artikel 62 quater

TITEL V. SLOTBEPALINGEN

Artikel 63

Artikel 64

Bijlage I. Het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank

Preambule

HOOFDSTUK I. HET EUROPEES STELSEL VAN CENTRALE BANKEN

Artikel 1. Het Europees Stelsel van centrale banken

HOOFDSTUK II. DOELSTELLINGEN EN TAKEN VAN HET ESCB

Artikel 2. Doelstellingen

Artikel 3. Taken

Artikel 4. Adviesfuncties

Artikel 5. Het verzamelen van statistische gegevens

Artikel 6. Internationale samenwerking

HOOFDSTUK III. ORGANISATIE VAN HET ESCB

Artikel 7. Onafhankelijkheid

Artikel 8. Algemene grondslag

Artikel 9. De Europese Centrale Bank

Artikel 10. De Raad van bestuur

Artikel 11. De directie

Artikel 12. Verantwoordelijkheden van de besluitvormende organen

Artikel 13. De president

Artikel 14. Nationale centrale banken

Artikel 15. Rapportageverplichtingen

Artikel 16. Bankbiljetten

HOOFDSTUK IV. MONETAIRE FUNCTIES EN WERKZAAMHEDEN VAN HET ESCB

Artikel 17. Rekeningen aangehouden bij de ECB en de nationale centrale banken

Artikel 18. Open markt- en krediettransacties

Artikel 19. Minimumreserves

Artikel 20. Andere instrumenten van monetair beleid

Artikel 21. Transacties met openbare lichamen

Artikel 22. Verrekenings- en betalingssystemen

Artikel 23. Externe werkzaamheden

Artikel 24. Overige werkzaamheden

HOOFDSTUK V. BEDRIJFSECONOMISCH TOEZICHT

Artikel 25. Bedrijfseconomisch toezicht

HOOFDSTUK VI. FINANCIËLE BEPALINGEN OMTRENT HET ESCB

Artikel 26. Financiële rekeningen

Artikel 27. Accountantscontrole

Artikel 28. Kapitaal van de ECB

Artikel 29. Verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal

Artikel 30. Overdracht van externe reserves aan de ECB

Artikel 31. Door nationale centrale banken aangehouden externe reserves

Artikel 32. Toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken

Artikel 33. Toedeling van nettowinst en verlies van de ECB

HOOFDSTUK VII. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 34. Regelgevende bevoegdheden

Artikel 35. Toetsing door de rechter en aanverwante aangelegenheden

Artikel 36. Personeel

Artikel 37. Beroepsgeheim

Artikel 38. Tekenbevoegdheid

Artikel 39. Voorrechten en immuniteiten

HOOFDSTUK VIII. WIJZIGING VAN DE STATUTEN EN AANVULLENDE WETGEVING

Artikel 40. Vereenvoudigde wijzigingsprocedure

Artikel 41. Aanvullende wetgeving

HOOFDSTUK IX. OVERGANGSBEPALINGEN EN ANDERE BEPALINGEN VOOR HET ESCB

Artikel 42. Algemene bepalingen

Artikel 43. Overgangstaken van de ECB

Artikel 44. De Algemene Raad van de ECB

Artikel 45. Reglement van orde van de Algemene Raad

Artikel 46. Verantwoordelijkheden van de Algemene Raad

Artikel 47. Overgangsbepalingen voor het kapitaal van de ECB

Artikel 48. Latere storting van kapitaal, reserves en voorzieningen van de ECB

Artikel 49. Inwisseling van bankbiljetten in valuta’s van de lidstaten

Artikel 50. Toepasselijkheid van de overgangsbepalingen

Protocol betreffende de statuten van de Europese Investeringsbank

Preambule

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Protocol betreffende de plaats van de zetels van de instellingen van bepaalde instanties, organen en diensten van de Europese Unie

Preambule

Enig artikel

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie

Preambule

HOOFDSTUK I. EIGENDOMMEN, FONDSEN, BEZITTINGEN EN VERRICHTINGEN VAN DE EUROPESE UNIE

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

HOOFDSTUK II. MEDEDELINGEN EN LAISSEZ-PASSER

Artikel 5

Artikel 6

HOOFDSTUK III. LEDEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

HOOFDSTUK IV. DE AAN DE WERKZAAMHEDEN VAN DE INSTELLINGEN DER EUROPESE UNIE DEELNEMENDE VERTEGENWOORDIGERS DER LIDSTATEN

Artikel 10

HOOFDSTUK V. AMBTENAREN EN OVERIGE PERSONEELSLEDEN VAN DE EUROPESE UNIE

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

HOOFDSTUK VI. VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN DER BIJ DE EUROPESE UNIE GEACCREDITEERDE MISSIES VAN DERDE STATEN

