Home

Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water

Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(2),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's(3),

Overeenkomstig de procedure van artikel 189 C van het Verdrag(4),

  1. Overwegende dat Richtlijn 80/778/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water(5) aan de vooruitgang van wetenschap en technologie dient te worden aangepast; dat de ervaring bij de uitvoering van genoemde richtlijn heeft geleerd dat er voor de lidstaten een adequaat, flexibel en doorzichtig wettelijk kader dient te worden gecreëerd om op te treden in gevallen waarin niet aan de normen wordt voldaan; dat de richtlijn bovendien opnieuw moet worden bezien in het licht van het Verdrag betreffende de Europese Unie en in het bijzonder in het licht van het subsidiariteitsbeginsel;

  2. Overwegende dat in artikel 3 B van het Verdrag wordt bepaald dat het optreden van de Gemeenschap niet verder gaat dan hetgeen nodig is om de doelstellingen van dit Verdrag te verwezenlijken; dat Richtlijn 80/778/EEG derhalve dient te worden herzien, teneinde de nadruk te leggen op de naleving van parameters die van essentieel belang zijn voor kwaliteit en gezondheid, terwijl de lidstaten daaraan andere parameters kunnen toevoegen wanneer dit hun goeddunkt;

  3. Overwegende dat de communautaire maatregelen, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel, de maatregelen van de bevoegde autoriteiten in de lidstaten moeten steunen en aanvullen;

  4. Overwegende dat overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel wegens de natuurlijke en sociaal-economische verschillen tussen de regio's in de Unie de meeste beslissingen inzake controle, analyse en maatregelen tot herstel van tekortkomingen op lokaal, regionaal of nationaal niveau dienen te worden genomen, voorzover deze verschillen de vaststelling van het reglementaire wetgevings- en administratief kader dat in de onderhavige richtlijn wordt bepaald, niet in de weg staan;

  5. Overwegende dat Gemeenschapsnormen voor essentiële en preventieve met de gezondheid verband houdende kwaliteitsparameters met betrekking tot voor menselijke consumptie bestemd water, nodig zijn om de minimale doelstellingen voor de milieukwaliteit de bepalen die in samenhang met andere communautaire maatregelen moeten worden verwezenlijkt zodat het duurzame gebruik van voor menselijke consumptie bestemd water wordt gewaarborgd en bevorderd;

  6. Overwegende dat gezien het belang voor de volksgezondheid van de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water, op Gemeenschapsniveau de essentiële kwaliteitsnormen moeten worden vastgesteld waaraan voor dit doel bestemd water moet voldoen;

  7. Overwegende dat deze normen ook dienen te gelden voor in de levensmiddelenindustrie gebruikt water, tenzij kan worden vastgesteld dat het gebruik van dergelijk water niet van invloed is op de gezondheid van het eindproduct;

  8. Overwegende dat, opdat de bedrijven die water leveren de kwaliteitsnormen kunnen naleven, door het toepassen van adequate beschermende maatregelen moet worden gewaarborgd dat grond- en oppervlaktewateren schoon blijven; dat hetzelfde doel kan worden bereikt door voorafgaand aan de levering passende waterbehandelingsmaatregelen toe te passen;

  9. Overwegende dat het in het belang van de samenhang van het Europese waterbeleid noodzakelijk is dat te zijner tijd een adequate kaderrichtlijn inzake water wordt vastgesteld;

  10. Overwegende dat het noodzakelijk is, natuurlijk mineraalwater en als geneesmiddel gebruikt water van deze richtlijn uit te sluiten, aangezien voor dergelijke soorten water speciale voorschriften zijn vastgesteld;

  11. Overwegende dat maatregelen vereist zijn voor alle rechtstreeks voor de gezondheid relevante parameters en voor andere parameters ingeval zich een achteruitgang in de kwaliteit heeft voorgedaan; dat dergelijke maatregelen voorts zorgvuldig moeten worden gecoördineerd met de uitvoering van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(6) en Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende het op de markt brengen van biociden(7);

