Home

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie

TITEL I ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1 Toepassingsgebied van de douanewetgeving, missie van de douane en definities

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  1. landbouwpolitieke maatregel: de bepalingen betreffende invoer- en uitvoerverrichtingen ten aanzien van producten die onder bijlage 71-02, punten 1, 2 en 3, vallen;

  2. ATA-carnet: een internationaal douanedocument voor tijdelijke invoer, afgegeven in het kader van de ATA-overeenkomst of de overeenkomst van Istanbul;

  3. ATA-overeenkomst: de douaneovereenkomst inzake het carnet ATA voor de tijdelijke invoer van goederen, gedaan te Brussel op 6 december 1961;

  4. overeenkomst van Istanbul: de overeenkomst inzake tijdelijke invoer, gedaan te Istanbul op 26 juni 1990;

  5. bagage: alle goederen die op enigerlei wijze worden vervoerd in samenhang met een reis van een natuurlijke persoon;

  6. wetboek: Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie;

  7. EU-luchthaven: een luchthaven in het douanegebied van de Unie;

  8. EU-haven: een zeehaven in het douanegebied van de Unie;

  9. overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer: de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer(1);

  10. land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer: elk ander land dan een lidstaat van de Unie dat partij is bij de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer;

  11. derde land: een land of gebied buiten het douanegebied van de Unie;

  12. CPD-carnet: een internationaal douanedocument voor de tijdelijke invoer van vervoermiddelen, afgegeven in overeenstemming met de overeenkomst van Istanbul;

  13. douanekantoor van vertrek: het douanekantoor waar de douaneaangifte tot plaatsing van goederen onder een regeling douanevervoer wordt aanvaard;

  14. douanekantoor van bestemming: het douanekantoor waar de onder een regeling douanevervoer geplaatste goederen worden aangebracht om de regeling te beëindigen;

  15. douanekantoor van eerste binnenkomst: het douanekantoor dat bevoegd is voor het douanetoezicht op de plaats waar het vervoermiddel waarmee de goederen worden vervoerd, aankomt of, in voorkomend geval, bestemd is aan te komen, in het douanegebied van de Unie vanuit een gebied buiten dat gebied;

  16. douanekantoor van uitvoer: het douanekantoor waar de aangifte tot uitvoer of de aangifte tot wederuitvoer wordt ingediend voor goederen die het douanegebied van de Unie verlaten;

  17. douanekantoor van plaatsing: het douanekantoor dat is vermeld in de vergunning voor een bijzondere regeling zoals bedoeld in artikel 211, lid 1, van het wetboek, en dat gemachtigd is om goederen voor een bijzondere regeling vrij te geven;

  18. registratie- en identificatienummer van marktdeelnemer (Economic Operators Registration and Identification number of EORI-nummer): een identificatienummer dat uniek is in het douanegebied van de Unie en door een douaneautoriteit aan een marktdeelnemer of een andere persoon wordt toegekend om hem voor douanedoeleinden te registreren;

  19. exporteur:

    1. een particulier die goederen bij zich draagt die het douanegebied van de Unie zullen verlaten, wanneer deze goederen deel uitmaken van zijn persoonlijke bagage;

    2. in andere gevallen, wanneer a) niet van toepassing is:

      1. een in het douanegebied van de Unie gevestigde persoon die de macht heeft om te beslissen en beslist heeft dat de goederen dat douanegebied zullen verlaten;

      2. wanneer i) niet van toepassing is, eender welke in het douanegebied van de Unie gevestigde persoon die partij is bij de overeenkomst op grond waarvan goederen dat douanegebied zullen verlaten;

  20. algemeen aanvaarde boekhoudkundige beginselen: de beginselen waarvoor in een land op een bepaald tijdstip een algemene consensus of ruime gezaghebbende steun bestaat ten aanzien van welke economische middelen en verplichtingen als activa en passiva moeten worden geboekt, welke wijzigingen in de activa en passiva dienen te worden geregistreerd, hoe de activa en passiva en de wijzigingen daarvan moeten worden gemeten, welke gegevens openbaar moeten worden gemaakt en hoe deze openbaarmaking dient te geschieden, alsmede welke financiële staten moeten worden opgemaakt;

  21. goederen zonder handelskarakter:

    1. goederen die deel uitmaken van een door een particulier aan een particulier gerichte zending, wanneer de zending:

      1. een incidenteel karakter draagt,

      2. goederen bevat die uitsluitend bestemd zijn voor persoonlijk gebruik door de geadresseerde dan wel voor gebruik door leden van zijn gezin, mits uit de aard of de hoeveelheid van de goederen geen commerciële bijbedoelingen blijken,

      3. zonder enige vorm van betaling door de afzender aan de geadresseerde wordt gezonden;

    2. goederen die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers, waarbij sprake is van:

      1. een incidenteel karakter, en

      2. uitsluitend goederen die bestemd zijn voor persoonlijk gebruik door de reiziger dan wel voor gebruik door leden van zijn gezin, of goederen bestemd om als geschenk te worden aangeboden, mits uit de aard en de hoeveelheid van de goederen blijkt dat zij niet om commerciële redenen worden in- of uitgevoerd;

  22. masterreferentienummer (MRN): het door de bevoegde douaneautoriteit toegekende registratienummer aan aangiften of kennisgevingen zoals bedoeld in artikel 5, punten 9 tot en met 14, van het wetboek, aan TIR-operaties of aan bewijzen van de douanestatus van Uniegoederen;

  23. aanzuiveringstermijn: de termijn waarbinnen goederen die onder een bijzondere regeling zijn geplaatst, met uitzondering van douanevervoer, of veredelingsproducten onder een volgende douaneregeling moeten worden geplaatst, moeten worden vernietigd, uit het douanegebied van de Unie moeten worden gebracht of de voorgeschreven bijzondere bestemming moeten krijgen. In het geval van passieve veredeling is de aanzuiveringstermijn de termijn waarbinnen tijdelijk uitgevoerde goederen in de vorm van veredelingsproducten opnieuw in het douanegebied van de Unie kunnen worden ingevoerd en in het vrije verkeer worden gebracht, teneinde in aanmerking te kunnen komen voor volledige of gedeeltelijke vrijstelling van invoerrechten;