Artikel 16

HOOFDSTUK VII. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Protocol betreffende artikel 6, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake de toetreding van de Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden

Preambule

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Protocol inzake het besluit van de Raad betreffende de uitvoering van artikel 16, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 238, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie tussen 1 november 2014 en 31 maart 2017, enerzijds, en vanaf 1 april 2017, anderzijds

Preambule

Enig artikel

Protocol betreffende de permanente gestructureerde samenwerking, ingesteld bij artikel 42 van het Verdrag betreffende de Europese Unie

Preambule

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Protocol inzake artikel 42 van het Verdrag betreffende de Europese Unie

Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten

Preambule

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Protocol betreffende de convergentiecriteria

Preambule

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Protocol betreffende de Eurogroep

Preambule

Artikel 1

Artikel 2

Protocol betreffende enkele bepalingen met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

Protocol betreffende enkele bepalingen inzake Denemarken

Protocol betreffende Denemarken

Protocol betreffende Frankrijk

Protocol betreffende het Schengenacquis dat is opgenomen in het kader van de Europese Unie

Preambule

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Protocol betreffende de toepassing van bepaalde aspecten van artikel 26 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op het Verenigd Koninkrijk en Ierland

Preambule

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

Preambule

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 4 bis

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 6 bis

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Protocol betreffende de positie van Denemarken

Preambule

DEEL I

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 2 bis

Artikel 3

Artikel 4

DEEL II

Artikel 5

DEEL III

Artikel 6

DEEL IV

Artikel 7

Artikel 8

Bijlage

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Protocol betreffende de buitenlandse betrekkingen van de lidstaten in verband met de overschrijding van de buitengrenzen

Protocol inzake asiel voor onderdanen van lidstaten van de Europese Unie

Preambule

Enig artikel

Protocol betreffende de uitoefening van de gedeelde bevoegdheden

Preambule

Enig artikel

Protocol betreffende de diensten van algemeen belang

Preambule

Artikel 1

Artikel 2

Protocol betreffende de interne markt en de mededinging

Protocol betreffende economische, sociale en territoriale samenhang

Protocol betreffende het openbare-omroepstelsel in de lidstaten

Protocol betreffende de toepassing van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie op Polen en het Verenigd Koninkrijk

Preambule

Artikel 1

Artikel 2

Protocol betreffende de invoer in de Unie van in de Nederlandse Antillen geraffineerde aardolieproducten

Preambule

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Bijlage bij het protocol

Protocol betreffende de verwerving van onroerende goederen in Denemarken

Protocol ad artikel 157 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Protocol betreffende de bijzondere regeling van toepassing op Groenland

Artikel 1

Protocol betreffende artikel 40.3.3 van de Grondwet van Ierland

Protocol betreffende de overgangsbepalingen

Preambule

Artikel 1

TITEL I. BEPALINGEN INZAKE HET EUROPEES PARLEMENT

Artikel 2

TITEL II. BEPALINGEN INZAKE DE GEKWALIFICEERDE MEERDERHEID

Artikel 3

TITEL III. BEPALINGEN INZAKE DE RAADSFORMATIES

Artikel 4

TITEL IV. BEPALINGEN INZAKE DE COMMISSIE, MET INBEGRIP VAN DE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID

Artikel 5

TITEL V. BEPALINGEN INZAKE DE SECRETARIS-GENERAAL VAN DE RAAD, HOGE VERTEGENWOORDIGER VOOR HET GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID, EN DE PLAATSVERVANGEND SECRETARIS-GENERAAL VAN DE RAAD

Artikel 6

TITEL VI. BEPALINGEN INZAKE DE ADVIESORGANEN

Artikel 7

Artikel 8

TITEL VII. OVERGANGSBEPALINGEN INZAKE DE HANDELINGEN DIE ZIJN VASTGESTELD OP BASIS VAN DE TITELS V EN VI VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE VOOR DE INWERKINGTREDING VAN HET VERDRAG VAN LISSABON

Artikel 9

Artikel 10

Protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

Preambule

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Handvest van de grondrechten van de Europese Unie

Preambule

TITEL I. WAARDIGHEID

Artikel 1. De menselijke waardigheid

Artikel 2. Het recht op leven

Artikel 3. Het recht op menselijke integriteit

Artikel 4. Het verbod van folteringen en van onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen

Artikel 5. Het verbod van slavernij en dwangarbeid

TITEL II. VRIJHEDEN

Artikel 6. Het recht op vrijheid en veiligheid

Artikel 7. De eerbiediging van het privé-leven en van het familie- en gezinsleven