  12. Overwegende dat het noodzakelijk is voor stoffen die in de gehele Gemeenschap belangrijk zijn, afzonderlijk parameterwaarden vast te stellen die streng genoeg zijn om te garanderen dat het doel van de richtlijn wordt bereikt;

  13. Overwegende dat de parameterwaarden berusten op de beschikbare wetenschappelijke kennis en dat het voorzorgsbeginsel ook in aanmerking is genomen; dat deze waarden zijn gekozen om ervoor te zorgen dat voor menselijke consumptie bestemd water veilig gedurende een leven lang kan worden gebruikt en derhalve een hoog beschermingsniveau voor de gezondheid bieden;

  14. Overwegende dat een evenwicht moet worden geschapen om zowel microbiologische als chemische risico's te voorkomen; dat daartoe, en in het licht van een toekomstige evaluatie van de parameterwaarden, de vaststelling van parameterwaarden met betrekking tot voor menselijke consumptie bestemd water gebaseerd moet zijn op volksgezondheidsoverwegingen en op een methode voor de risicobeoordeling;

  15. Overwegende dat er momenteel onvoldoende bewijs is waarop communautaire parameterwaarden met betrekking tot voor het endocrine stelsel schadelijke chemicaliën kunnen worden gebaseerd, maar dat er toch groeiende zorg bestaat over de mogelijke gevolgen voor mens, fauna en flora van stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid;

  16. Overwegende dat met name de normen in bijlage I in het algemeen gebaseerd zijn op de richtwaarden voor de drinkwaterkwaliteit van de Wereldgezondheidsorganisatie en het advies van het Raadgevend Wetenschappelijk Comité van de Commissie voor het onderzoek naar de toxiciteit en ecotoxiciteit van chemische verbindingen;

  17. Overwegende dat de lidstaten waarden voor andere aanvullende, niet in bijlage I opgenomen parameters moeten vaststellen wanneer dit ter bescherming van de volksgezondheid op hun grondgebied noodzakelijk is;

  18. Overwegende dat de lidstaten waarden voor andere aanvullende, niet in bijlage I opgenomen parameters kunnen vaststellen wanneer dit noodzakelijk wordt geacht om de kwaliteit van de productie, distributie en inspectie van moor menselijke consumptie bestemd water te waarborgen;

  19. Overwegende dat de lidstaten wanneer zij de vaststelling nodig achten van strengere normen dan die in bijlage I, delen A en B, of van normen voor aanvullende parameters die niet in bijlage I zijn opgenomen maar nodig zijn om de volksgezondheid te beschermen, van deze normen kennis moeten geven aan de Commissie;

  20. Overwegende dat de lidstaten bij de invoering of handhaving van strengere beschermingsmaatregelen de beginselen en voorschriften van het Verdrag moeten naleven zoals die door het Hof van Justitie worden uitgelegd;

  21. Overwegende dat aan de parameterwaarden moet worden voldaan op de plaats waar voor menselijke consumptie bestemd water voor de verbruiker beschikbaar is;

  22. Overwegende dat de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water door het huishoudelijk leidingnet kan worden beïnvloed; dat bovendien erkend wordt dat de lidstaten niet noodzakelijkerwijs verantwoordelijk zijn voor het huishoudelijk leidingnet of het onderhoud ervan;

  23. Overwegende dat de lidstaten programma's moeten vaststellen om te controleren of voor menselijke consumptie bestemd water aan de voorschriften van deze richtlijn voldoet; dat dergelijke controleprogramma's bij de lokale behoeften moeten aansluiten en aan de minimale voorschriften van deze richtlijn inzake controle moeten voldoen;

  24. Overwegende dat de methoden voor de analyse van de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water betrouwbare en vergelijkbare resultaten dienen op te leveren;

  25. Overwegende dat de betrokken lidstaten in geval van niet-naleving van de normen van deze richtlijn een onderzoek naar de oorzaak moeten instellen en ervoor moeten zorgen dat zo spoedig mogelijk de nodige maatregelen worden getroffen om de waterkwaliteit te herstellen;