  24. goederen in postzendingen: andere goederen dan brievenpost, die deel uitmaken van een postpakket of collo en door of onder de verantwoordelijkheid van een postaanbieder worden vervoerd overeenkomstig de bepalingen van het Wereldpostverdrag, dat op 10 juli 1984 onder auspiciën van de Verenigde Naties tot stand is gekomen;

  25. postaanbieder: een exploitant die is gevestigd in en aangewezen door een lidstaat om de onder het Wereldpostverdrag vallende internationale diensten te verlenen;

  26. brievenpost: brieven, briefkaarten, braillestukken en van invoer- of uitvoerrechten vrijgesteld drukwerk;

  27. passieve veredeling IM/EX: de invoer van uit equivalente goederen verkregen veredelingsproducten in het kader van de regeling passieve veredeling voorafgaand aan de uitvoer van de goederen die zij vervangen zoals bedoeld in artikel 223, lid 2, onder d), van het wetboek;

  28. passieve veredeling EX/IM: de uitvoer van Uniegoederen in het kader van de regeling passieve veredeling voorafgaand aan de invoer van veredelingsproducten;

  29. actieve veredeling EX/IM: de uitvoer van uit equivalente goederen verkregen veredelingsproducten in het kader van de regeling actieve veredeling voorafgaand aan de invoer van de goederen die zij vervangen zoals bedoeld in artikel 223, lid 2, onder c), van het wetboek;

  30. actieve veredeling IM/EX: de invoer van niet-Uniegoederen in het kader van de regeling actieve veredeling voorafgaand aan de uitvoer van veredelingsproducten;

  31. particulier: natuurlijke persoon die geen als zodanig handelende belastingplichtige is zoals omschreven in Richtlijn 2006/112/EG van de Raad;

  32. publiek douane-entrepot type I: een publiek douane-entrepot waar de verantwoordelijkheden zoals bedoeld in artikel 242, lid 1, van het wetboek, berusten bij de houder van de vergunning en de houder van de regeling;

  33. publiek douane-entrepot type II: een publiek douane-entrepot waar de verantwoordelijkheden zoals bedoeld in artikel 242, lid 2, van het wetboek, berusten bij de houder van de regeling;

  34. enkel vervoersdocument: in de context van douanestatus, een in een lidstaat afgegeven vervoersdocument voor het vervoer van de goederen vanaf de plaats van vertrek in het douanegebied van de Unie tot de plaats van bestemming in dat gebied onder verantwoordelijkheid van de vervoerder die het document heeft afgegeven;

  35. gebied met een bijzonder fiscaal regime: een deel van het douanegebied van de Unie waar de bepalingen van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde of van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van Richtlijn 92/12/EEG niet van toepassing zijn;

  36. controlekantoor:

    1. in geval van tijdelijke opslag zoals bedoeld in titel IV van het wetboek of in geval van andere bijzondere regelingen dan douanevervoer zoals bedoeld in titel VII van het wetboek, het in de vergunning vermelde douanekantoor dat toeziet op de tijdelijke opslag van de goederen of de bijzondere regeling in kwestie;

    2. in geval van een vereenvoudigde douaneaangifte zoals bedoeld in artikel 166 van het wetboek, gecentraliseerde vrijmaking zoals bedoeld in artikel 179 van het wetboek of inschrijving in de administratie zoals bedoeld in artikel 182 van het wetboek, het in de vergunning vermelde douanekantoor dat toeziet op de plaatsing van de goederen onder de douaneregeling in kwestie;

  37. TIR-overeenkomst: de douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR, gedaan te Genève op 14 november 1975;

  38. TIR-operatie: de overbrenging van goederen binnen het douanegebied van de Unie overeenkomstig de TIR-overeenkomst;

  39. overlading: het omladen van producten en goederen die zich aan boord van het ene vervoermiddel bevinden, op of in een ander vervoermiddel;

  40. reiziger: een natuurlijke persoon die:

    1. het douanegebied van de Unie tijdelijk binnenkomt en daar niet zijn gewone verblijfplaats heeft, of

    2. terugkeert naar het douanegebied van de Unie, waar hij zijn gewone verblijfplaats heeft, na tijdelijk buiten dat gebied te hebben verbleven, of

    3. het douanegebied van de Unie, waar hij zijn gewone verblijfplaats heeft, tijdelijk verlaat, of

    4. het douanegebied van de Unie, waar hij niet zijn gewone verblijfplaats heeft, na een tijdelijk verblijf verlaat;

  41. resten en afval:

    1. goederen of producten die zijn ingedeeld als resten en afval in overeenstemming met de gecombineerde nomenclatuur, of

    2. in de context van bijzondere bestemming of actieve veredeling, goederen of producten die bij een veredelingshandeling zijn ontstaan, geen of slechts geringe economische waarde hebben en niet kunnen worden gebruikt zonder verdere verwerking;

  42. laadbord: een constructie op de vloer waarvan een bepaalde hoeveelheid goederen kan worden bijeengeplaatst teneinde als een eenheid te worden behandeld met het oog op het vervoer, het laden en lossen of het opstapelen met behulp van mechanische werktuigen. Deze constructie bestaat uit ofwel twee door verbindingsstukken aan elkaar bevestigde vloeren ofwel een op poten rustende vloer; de totale hoogte is zo gering mogelijk, doch voldoende voor het vervoer en voor het laden en lossen met vorkheftrucks of hefwagens; een laadbord kan al dan niet zijn voorzien van een bovenbouw;

  43. EU-fabrieksschip: een vaartuig dat in een tot het douanegebied van de Unie behorend deel van het grondgebied van een lidstaat is geregistreerd, de vlag van een lidstaat voert en geen zeevisserijproducten vangt maar wel aan boord verwerkt;

  44. EU-vissersvaartuig: een vaartuig dat in een tot het douanegebied van de Unie behorend deel van het grondgebied van een lidstaat is geregistreerd, de vlag van een lidstaat voert, en zeevisserijproducten vangt en eventueel ook aan boord verwerkt;

  45. lijndienst: een dienst waarbij goederen per schip worden vervoerd uitsluitend tussen EU-havens en het schip van of naar geen enkele plaats buiten het douanegebied van de Unie of in een vrije zone in een EU-haven vaart of een dergelijke plaats aandoet;