Artikel 8. De bescherming van persoonsgegevens

Artikel 9. Het recht te huwen en het recht een gezin te stichten

Artikel 10. De vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst

Artikel 11. De vrijheid van meningsuiting en van informatie

Artikel 12. De vrijheid van vergadering en vereniging

Artikel 13. De vrijheid van kunsten en wetenschappen

Artikel 14. Het recht op onderwijs

Artikel 15. De vrijheid van beroep en het recht te werken

Artikel 16. De vrijheid van ondernemerschap

Artikel 17. Het recht op eigendom

Artikel 18. Het recht op asiel

Artikel 19. Bescherming bij verwijdering, uitzetting en uitlevering

TITEL III. GELIJKHEID

Artikel 20. Gelijkheid voor de wet

Artikel 21. Non-discriminatie

Artikel 22. Verscheidenheid van cultuur, godsdienst en taal

Artikel 23. De gelijkheid van vrouwen en mannen

Artikel 24. De rechten van het kind

Artikel 25. De rechten van ouderen

Artikel 26. De integratie van personen met een handicap

TITEL IV. SOLIDARITEIT

Artikel 27. Het recht op informatie en raadpleging van de werknemers binnen de onderneming

Artikel 28. Het recht op collectieve onderhandelingen en op collectieve actie

Artikel 29. Het recht op toegang tot arbeidsbemiddeling

Artikel 30. Bescherming bij kennelijk onredelijk ontslag

Artikel 31. Rechtvaardige en billijke arbeidsomstandigheden en -voorwaarden

Artikel 32. Het verbod van kinderarbeid en de bescherming van jongeren op het werk

Artikel 33. Het beroeps- en gezinsleven

Artikel 34. Sociale zekerheid en sociale bijstand

Artikel 35. De gezondheidszorg

Artikel 36. De toegang tot diensten van algemeen economisch belang

Artikel 37. Milieubescherming

Artikel 38. Consumentenbescherming

TITEL V. BURGERSCHAP

Artikel 39. Actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement

Artikel 40. Actief en passief kiesrecht bij de gemeenteraadsverkiezingen

Artikel 41. Recht op behoorlijk bestuur

Artikel 42. Recht van inzage in documenten

Artikel 43. Europees Ombudsman

Artikel 44. Recht van petitie

Artikel 45. Vrijheid van verkeer en van verblijf

Artikel 46. Diplomatieke en consulaire bescherming

TITEL VI. RECHTSPLEGING

Artikel 47. Recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht

Artikel 48. Vermoeden van onschuld en rechten van de verdediging

Artikel 49. Legaliteitsbeginsel en evenredigheidsbeginsel inzake delicten en straffen

Artikel 50. Recht om niet tweemaal in een strafrechtelijke procedure voor hetzelfde delict te worden berecht of gestraft

TITEL VII. ALGEMENE BEPALINGEN BETREFFENDE DE UITLEGGING EN DE TOEPASSING VAN HET HANDVEST

Artikel 51. Toepassingsgebied

Artikel 52. Reikwijdte en uitlegging van de gewaarborgde rechten en beginselen

Artikel 53. Beschermingsniveau

Artikel 54. Verbod van misbruik van recht

Slotakte

A. Verklaringen betreffende bepalingen van de Verdragen

1. Verklaring betreffende het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie

2. Verklaring ad artikel 6, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie

3. Verklaring ad artikel 8 van het Verdrag betreffende de Europese Unie

4. Verklaring betreffende de samenstelling van het Europees Parlement

5. Verklaring betreffende het politieke akkoord van de Europese Raad over het ontwerp-besluit inzake de samenstelling van het Europees Parlement

6. Verklaring ad artikel 15, leden 5 en 6, artikel 17, leden 6 en 7, en artikel 18 van het Verdrag betreffende de Europese Unie

7. Verklaring ad artikel 16, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 238, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Ontwerp-besluit van de Raad betreffende de uitvoering van artikel 16, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 238, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie tussen 1 november 2014 en 31 maart 2017, enerzijds, en vanaf 1 april 2017, anderzijds

Preambule

Deel 1. Tussen 1 november 2014 en 31 maart 2017 toepasselijke bepalingen

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Deel 2. Vanaf 1 april 2017 toepasselijke bepalingen

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Deel 3. Inwerkingtreding en vankrachtwording van het besluit

Artikel 7

8. Verklaring betreffende de praktische maatregelen die moeten worden genomen op het tijdstip van inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon wat betreft het voorzitterschap van de Europese Raad en van de Raad Buitenlandse Zaken