  26. Overwegende dat het van belang is potentieel gevaar voor de volksgezondheid als gevolg van verontreinigd water te voorkomen; dat de levering van dergelijk water verboden of het gebruik ervan ingeperkt dient te worden;

  27. Overwegende dat in geval van niet-naleving van een parameter met een indicatorfunctie de betrokken lidstaat dient te onderzoeken of daardoor een risico voor de volksgezondheid ontstaat; dat hij maatregelen moet treffen om de waterkwaliteit te herstellen wanneer dat met het oog op de bescherming van de volksgezondheid noodzakelijk is;

  28. Overwegende dat in geval dergelijke maatregelen voor het herstel van de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water noodzakelijk zijn, overeenkomstig artikel 130 R, lid 2, van het Verdrag voorrang moet worden gegeven aan maatregelen die het probleem bij de bron oplossen;

  29. Overwegende dat de lidstaten het recht moeten hebben onder bepaalde voorwaarden afwijkingen van deze richtlijn toe te staan; dat het bovendien noodzakelijk is een passend kader voor dergelijke afwijkingen vast te stellen, mits deze afwijkingen geen potentieel gevaar voor de volksgezondheid vormen en de levering van voor de menselijke consumptie bestemd water in het betrokken gebied niet langs enige andere redelijke weg kan worden gehandhaafd;

  30. Overwegende dat, aangezien ter bereiding van voor menselijke consumptie bestemd water bepaalde stoffen of materialen nodig kunnen zijn, voorschriften voor het gebruik daarvan vereist zijn teneinde eventuele schadelijke gevolgen voor de volksgezondheid te voorkomen;

  31. Overwegende dat de wetenschappelijke en technische vooruitgang een snelle aanpassing van de in de bijlagen II en III vastgelegde technische voorschriften noodzakelijk kan maken; dat, teneinde de uitvoering van de daartoe noodzakelijke maatregelen te vergemakkelijken, bovendien in een procedure moet worden voorzien volgens welke de Commissie, bijgestaan door een uit vertegenwoordigers van de lidstaten samengesteld comité, dergelijke aanpassingen kan vaststellen;

  32. Overwegende dat de verbruikers goed en naar behoren dienen te worden ingelicht over de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water, over door de lidstaten toegestane afwijkingen en over de door de bevoegde autoriteiten genomen herstelmaatregelen; dat bovendien rekening moet worden gehouden met de technische en statistische behoeften van de Commissie, alsmede met het recht van een ieder op voldoende informatie omtrent de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water;

  33. Overwegende dat het onder uitzonderlijke omstandigheden en met betrekking tot geografisch afgebakende gebieden nodig kan zijn de lidstaten een langere termijn toe te staan om aan sommige bepalingen van deze richtlijn te voldoen;

  34. Overwegende dat deze richtlijn de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage IV vermelde termijn voor de omzetting van de richtlijn in nationale wetgeving en voor de toepassing daarvan onverlet laat,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1 Doel

1.

Deze richtlijn heeft betrekking op de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water.

2.

De richtlijn heeft ten doel de volksgezondheid te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van verontreiniging van voor menselijke consumptie bestemd water door ervoor te zorgen dat het gezond en schoon is.

Artikel 2 Definities

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

  1. voor menselijke consumptie bestemd water:

    1. al het water dat onbehandeld of na behandeling bestemd is voor drinken, koken, voedselbereiding of andere huishoudelijke doeleinden, ongeacht de herkomst en of het water wordt geleverd via een distributienet, uit een tankschip of tankauto, of in flessen of verpakkingen;

    2. al het water dat in enig levensmiddelenbedrijf wordt gebruikt voor de vervaardiging, de behandeling, de conservering of het in de handel brengen van voor menselijke consumptie bestemde producten of stoffen, tenzij de bevoegde nationale autoriteiten ervan overtuigd zijn dat de kwaliteit van het water de gezondheid van de levensmiddelen als eindproduct niet kan aantasten.