  46. expreszending: een artikel dat wordt vervoerd door of onder de verantwoordelijkheid van een koeriersdienst;

  47. koeriersdienst: een marktdeelnemer die geïntegreerde diensten verstrekt bestaande in ophaling, vervoer, douaneafhandeling en levering van pakketten op versnelde/tijdgevoelige basis, waarbij deze artikelen gedurende de gehele verrichting van de dienst traceerbaar zijn en onder toezicht blijven;

  48. intrinsieke waarde:

    1. voor handelsgoederen: de prijs van de goederen zelf bij verkoop voor uitvoer naar het douanegebied van de Unie, met uitzondering van vervoers- en verzekeringskosten, tenzij deze in de prijs zijn begrepen en niet afzonderlijk op de factuur zijn vermeld, en alle andere belastingen en heffingen zoals te constateren door de douaneautoriteiten op basis van relevante documenten;

    2. voor goederen zonder handelskarakter: de prijs die voor de goederen zelf zou zijn betaald als zij waren verkocht voor uitvoer naar het douanegebied van de Unie;

  49. goederen die in het kader van militaire activiteiten worden vervoerd of gebruikt: goederen die worden vervoerd of gebuikt:

    1. voor activiteiten die zijn georganiseerd door of onder toezicht vallen van de militaire autoriteiten van een of meer lidstaten of van een derde land waarmee een of meer lidstaten een overeenkomst hebben gesloten om militaire activiteiten te verrichten binnen het douanegebied van de Unie, of

    2. in het kader van ondernomen militaire activiteiten:

      • op grond van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid van de Europese Unie (GVDB), of

      • op grond van het Noord-Atlantisch Verdrag, ondertekend op 4 april 1949 te Washington D.C..

  50. NAVO-formulier 302: een document voor douanedoeleinden dat is voorgeschreven in de procedures voor de uitvoering van het op 19 juni 1951 te Londen ondertekende Verdrag tussen de staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten;

  51. EU-formulier 302: een document voor douanedoeleinden dat is vastgelegd in bijlage 52-01 en wordt verstrekt door of voor rekening van de nationale bevoegde militaire autoriteiten van een lidstaat voor goederen die in het kader van militaire activiteiten worden vervoerd of gebruikt;

  52. afval van schepen: afval van schepen in de zin van artikel 2, punt 3, van Richtlijn (EU) 2019/883 van het Europees Parlement en de Raad(2);

  53. nationaal maritiem éénloketsysteem: een nationaal maritiem éénloketsysteem in de zin van artikel 2, punt 3, van Verordening (EU) 2019/1239 van het Europees Parlement en de Raad(3).

HOOFDSTUK 2 Rechten en plichten van personen in het kader van de douanewetgeving

Afdeling 1 Informatieverstrekking

Onderafdeling 1 Gemeenschappelijke gegevensvereisten voor de uitwisseling en de opslag van informatie

Artikel 2 Gemeenschappelijke gegevensvereisten (Artikel 6, lid 2, van het wetboek)

Onderafdeling 2 Registratie van personen bij de douaneautoriteiten

Artikel 3 Gegevens in het EORI-bestand (Artikel 6, lid 2, van het wetboek)
Artikel 4 Indiening van gegevens voor EORI-registratie (Artikel 6, lid 4, van het wetboek)
Artikel 5 Niet in het douanegebied van de Unie gevestigde marktdeelnemers (Artikel 22, lid 2, en artikel 9, lid 2, van het wetboek)
Artikel 6 Andere personen dan marktdeelnemers (Artikel 9, lid 3, van het wetboek)
Artikel 7 Ongeldigverklaring van een EORI-nummer (Artikel 9, lid 4, van het wetboek)

Afdeling 2 Beschikkingen betreffende de toepassing van de douanewetgeving

Onderafdeling 0 Wijze van inlichtingenuitwisseling voor aanvragen en beschikkingen waarvoor de desbetreffende gegevensvereisten niet in bijlage A zijn opgenomen

Artikel 7 bis Aanvragen en beschikkingen met behulp van andere middelen dan elektronische gegevensverwerkingstechnieken (Artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)

Onderafdeling 1 Het recht om te worden gehoord

Artikel 8 Termijn voor het recht om te worden gehoord (Artikel 22, lid 6, van het wetboek)
Artikel 9 Wijze van mededeling van de gronden (Artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 10 Uitzonderingen op het recht om te worden gehoord (Artikel 22, lid 6, tweede alinea, van het wetboek)

Onderafdeling 2 Algemene regels betreffende beschikkingen naar aanleiding van aanvragen

Artikel 11 Voorwaarden voor de aanvaarding van een aanvraag (Artikel 22, lid 2, van het wetboek)
Artikel 12 Beschikkingsbevoegde douaneautoriteit (Artikel 22, lid 1, van het wetboek)
Artikel 13 Verlenging van de beschikkingstermijn (Artikel 22, lid 3, van het wetboek)
Artikel 14 Datum van vankrachtwording (Artikel 22, leden 4 en 5, van het wetboek)
Artikel 15 Herziening van een beschikking (Artikel 23, lid 4, onder a), van het wetboek)
Artikel 16 Schorsing van een beschikking (Artikel 23, lid 4, onder b), van het wetboek)
Artikel 17 Duur van de schorsing van een beschikking (Artikel 23, lid 4, onder b), van het wetboek)
Artikel 18 Einde van de schorsing (Artikel 23, lid 4, onder b), van het wetboek)

Onderafdeling 3 Beschikkingen betreffende bindende inlichtingen

Artikel 19 Aanvraag voor een beschikking betreffende een bindende inlichting (Artikel 22, lid 1, derde alinea, en artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 20 Termijnen (Artikel 22, lid 3, van het wetboek)
Artikel 21 Mededeling van BOI-beschikkingen (Artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 22 Beperking van de toepassing van de regels betreffende herziening en schorsing (Artikel 23, lid 4, van het wetboek)

Afdeling 3 Geautoriseerde marktdeelnemer

Onderafdeling 1 Voordelen van de status van geautoriseerde marktdeelnemer

Artikel 23 Faciliteiten met betrekking tot aangiften vóór vertrek (Artikel 38, lid 2, onder b), van het wetboek)
Artikel 24 Gunstigere behandeling met betrekking tot risicobeoordeling en controle (Artikel 38, lid 6, van het wetboek)
Artikel 25 Uitzondering op gunstige behandeling (Artikel 38, lid 6, van het wetboek)

Onderafdeling 2 Aanvraag voor de status van geautoriseerde marktdeelnemer

Artikel 26 Voorwaarden voor de aanvaarding van een aanvraag voor de AEO-status (Artikel 22, lid 2, van het wetboek)
Artikel 27 Bevoegde douaneautoriteit (Artikel 22, lid 1, derde alinea, van het wetboek)
Artikel 28 Beschikkingstermijn (Artikel 22, lid 3, van het wetboek)
Artikel 29 Datum van vankrachtwording van de AEO-vergunning (Artikel 22, lid 4, van het wetboek)
Artikel 30 Rechtsgevolgen van een schorsing (Artikel 23, lid 4, onder b), van het wetboek)

TITEL II FACTOREN DIE TEN GRONDSLAG LIGGEN AAN DE TOEPASSING VAN IN- OF UITVOERRECHTEN EN ANDERE MAATREGELEN WAARAAN HET GOEDERENVERKEER IS ONDERWORPEN

HOOFDSTUK 1 Oorsprong van goederen

Afdeling 1 Niet-preferentiële oorsprong

Artikel 31 Goederen die geheel en al in één enkel land of gebied zijn verkregen (Artikel 60, lid 1, van het wetboek)
Artikel 32 Goederen bij de vervaardiging waarvan meer dan één land of gebied betrokken is (Artikel 60, lid 2, van het wetboek)
Artikel 33 Niet economisch verantwoorde be- of verwerking (Artikel 60, lid 2, van het wetboek)
Artikel 34 Minimale handelingen (Artikel 60, lid 2, van het wetboek)
Artikel 35 Toebehoren, reserveonderdelen of gereedschappen (Artikel 60 van het wetboek)
Artikel 36 Neutrale elementen en verpakking (Artikel 60 van het wetboek)

Afdeling 2 Preferentiële oorsprong

Artikel 37 Definities

Onderafdeling 1 Afgifte of opstelling van bewijzen van oorsprong

Artikel 38 Wijze van aanvraag voor en afgifte van het inlichtingenblad INF 4 (Artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 39 Wijze van aanvraag voor en afgifte van een vergunning toegelaten exporteur (Artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 40 Wijze van aanvraag tot registratie als geregistreerde exporteur en van uitwisseling van inlichtingen met geregistreerde exporteurs (Artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)

Onderafdeling 2 Definitie van het begrip producten van oorsprongvan toepassing in het kader van het SAP van de Unie

Artikel 41 Algemene beginselen (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 42 Territorialiteitsbeginsel (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 43 Geen behandeling (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 44 Geheel en al verkregen producten (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 45 Toereikende be- of verwerking (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 46 Gemiddelden (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 47 Ontoereikende be- of verwerking (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 48 Algemene tolerantie (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 49 Determinerende eenheid (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 50 Toebehoren, reserveonderdelen en gereedschappen (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 51 Stellen en assortimenten (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 52 Neutrale elementen (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)

Onderafdeling 3 Regels voor de cumulatie en voor het beheer van voorradenvan toepassing in het kader van het SAP van de Unie

Artikel 53 Bilaterale cumulatie (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 54 Cumulatie met Noorwegen, Turkije of Zwitserland (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 55 Regionale cumulatie (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 56 Uitgebreide cumulatie (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 57 Toepassing van bilaterale cumulatie of cumulatie met Noorwegen, Turkije of Zwitserland in combinatie met regionale cumulatie (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 58 Gescheiden boekhouding van voorraden van EU-exporteurs (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)

Onderafdeling 4 Definitie van het begrip producten van oorsprong van toepassing in het kader van de regels van oorsprong met het oog op de toepassing van eenzijdig door de Unie aangenomen preferentiële tariefmaatregelen ten gunste van bepaalde landen of gebieden

Artikel 59 Algemene eisen (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 60 Geheel en al verkregen producten (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 61 Toereikende be- of verwerking (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 62 Ontoereikende be- of verwerking (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 63 Determinerende eenheid (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 64 Algemene tolerantie (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 65 Toebehoren, reserveonderdelen en gereedschappen (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 66 Stellen en assortimenten (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 67 Neutrale elementen (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)

Onderafdeling 5 Territorialiteitsvereisten van toepassing in het kader van de regels van oorsprong met het oog op de toepassing van eenzijdig door de Unie aangenomen preferentiële tariefmaatregelen ten gunste van bepaalde landen of gebieden

Artikel 68 Territorialiteitsbeginsel (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 69 Rechtstreeks vervoer (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)
Artikel 70 Tentoonstellingen (Artikel 64, lid 3, van het wetboek)

HOOFDSTUK 2 Douanewaarde van goederen

Artikel 71 Vereenvoudiging (Artikel 73 van het wetboek)

TITEL III DOUANESCHULD EN ZEKERHEIDSTELLING

HOOFDSTUK 1 Ontstaan van de douaneschuld

Afdeling 1 Gemeenschappelijke bepalingen voor douaneschuld bij invoer en bij uitvoer

Onderafdeling 1 Regels voor de berekening van het bedrag aan invoer- of uitvoerrechten

Artikel 72 Berekening van het bedrag aan invoerrechten voor veredelingsproducten die zijn voortgebracht in het kader van actieve veredeling (Artikel 86, lid 3, van het wetboek)
Artikel 73 Toepassing van de bepalingen betreffende de regeling bijzondere bestemming op veredelingsproducten die zijn voortgebracht in het kader van actieve veredeling (Artikel 86, lid 3, van het wetboek)
Artikel 74 Toepassing van de preferentiële tariefbehandeling op goederen die onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst (Artikel 86, lid 3, van het wetboek)
Artikel 75 Specifieke invoerrechten voor veredelingsproducten die zijn voortgebracht in het kader van de regeling passieve veredeling of voor vervangende producten (Artikel 86, lid 5, van het wetboek)
Artikel 76 Uitzondering voor de berekening van het bedrag aan invoerrechten voor veredelingsproducten die zijn voortgebracht in het kader van actieve veredeling (Artikel 86, lid 3, en artikel 86, lid 4, van het wetboek)

Onderafdeling 2 Termijn voor de vaststelling van de plaats waar de douaneschuld ontstaat

Artikel 77 Termijn voor de vaststelling van de plaats waar de douaneschuld ontstaat bij Uniedouanevervoer (Artikel 87, lid 2, van het wetboek)
Artikel 78 Termijn voor de vaststelling van de plaats waar de douaneschuld ontstaat bij douanevervoer overeenkomstig de TIR-overeenkomst (Artikel 87, lid 2, van het wetboek)
Artikel 79 Termijn voor de vaststelling van de plaats waar de douaneschuld ontstaat bij douanevervoer overeenkomstig de ATA-overeenkomst of de overeenkomst van Istanbul (Artikel 87, lid 2, van het wetboek)
Artikel 80 Termijn voor de vaststelling van de plaats waar de douaneschuld ontstaat in andere gevallen dan douanevervoer (Artikel 87, lid 2, van het wetboek)

HOOFDSTUK 2 Zekerheidstelling voor een mogelijke of bestaande douaneschuld

Afdeling 1 Algemene bepalingen

Artikel 81 Gevallen waarin geen zekerheid wordt geëist voor goederen onder de regeling tijdelijke invoer (Artikel 89, lid 8, onder c), van het wetboek)
Artikel 82 Zekerheidstelling in de vorm van een verbintenis van een borg (Artikel 94, artikel 22, lid 4, en artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 83 Andere vormen van zekerheidstelling dan de storting van contant geld of borgstelling (Artikel 92, lid 1, onder c), van het wetboek)

Afdeling 2 Doorlopende zekerheid en ontheffing van zekerheidstelling

Artikel 84 Vermindering van het bedrag van de doorlopende zekerheid en ontheffing van zekerheidstelling (Artikel 95, lid 2, van het wetboek)

Afdeling 3 Bepalingen betreffende het Uniedouanevervoer en de regeling in het kader van de overeenkomst van Istanbul en de ATA-overeenkomst

Artikel 85 Ontslag van borgverplichtingen in het kader van de regeling Uniedouanevervoer (Artikel 6, lid 2, artikel 6, lid 3, onder a), en artikel 98 van het wetboek)
Artikel 86 Betalingsvordering jegens een aansprakelijke organisatie in verband met goederen onder dekking van een ATA-carnet en kennisgeving van de niet-aanzuivering van een CPD-carnet aan een aansprakelijke organisatie in het kader van de regeling van de ATA-overeenkomst of de overeenkomst van Istanbul (Artikel 6, lid 2, artikel 6, lid 3, onder a), en artikel 98 van het wetboek)

HOOFDSTUK 3 Invordering en betaling van rechten en terugbetaling en kwijtschelding van het bedrag aan invoer- en uitvoerrechten

Afdeling 1 Vaststelling van het bedrag aan invoer- of uitvoerrechten, mededeling van de douaneschuld en boeking

Onderafdeling 1 Mededeling van de douaneschuld en betalingsvordering jegens de aansprakelijke organisatie

Artikel 87 Wijze van mededeling van de douaneschuld (Artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 88 Vrijstelling van mededeling van de douaneschuld (Artikel 102, lid 1, onder d), van het wetboek)

Afdeling 2 Betaling van het bedrag aan invoer- of uitvoerrechten

Artikel 89 Schorsing van de betalingstermijn in geval van een aanvraag tot kwijtschelding (Artikel 108, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 90 Schorsing van de betalingstermijn in het geval van goederen die zullen worden verbeurdverklaard, vernietigd of aan de staat afgestaan (Artikel 108, lid 3, onder b), van het wetboek)
Artikel 91 Schorsing van de betalingstermijn in het geval van een douaneschuld door niet-naleving (Artikel 108, lid 3, onder c), van het wetboek)

Afdeling 3 Terugbetaling en kwijtschelding

Onderafdeling 1 Algemene bepalingen en procedure

Artikel 92 Aanvraag tot terugbetaling of kwijtschelding (Artikel 6, lid 3, onder a), artikel 22, lid 1, en artikel 103 van het wetboek)
Artikel 93 Aanvullende informatie wanneer goederen zich in een andere lidstaat bevinden (Artikel 6, lid 2, en artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 94 Wijze van mededeling van de beschikking betreffende terugbetaling of kwijtschelding (Artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 95 Gemeenschappelijke gegevensvereisten in verband met formaliteiten wanneer goederen zich in een andere lidstaat bevinden (Artikel 6, lid 2, van het wetboek)
Artikel 96 Wijze van toezenden van informatie voor het vervullen van formaliteiten wanneer goederen zich in een andere lidstaat bevinden (Artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 97 Verlenging van de termijn voor het vaststellen van een beschikking betreffende terugbetaling of kwijtschelding (Artikel 22, lid 3, van het wetboek)

Onderafdeling 2 Door de Commissie te nemen besluiten

Artikel 98 Voorlegging van het dossier aan de Commissie met het oog op een besluit (Artikel 116, lid 3, van het wetboek)
Artikel 99 Recht van de betrokkene om te worden gehoord (Artikel 116, lid 3, van het wetboek)
Artikel 100 Termijnen (Artikel 116, lid 3, van het wetboek)
Artikel 101 Mededeling van het besluit (Artikel 116, lid 3, van het wetboek)
Artikel 102 Gevolgen van het uitblijven of het niet-meedelen van een besluit (Artikel 116, lid 3, van het wetboek)

HOOFDSTUK 4 Tenietgaan van een douaneschuld

Artikel 103 Verzuim zonder werkelijke gevolgen voor het juiste functioneren van een douaneregeling (Artikel 124, lid 1, onder h), i), van het wetboek)

TITEL IV HET BINNENBRENGEN VAN GOEDEREN IN HET DOUANEGEBIED VAN DE UNIE

HOOFDSTUK 1 Summiere aangifte bij binnenbrengen

Artikel 104 Ontheffing van de verplichting tot indiening van een summiere aangifte bij binnenbrengen (Artikel 127, lid 2, onder b), van het wetboek)

Artikel 105 Termijnen voor de indiening van de summiere aangifte bij binnenbrengen voor vervoer over zee (Artikel 127, leden 3 en 7, van het wetboek)

Artikel 106 Termijnen voor de indiening van de summiere aangifte bij binnenbrengen voor vervoer door de lucht (Artikel 127, lid 2, onder b), en leden 3, 6, en 7 van het wetboek)

Artikel 107 Termijnen voor de indiening van de summiere aangifte bij binnenbrengen voor vervoer per spoor (Artikel 127, leden 3 en 7, van het wetboek)

Artikel 108 Termijnen voor de indiening van de summiere aangifte bij binnenbrengen voor vervoer over de weg (Artikel 127, leden 3 en 7, van het wetboek)

Artikel 109 Termijnen voor de indiening van de summiere aangifte bij binnenbrengen voor vervoer over de binnenwateren (Artikel 127, leden 3 en 7, van het wetboek)

Artikel 110 Termijnen voor de indiening van de summiere aangifte bij binnenbrengen voor gecombineerd vervoer (Artikel 127, leden 3 en 7, van het wetboek)

Artikel 111 Termijnen voor de indiening van de summiere aangifte bij binnenbrengen in geval van overmacht (Artikel 127, leden 3 en 7, van het wetboek)

Artikel 112 Verstrekking van de gegevens van de summiere aangifte bij binnenbrengen door andere personen in specifieke gevallen van vervoer over zee of over de binnenwateren (Artikel 127, lid 6, van het wetboek)

Artikel 113 Verstrekking van de gegevens van de summiere aangifte bij binnenbrengen door andere personen in specifieke gevallen van vervoer door de lucht (Artikel 127, lid 6, van het wetboek)

Artikel 113 bis Verstrekking van de gegevens van de summiere aangifte bij binnenbrengen door andere personen (Artikel 127, lid 6, van het wetboek)

HOOFDSTUK 2 Aankomst van goederen

Artikel 114 Handelsverkeer met gebieden met een bijzonder fiscaal regime (Artikel 1, lid 3, van het wetboek)

Artikel 115 Goedkeuring van een plaats voor het aanbrengen van goederen bij de douane en tijdelijke opslag (Artikel 139, lid 1, en artikel 147, lid 1, van het wetboek)

Artikel 116 Administratie (Artikel 148, lid 4, van het wetboek)

Artikel 117 Detailhandel (Artikel 148, lid 1, van het wetboek)

Artikel 118 Andere gevallen van overbrenging van tijdelijk opgeslagen goederen (Artikel 148, lid 5, onder c), van het wetboek)

TITEL V ALGEMENE VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE DOUANESTATUS, PLAATSING VAN GOEDEREN ONDER EEN DOUANEREGELING, VERIFICATIE, VRIJGAVE EN VERWIJDERING VAN GOEDEREN

HOOFDSTUK 1 Douanestatus van goederen

Afdeling 1 Algemene bepalingen

Artikel 119 Vermoeden van douanestatus (Artikel 153, lid 1, en artikel 155, lid 2, van het wetboek)

Afdeling 2 Lijndienst voor douanedoeleinden

Artikel 120 Vergunning voor het onderhouden van een lijndienst (Artikel 155, lid 2, van het wetboek)
Artikel 121 Registratie van vaartuigen en havens (Artikel 22, lid 4, en artikel 155, lid 2, van het wetboek)
Artikel 122 Onvoorziene omstandigheden tijdens het vervoer in het kader van een lijndienst (Artikel 153, lid 1, en artikel 155, lid 2, van het wetboek)
Artikel 122 bis Informatie- en communicatiesysteem voor lijndiensten (Artikel 155, lid 2, van het wetboek)

Afdeling 3 Bewijs van de douanestatus van Uniegoederen

Onderafdeling 1 Algemene bepalingen

Artikel 123 Geldigheidsduur van een T2L, T2LF of een douanemanifest (Artikel 22, lid 5, van het wetboek)
Artikel 124 Wijze van mededeling van het MRN van een T2L, T2LF of een douanemanifest (Artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 124 bis Bewijs van de douanestatus van Uniegoederen aan de hand van een T2L- of T2LF-document (Artikel 6, lid 2, artikel 6, lid 3, onder a), en artikel 153, lid 2, van het wetboek)

Onderafdeling 2 Bewijzen verstrekt met behulp van andere middelen dan elektronischegegevensverwerkingstechnieken

Artikel 125 Bewijs van de douanestatus van Uniegoederen voor reizigers die geen marktdeelnemer zijn (Artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 126 Bewijs van de douanestatus van Uniegoederen door overlegging van een factuur of vervoersdocument (Artikel 6, lid 2, en artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 126 bis Bewijs van de douanestatus van Uniegoederen door voorlegging van een scheepvaartmanifest (Artikel 6, lid 2, en artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 127 Bewijs van de douanestatus van Uniegoederen op een TIR- of ATA-carnet of een NAVO-formulier 302 of een EU-formulier 302

Onderafdeling 3 Bewijs van de douanestatus van Uniegoederen afgegeven door een toegelaten afgever

Artikel 128 Facilitation for issuing a means of proof by an authorised issuer (Artikel 153, lid 2, van het wetboek)
Artikel 128 bis Formaliteiten bij de afgifte van een T2L- of T2LF-document, een factuur of een vervoersdocument door een toegelaten afgever (Artikel 6, lid 2, en artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 128 ter Faciliteiten voor een toegelaten afgever (Artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 128 quater Vergunning voor het opstellen van het scheepvaartmanifest na vertrek (Artikel 153, lid 2, van het wetboek)
Artikel 128 quinquies Voorwaarden om vergunning te krijgen voor het opstellen van het scheepvaartmanifest na vertrek (Artikel 6, lid 3, onder a), en artikel 153, lid 2, van het wetboek)

Onderafdeling 4 Bijzondere bepalingen betreffende producten van de zeevisserij en uit deze producten verkregen goederen

