Deze verordening is van toepassing op de erfopvolging in de nalatenschappen van overleden personen. Zij is niet van toepassing op fiscale zaken, douanezaken en administratiefrechtelijke zaken.
Verordening (EU) nr. 650/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en de aanvaarding en de tenuitvoerlegging van authentieke akten op het gebied van erfopvolging, alsmede betreffende de instelling van een Europese erfrechtverklaring
Verordening (EU) nr. 650/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en de aanvaarding en de tenuitvoerlegging van authentieke akten op het gebied van erfopvolging, alsmede betreffende de instelling van een Europese erfrechtverklaring
HOOFDSTUK I TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES
Artikel 1 Toepassingsgebied
Deze verordening is niet van toepassing op:
-
de staat van natuurlijke personen, familierechtelijke betrekkingen en betrekkingen die overeenkomstig het op die betrekkingen toepasselijke recht geacht worden vergelijkbare gevolgen te hebben;
-
de bekwaamheid van natuurlijke personen, onverminderd artikel 23, lid 2, onder c), en artikel 26;
-
kwesties die verband houden met verdwijning, vermissing of vermoedelijk overlijden van een natuurlijke persoon;
-
kwesties die verband houden met huwelijksvermogensrecht en met vermogensrechtelijke regelingen voor betrekkingen die overeenkomstig het op die betrekkingen toepasselijke recht geacht worden vergelijkbare gevolgen te hebben;
-
andere onderhoudsverplichtingen dan die welke ontstaan als gevolg van overlijden;
-
de formele geldigheid van mondelinge uiterste wilsbeschikkingen;
-
rechten en goederen die ontstaan, overgaan of worden overgedragen op andere wijze dan door erfopvolging, bijvoorbeeld door middel van schenkingen, gemeenschappelijk eigendom dat overgaat op de langstlevende, pensioenregelingen, verzekeringsovereenkomsten en regelingen van soortgelijke aard, onverminderd artikel 23, lid 2, onder i);
-
kwesties die worden geregeld door het recht dat van toepassing is op vennootschappen en andere entiteiten, met of zonder rechtspersoonlijkheid, zoals statutaire bepalingen of clausules in de oprichtingsakte van vennootschappen of andere entiteiten, met of zonder rechtspersoonlijkheid, die bepalen wat er met de aandelen gebeurt bij overlijden van de leden;
-
de ontbinding, de opheffing en de fusie van vennootschappen en andere entiteiten, met of zonder rechtspersoonlijkheid;
-
de oprichting, het beheer en de ontbinding van trusts;
-
de aard van zakelijke rechten, en
-
de inschrijving van rechten op onroerende en roerende zaken in een register, met inbegrip van de wettelijke voorschriften voor een dergelijke inschrijving en de rechtsgevolgen van de inschrijving van dergelijke rechten of van het achterwege blijven daarvan.
Artikel 2 Bevoegdheid op het gebied van erfopvolging in de lidstaten
Deze verordening laat de bevoegdheid van de autoriteiten van de lidstaten inzake kwesties van erfopvolging onverlet.
Artikel 3 Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a) „erfopvolging” :
- de erfopvolging in de nalatenschap van een overleden persoon, waaronder wordt begrepen elke vorm van overgang of overdracht van goederen, rechten en verplichtingen naar aanleiding van een overlijden, ongeacht of het gaat om een vrijwillige overgang of overdracht krachtens een uiterste wilsbeschikking, dan wel om een overgang middels erfopvolging bij versterf;
- b) „erfovereenkomst” :
- een overeenkomst, met inbegrip van een uit wederkerige testamentaire beschikkingen voortvloeiende overeenkomst, die, met of zonder tegenprestatie, rechten op de toekomstige nalatenschap of nalatenschappen van een of meer partijen bij de overeenkomst in het leven roept, wijzigt of doet vervallen;
- c) „gemeenschappelijk testament” :
- een door twee of meer personen in een akte opgesteld testament;
- d) „uiterste wilsbeschikking” :
- een testament, een gemeenschappelijk testament of een erfovereenkomst;
- e) „lidstaat van herkomst” :
- de lidstaat waar de beslissing is gegeven, de gerechtelijke schikking is goedgekeurd of getroffen, de authentieke akte is verleden of de Europese erfrechtverklaring is afgegeven;
- f) „lidstaat van tenuitvoerlegging” :
- de lidstaat waar om de verklaring van uitvoerbaarheid of de tenuitvoerlegging van de beslissing, de gerechtelijke schikking of de authentieke akte wordt verzocht;
- g) „beslissing” :
- een door een gerecht van een lidstaat inzake erfopvolging gegeven beslissing, ongeacht de daaraan gegeven benaming, alsmede de beslissing betreffende de vaststelling door de griffier van het bedrag van de proceskosten;
- h) „gerechtelijke schikking” :
- een schikking inzake erfopvolging die door een gerecht is goedgekeurd of tijdens een procedure voor een gerecht is getroffen;
- i) „authentieke akte” :
-
een document inzake erfopvolging dat in een lidstaat formeel als authentieke akte is verleden of geregistreerd en waarvan de formele geldigheid:
-
betrekking heeft op de ondertekening en de inhoud van de akte, en
-
is vastgesteld door een overheidsinstantie of door een andere daartoe door de lidstaat van herkomst gemachtigde instantie.
-
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder het begrip „gerecht” verstaan: elke gerechtelijke autoriteit en alle andere autoriteiten en juridische beroepsbeoefenaren met bevoegdheid in een erfrechtzaak, die rechterlijke functies vervullen of handelen krachtens volmacht van, of onder toezicht van, een gerechtelijke autoriteit, voor zover dergelijke autoriteiten en juridische beroepsbeoefenaren waarborgen bieden wat betreft onpartijdigheid en het horen van partijen, en voor zover hun beslissingen overeenkomstig het recht van de lidstaat waar zij gevestigd zijn:
-
vatbaar zijn voor een rechtsmiddel ten overstaan van een gerechtelijke autoriteit of voor toetsing door een zodanige autoriteit, en
-
dezelfde rechtskracht en dezelfde werking hebben als een beslissing van een gerechtelijke autoriteit over dezelfde aangelegenheid.
De lidstaten stellen de Commissie overeenkomstig artikel 79 in kennis van de in de eerste alinea bedoelde autoriteiten en juridische beroepsbeoefenaren.