  2. huishoudelijk leidingnet:

    de leidingen, fittingen en toestellen die geïnstalleerd worden tussen de kranen die normaliter worden gebruikt voor menselijke consumptie en het distributienet, maar slechts indien die volgens de desbetreffende nationale wetgeving niet onder de verantwoordelijkheid van de waterleverancier in zijn hoedanigheid van waterleverancier vallen.

Artikel 3 Uitzonderingen

1.

Deze richtlijn is niet van toepassing op:

  1. natuurlijk mineraalwater dat door de bevoegde nationale autoriteiten overeenkomstig Richtlijn 80/777/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater(8) als zodanig is erkend;

  2. water dat een geneesmiddel is in de zin van Richtlijn 65/65/EEG van de Raad van 26 januari 1965 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake geneesmiddelen(9).

2.

De lidstaten mogen van toepassing van deze richtlijn uitzonderen:

  1. water dat uitsluitend bestemd is voor doeleinden waarvoor de kwaliteit van het water naar de overtuiging van de bevoegde autoriteiten direct noch indirect van invloed is op de gezondheid van de betrokken verbruikers;

  2. voor menselijke consumptie bestemd water dat afkomstig is van een afzonderlijke voorziening die gemiddeld minder dan 10 m3 per dag levert of waarvan minder dan 50 personen gebruik maken, tenzij het water wordt geleverd in het kader van een commerciële of openbare activiteit.

3.

Lidstaten die gebruik maken van de in lid 2, onder b), genoemde uitzonderingen zorgen ervoor dat de betrokken bevolking daarvan op de hoogte wordt gebracht en ook van de maatregelen die kunnen worden getroffen om de volksgezondheid te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van verontreiniging van voor menselijke consumptie bestemd water. Bovendien wordt de betrokken bevolking zo spoedig mogelijk passend advies verstrekt, wanneer blijkt dat de kwaliteit van dit water gevaar voor de volksgezondheid kan opleveren.

Artikel 4 Algemene verplichtingen

1.

Onverminderd hun verplichtingen uit hoofde van andere communautaire bepalingen, nemen de lidstaten de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat voor menselijke consumptie bestemd water gezond en schoon is. Overeenkomstig de minimumvereisten van deze richtlijn is voor menselijke consumptie bestemd water gezond en schoon, als het:

  1. geen micro-organismen, parasieten of andere stoffen bevat in hoeveelheden of concentraties die gevaar voor de volksgezondheid kunnen opleveren,

  2. voldoet aan de in bijlage I, delen A en B, gespecificeerde minimumvereisten;

en als de lidstaten, overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van de artikelen 5 tot en met 8 en 10, overeenkomstig het Verdrag, alle andere nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat voor menselijke consumptie bestemd water aan de vereisten van deze richtlijn voldoet.

2.

De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter uitvoering van de bepalingen van deze richtlijn er in geen geval, direct of indirect, toe kunnen leiden dat de huidige kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water achteruitgaat, voorzover dit van belang is voor de bescherming van de volksgezondheid, of dat de verontreiniging van voor de drinkwaterproductie bestemd water toeneemt.

Artikel 5 Kwaliteitseisen

Artikel 6 Plaats waaraan de kwaliteitseisen moet worden voldaan

Artikel 7 Controle

Artikel 8 Herstelmaatregelen en beperkingen van het gebruik

Artikel 9 Afwijkingen

Artikel 10 Waarborging van de kwaliteit van behandeling, installatie en materialen

Artikel 11 Herziening van de bijlagen

Artikel 12

Artikel 13 Informatie en rapportage

Artikel 14 Tijdschema voor de naleving

Artikel 15 Uitzonderlijke gevallen

Artikel 16 Intrekking

Artikel 17 Omzetting in nationaal recht

Artikel 18 Inwerkingtreding

Artikel 19 Adressaten

BIJLAGE IPARAMETERS EN PARAMETERWAARDEN

BIJLAGE II

BIJLAGE IIISPECIFICATIES VOOR DE ANALYSE VAN PARAMETERS

BIJLAGE IV

BIJLAGE V