Artikel 129 Douanestatus van producten van de zeevisserij en uit deze producten verkregen goederen (Artikel 153, lid 2, van het wetboek)
Artikel 130 Bewijs van de douanestatus van producten van de zeevisserij en uit deze producten verkregen goederen (Artikel 6, lid 2, en artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 131 Overlading (Artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 132 Bewijs van de douanestatus van Uniegoederen voor producten van de zeevisserij en andere producten, gewonnen of gevangen binnen het douanegebied van de Unie door schepen die de vlag van een derde land voeren (Artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 133 Producten en goederen overgeladen en vervoerd via een land of gebied dat geen deel uitmaakt van het douanegebied van de Unie (Artikel 6, lid 2, en artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)

HOOFDSTUK 2 Plaatsing van goederen onder een douaneregeling

Afdeling 1 Algemene bepalingen

Artikel 134 Douaneaangiften in het handelsverkeer met gebieden met een bijzonder fiscaal regime (Artikel 1, lid 3, van het wetboek)
Artikel 135 Mondelinge aangifte voor het in het vrije verkeer brengen (Artikel 158, lid 2, van het wetboek)
Artikel 136 Mondelinge aangifte voor tijdelijke invoer en wederuitvoer (Artikel 158, lid 2, van het wetboek)
Artikel 137 Mondelinge aangifte voor uitvoer (Artikel 158, lid 2, van het wetboek)
Artikel 138 Goederen die worden geacht te zijn aangegeven voor het vrije verkeer overeenkomstig artikel 141 (Artikel 158, lid 2, van het wetboek)
Artikel 139 Goederen die worden geacht te zijn aangegeven voor tijdelijke invoer, douanevervoer of wederuitvoer overeenkomstig artikel 141 (Artikel 158, lid 2, van het wetboek)
Artikel 140 Goederen die worden geacht te zijn aangegeven voor uitvoer overeenkomstig artikel 141 (Artikel 158, lid 2, van het wetboek)
Artikel 141 Handelingen die worden geacht een douaneaangifte of een aangifte tot wederuitvoer te vormen (Artikel 158, lid 2, van het wetboek)
Artikel 142 Goederen die niet mondeling of overeenkomstig artikel 141 kunnen worden aangegeven (Artikel 158, lid 2, van het wetboek)
Artikel 143 Papieren douaneaangiften (Artikel 158, lid 2, van het wetboek)
Artikel 143 bis Aangifte voor het in het vrije verkeer brengen van zendingen met een geringe waarde (Artikel 6, lid 2, van het wetboek)
Artikel 144 Douaneaangifte voor goederen in postzendingen (Artikel 6, lid 2, van het wetboek)

Afdeling 2 Vereenvoudigde douaneaangiften

Artikel 145 Voorwaarden voor toestemming voor regelmatig gebruik van vereenvoudigde douaneaangiften (Artikel 166, lid 2, van het wetboek)
Artikel 146 Aanvullende aangifte (Artikel 167, lid 1, van het wetboek)
Artikel 147 Termijn waarbinnen de aangever in het geval van een aanvullende aangifte in het bezit van de bewijsstukken moet zijn

Afdeling 3 Op alle douaneaangiften toepasselijke bepalingen

Artikel 148 Ongeldigmaking van een douaneaangifte na de vrijgave van de goederen (Artikel 174, lid 2, van het wetboek)

Afdeling 4 Overige vereenvoudigingen

Artikel 149 Voorwaarden voor het verlenen van vergunning voor gecentraliseerde vrijmaking (Artikel 179, lid 1, van het wetboek)
Artikel 150 Voorwaarden voor het verlenen van vergunning voor inschrijving in de administratie van de aangever (Artikel 182, lid 1, van het wetboek)
Artikel 151 Voorwaarden voor het verlenen van vergunning voor beoordeling door de marktdeelnemer zelf (Artikel 185, lid 1, van het wetboek)
Artikel 152 Douaneformaliteiten en -controles in het kader van beoordeling door de marktdeelnemer zelf (Artikel 185, lid 1, van het wetboek)

HOOFDSTUK 3 Vrijgave van goederen

Artikel 153 Vrijgave niet afhankelijk van zekerheidstelling (Artikel 195, lid 2, van het wetboek)

Artikel 154 Kennisgeving van de vrijgave van de goederen (Artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)

TITEL VI IN HET VRIJE VERKEER BRENGEN EN VRIJSTELLING VAN INVOERRECHTEN

HOOFDSTUK 1 In het vrije verkeer brengen

Artikel 155 Vergunning voor het opstellen van weegcertificaten voor bananen (Artikel 163, lid 3, van het wetboek)

Artikel 156 Termijn (Artikel 22, lid 3, van het wetboek)

Artikel 157 Wijze van mededeling van het weegcertificaat voor bananen (Artikel 6, lid 2, en artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)

HOOFDSTUK 2 Vrijstelling van invoerrechten

Afdeling 1 Terugkerende goederen

Artikel 158 Goederen die worden geacht te zijn teruggekeerd in de staat waarin zij werden uitgevoerd (Artikel 203, lid 5, van het wetboek)
Artikel 159 Goederen die bij uitvoer in aanmerking kwamen voor maatregelen op grond van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (Artikel 204 van het wetboek)
Artikel 160 Wijze van mededeling van het inlichtingenblad INF 3 (Artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)

TITEL VII BIJZONDERE REGELINGEN

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Afdeling 1 Aanvraag van een vergunning

Artikel 161 Buiten het douanegebied van de Unie gevestigde aanvrager (Artikel 211, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 162 Plaats waar de buiten het douanegebied van de Unie gevestigde aanvrager zijn aanvraag moet indienen (Artikel 22, lid 1, van het wetboek)
Artikel 163 Aanvraag van een vergunning op basis van een douaneaangifte (Artikel 6, leden 1 en 2, artikel 6, lid 3, onder a), en artikel 211, lid 1, van het wetboek)
Artikel 164 Aanvraag tot vernieuwing of wijziging van een vergunning (Artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 165 Document ter staving van een mondelinge douaneaangifte voor tijdelijke invoer (Artikel 6, lid 2, artikel 6, lid 3, onder a), en artikel 211, lid 1, van het wetboek)