9. Verklaring ad artikel 16, lid 9, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende het besluit van de Europese Raad inzake de uitoefening van het voorzitterschap van de Raad

Ontwerp-besluit van de Europese Raad betreffende de uitoefening van het voorzitterschap van de Raad

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

10. Verklaring ad artikel 17 van het Verdrag betreffende de Europese Unie

11. Verklaring ad artikel 17, leden 6 en 7, van het Verdrag betreffende de Europese Unie

12. Verklaring ad artikel 18 van het Verdrag betreffende de Europese Unie

13. Verklaring betreffende het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid

14. Verklaring betreffende het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid

15. Verklaring ad artikel 27 van het Verdrag betreffende de Europese Unie

16. Verklaring ad artikel 55, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie

17. Verklaring betreffende de voorrang

18. Verklaring betreffende de afbakening van de bevoegdheden

19. Verklaring ad artikel 8 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

20. Verklaring ad artikel 16 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

21. Verklaring betreffende de bescherming van persoonsgegevens op het gebied van justitiële samenwerking in strafzaken en op het gebied van politiële samenwerking

22. Verklaring ad artikelen 48 en 79 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

23. Verklaring ad artikel 48, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

24. Verklaring betreffende de rechtspersoonlijkheid van de Europese Unie

25. Verklaring ad artikelen 75 en 215 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

26. Verklaring over de niet-deelneming van een lidstaat aan een maatregel die gebaseerd is op titel V van het derde deel vanhet Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

27. Verklaring ad artikel 85, lid 1, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

28. Verklaring ad artikel 98 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

29. Verklaring ad artikel 107, lid 2, onder c, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

30. Verklaring ad artikel 126 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

31. Verklaring ad artikel 156 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

32. Verklaring ad artikel 168, lid 4, onder c van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

33. Verklaring ad artikel 174 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

34. Verklaring ad artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

35. Verklaring ad artikel 194 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

36. Verklaring ad artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie betreffende de onderhandelingen over en sluiting van internationale overeenkomsten inzake de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht door de lidstaten

37. Verklaring ad artikel 222 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

38. Verklaring ad artikel 252 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over het aantal advocaten-generaal bij het Hof van Justitie

39. Verklaring ad artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

40. Verklaring ad artikel 329 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

41. Verklaring ad artikel 352 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

42. Verklaring ad artikel 352 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

43. Verklaring ad artikel 355, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

B. Verklaringen betreffende aan de Verdragen gehechte Protocollen

44. Verklaring ad artikel 5 van het Protocol betreffende het in het kader van de Europese Unie geïntegreerde Schengenacquis

45. Verklaring ad artikel 5, lid 2, van het Protocol betreffende het in het kader van de Europese Unie geïntegreerde Schengenacquis

46. Verklaring ad artikel 5, lid 3, van het Protocol betreffende het in het kader van de Europese Unie geïntegreerde Schengenacquis

47. Verklaring ad artikel 5, leden 3, 4 en 5, van het Protocol betreffende het in het kader van de Europese Unie geïntegreerde Schengenacquis

48. Verklaring inzake het Protocol betreffende de positie Denemarken

49. Verklaring inzake Italië

50. Verklaring ad artikel 10 van het Protocol betreffende de overgangsbepalingen

51. Verklaring van het Koninkrijk België inzake de nationale parlementen

52. Verklaring van het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Oostenrijk, Roemenië, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek betreffende de symbolen van de Europese Unie

53. Verklaring van de Tsjechische Republiek over het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie

54. Verklaring van de Bondsrepubliek Duitsland, Ierland, de Republiek Hongarije, de Republiek Oostenrijk en het Koninkrijk Zweden

55. Verklaring van het Koninkrijk Spanje en van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

56. Verklaring van Ierland ad artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

57. Verklaring van de Italiaanse Republiek over de samenstelling van het Europees Parlement

58. Verklaring van de Republiek Letland, de Republiek Hongarije en de Republiek Malta over de spelling van de naam van de enige munteenheid in de Verdragen

59. Verklaring van het Koninkrijk der Nederlanden ad artikel 312 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

60. Verklaring van het Koninkrijk der Nederlanden ad artikel 355 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

61. Verklaring van de Republiek Polen betreffende het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie

62. Verklaring van de Republiek Polen over het Protocol inzake de toepassing van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie op Polen en het Verenigd Koninkrijk

63. Verklaring van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland betreffende de definitie van de term „onderdanen”

64. Verklaring van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland betreffende het kiesrecht bij verkiezingen voor het Europees Parlement

65. Verklaring van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland ad artikel 75 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie