Home

Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

Artikel 1

De lidstaten heffen belasting op energieproducten en elektriciteit overeenkomstig deze richtlijn.

Artikel 2

1.

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt onder 'energieproducten' verstaan de hieronder vermelde producten:

  1. producten van de GN-codes 1507 tot en met 1518, indien deze zijn bestemd om als verwarmings- of motorbrandstof te worden gebruikt;

  2. producten van de GN-codes 2701, 2702 en 2704 tot en met 2715;

  3. producten van de GN-codes 2901 en 2902;

  4. producten van GN-code 2905 11 00 die niet van synthetische oorsprong zijn, indien deze zijn bestemd om als verwarmings- of motorbrandstof te worden gebruikt;

  5. producten van GN-code 3403;

  6. producten van GN-code 3811;

  7. producten van GN-code 3817;

  8. producten van de GN-codes3824 99 86, 3824 99 92 (met uitzondering van roestwerende preparaten die aminen als werkzame bestanddelen bevatten, en anorganische preparaten voor het oplossen of voor het verdunnen van vernissen of van dergelijke producten), 3824 99 93, 3824 99 96 (met uitzondering van roestwerende preparaten die aminen als werkzame bestanddelen bevatten, en anorganische preparaten voor het oplossen of voor het verdunnen van vernissen of van dergelijke producten), 3826 00 10 en 3826 00 90, indien deze zijn bestemd om als verwarmings- of motorbrandstof te worden gebruikt.

2.

Deze richtlijn is eveneens van toepassing op:

Elektriciteit van GN-code 2716.

3.

De energieproducten waarvoor in deze richtlijn geen belastingniveau is vastgesteld en die bestemd zijn voor gebruik, worden aangeboden voor verkoop of worden gebruikt als motor- of verwarmingsbrandstof, worden belast tegen het belastingniveau van de gelijkwaardige motor- of verwarmingsbrandstof, naar gelang van het gebruik dat ervan gemaakt wordt.

Naast de in lid 1 genoemde belastbare producten wordt tegen het belastingniveau van de gelijkwaardige motorbrandstof belast, elk product dat bestemd is voor gebruik, wordt aangeboden voor verkoop of wordt gebruikt als motorbrandstof of als additief of vulstof in motorbrandstoffen.

Naast de in lid 1 genoemde belastbare producten wordt tegen het belastingniveau van het gelijkwaardige energieproduct belast elke andere koolwaterstof, turf uitgezonderd, die bestemd is voor gebruik, wordt aangeboden voor verkoop of wordt gebruikt als verwarmingsbrandstof.

4.

Deze richtlijn is niet van toepassing op:

  1. outputbelasting op warmte en de belasting op producten van de GN-codes 4401 en 4402;

  2. de volgende vormen van gebruik van energieproducten en elektriciteit:

    • energieproducten gebruikt voor andere doeleinden dan als motor- of verwarmingsbrandstof

    • duaal gebruik van energieproducten

      Een energieproduct kent een duaal gebruik wanneer het zowel als verwarmingsbrandstof als voor andere doeleinden dan als motor- of verwarmingsbrandstof wordt gebruikt. Het gebruik van energieproducten voor chemische reductie of elektrolytische en metallurgische procédés wordt als duaal gebruik beschouwd.

    • Elektriciteit die voornamelijk wordt gebruikt voor chemische reductie en elektrolytische en metallurgische procédés;

    • elektriciteit die meer dan 50 % van de kosten van een product veroorzaakt. De kosten van een product worden gedefinieerd als de som van de totale aankoop van goederen en diensten plus de personeelskosten plus het verbruik van kapitaalgoederen op het niveau van het bedrijf als gedefinieerd in artikel 11. Deze kosten worden berekend op basis van het gemiddelde per eenheid. Onder elektriciteitskosten wordt verstaan de feitelijke aankoopwaarde van de elektriciteit of de productiekosten van de elektriciteit, indien deze in het bedrijf wordt gegenereerd;

    • mineralogische procédés.

      Onder mineralogische procédés wordt verstaan de procédés die in Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad van 9 oktober 1990 betreffende de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap zijn ondergebracht onder code DI 26 „Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten” van de NACE-nomenclatuur(1).

      Op deze energieproducten is artikel 20 evenwel van toepassing.

5.

De in deze richtlijn vervatte verwijzingen naar codes van de gecombineerde nomenclatuur zijn verwijzingen naar Verordening (EG) nr. 2031/2001 van de Commissie van 6 augustus 2001 tot wijziging van bijlage I van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief(2).

Jaarlijks wordt volgens de procedure van artikel 27 een besluit genomen tot bijwerking van de codes van de gecombineerde nomenclatuur voor de producten, vermeld in deze richtlijn. Het besluit mag niet leiden tot wijzigingen in de minimumbelastingniveaus voor energieproducten en elektriciteit als bedoeld in deze richtlijn, noch tot toevoeging of verwijdering van energieproducten en elektriciteit.

Artikel 3

De verwijzingen naar 'minerale oliën' en 'accijnzen' in Richtlijn 92/12/EEG (voorzover van toepassing op minerale oliën) zijn uit te leggen als verwijzingen naar alle energieproducten, elektriciteit en nationale indirecte belastingen bedoeld in artikel 2, respectievelijk artikel 4, lid 2, van de onderhavige richtlijn.

Artikel 4

1.

De belastingniveaus die de lidstaten toepassen op de in artikel 2 genoemde energieproducten en op elektriciteit, mogen niet onder de bij deze richtlijn voorgeschreven minimumbelastingniveaus liggen.

2.

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt onder 'belastingniveau' verstaan het totaal van alle geheven indirecte belastingen (BTW uitgezonderd), rechtstreeks of niet-rechtstreeks berekend over de hoeveelheid energieproducten en elektriciteit op het tijdstip van uitslag tot verbruik.

Artikel 5

De lidstaten kunnen, onder fiscaal toezicht, gedifferentieerde belastingniveaus toepassen in de volgende gevallen, op voorwaarde dat deze belastingniveaus niet onder de bij deze richtlijn voorgeschreven minimumbelastingniveaus liggen en verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht:

  • wanneer de gedifferentieerde belastingniveaus rechtstreeks gekoppeld zijn aan de kwaliteit van het product;

  • wanneer de gedifferentieerde belastingniveaus afhangen van kwantitatieve consumptieniveaus voor elektriciteit en energieproducten die voor verwarming worden gebruikt;

  • voor de volgende vormen van gebruik: plaatselijk openbaar personenvervoer (taxi's inbegrepen), afvalinzameling, strijdkrachten en overheidsadministraties, gehandicapten, ziekenauto's;

  • om onderscheid te maken tussen zakelijk en niet-zakelijk gebruik voor energieproducten en elektriciteit als bedoeld in de artikelen 9 en 10.

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 18 bis

Artikel 18 ter

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 32

BIJLAGE I

BIJLAGE IIVerlaagde belastingniveaus en belastingvrijstellingen bedoeld in artikel 18, lid 1

BIJLAGE III