Afdeling 2 Beschikking op de aanvraag

Artikel 166 Onderzoek naar de economische voorwaarden (Artikel 211, leden 3 en 4, van het wetboek)
Artikel 167 Gevallen waarin wordt geacht te zijn voldaan aan de economische voorwaarden voor actieve veredeling (Artikel 211, lid 5, van het wetboek)
Artikel 169 Vergunning voor het gebruik van equivalente goederen (Artikel 223, leden 1 en 2, en artikel 223, lid 3, onder c), van het wetboek)
Artikel 170 Veredelingsproducten of onder de regeling actieve veredeling IM/EX geplaatste goederen (Artikel 211, lid 1, van het wetboek)
Artikel 171 Termijn voor de beschikking op een aanvraag voor een vergunning zoals bedoeld in artikel 211, lid 1, van het wetboek (Artikel 22, lid 3, van het wetboek)
Artikel 172 Terugwerkende kracht (Artikel 22, lid 4, van het wetboek)
Artikel 173 Geldigheid van een vergunning (Artikel 22, lid 5, van het wetboek)
Artikel 174 Termijn voor de aanzuivering van een bijzondere regeling (Artikel 215, lid 4, van het wetboek)
Artikel 175 Aanzuiveringsafrekening (Artikel 6, lid 2, artikel 6, lid 3, onder a), en artikel 211, lid 1, van het wetboek)
Artikel 176 Gestandaardiseerde inlichtingenuitwisseling en verplichtingen van de vergunninghouder met betrekking tot het gebruik van een veredelingsregeling (Artikel 211, lid 1, van het wetboek)
Artikel 177 Opslag van Uniegoederen met niet-Uniegoederen in een opslagruimte (Artikel 211, lid 1, van het wetboek)
Artikel 177 bis Gezamenlijke opslag van producten onder douanetoezicht in het kader van een bijzondere bestemming (Artikel 211, lid 1, van het wetboek)

Afdeling 3 Overige bepalingen

Artikel 178 Administratie (Artikel 211, lid 1, en artikel 214, lid 1, van het wetboek)
Artikel 179 Overbrenging van goederen tussen verschillende plaatsen in het douanegebied van de Unie (Artikel 219 van het wetboek)
Artikel 180 Gebruikelijke behandelingen (Artikel 220 van het wetboek)
Artikel 181 Gestandaardiseerde uitwisseling van inlichtingen (Artikel 6, lid 2, van het wetboek)
Artikel 182 Douanestatus van dieren geboren uit dieren die onder een bijzondere regeling zijn geplaatst (Artikel 153, lid 3, van het wetboek)
Artikel 183 Ontheffing van de verplichting tot indiening van een aanvullende aangifte (Artikel 167, lid 2, onder b), van het wetboek)

HOOFDSTUK 2 Douanevervoer

Afdeling 1 Extern en intern douanevervoer

Artikel 184 Wijze van mededeling van het MRN van een douanevervoer en van het MRN van een TIR-operatie aan de douaneautoriteiten (Artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 185 Begeleidingsdocument voor douanevervoer en begeleidingsdocument douanevervoer/veiligheid (Artikel 6, lid 2, van het wetboek)
Artikel 186 Aanvragen voor de status van toegelaten geadresseerde voor TIR-operaties (Artikel 22, lid 1, derde alinea, van het wetboek)
Artikel 187 Vergunningen voor de status van toegelaten geadresseerde voor TIR-operaties (Artikel 230 van het wetboek)

Afdeling 2 Extern en intern Uniedouanevervoer

Artikel 188 Gebieden met een bijzonder fiscaal regime (Artikel 1, lid 3, van het wetboek)
Artikel 189 Toepassing van de regeling extern douanevervoer in specifieke gevallen (Artikel 226, lid 2, van het wetboek)
Artikel 190 Ontvangstbevestiging door het douanekantoor van bestemming (Artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 191 Algemene bepalingen betreffende vergunningen voor vereenvoudigingen (Artikel 233, lid 4, van het wetboek)
Artikel 192 Aanvragen voor de status van toegelaten afzender voor het plaatsen van goederen onder de regeling Uniedouanevervoer (Artikel 22, lid 1, derde alinea, van het wetboek)
Artikel 193 Vergunningen voor de status van toegelaten afzender voor het plaatsen van goederen onder de regeling Uniedouanevervoer (Artikel 233, lid 4, onder a), van het wetboek)
Artikel 194 Aanvragen voor de status van toegelaten geadresseerde voor het ontvangen van goederen die zijn vervoerd onder de regeling Uniedouanevervoer (Artikel 22, lid 1, derde alinea, van het wetboek)
Artikel 195 Vergunningen voor de status van toegelaten geadresseerde voor het ontvangen van goederen die zijn vervoerd onder de regeling Uniedouanevervoer (Artikel 233, lid 4, onder b), van het wetboek)
Artikel 196 Ontvangstbevestiging door een toegelaten geadresseerde (Artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)
Artikel 197 Vergunning voor het gebruik van een verzegeling van een bijzonder model (Artikel 233, lid 4, onder c), van het wetboek)
Artikel 197 bis Aanvragen voor het gebruik van een verzegeling van een bijzonder model (Artikel 22, lid 1, derde alinea, van het wetboek)
Artikel 198 Vergunning voor het gebruik van een aangifte voor douanevervoer met beperkte gegevensvereisten (Artikel 233, lid 4, onder d), van het wetboek)
Artikel 199 Vergunning voor het gebruik van een elektronisch vervoersdocument als aangifte voor douanevervoer voor vervoer door de lucht (Artikel 233, lid 4, onder e), van het wetboek)
Artikel 200 Vergunning voor het gebruik van een elektronisch vervoersdocument als aangifte voor douanevervoer voor vervoer over zee (Artikel 233, lid 4, onder e), van het wetboek)

HOOFDSTUK 3 Douane-entrepot

Artikel 201 Detailhandel (Artikel 211, lid 1, onder b), van het wetboek)

Artikel 202 Speciaal ingerichte opslagruimten (Artikel 211, lid 1, onder b), van het wetboek)

Artikel 203 Soort opslagruimten (Artikel 211, lid 1, onder b), van het wetboek)

HOOFDSTUK 4 Specifieke bestemming

Afdeling 1 Tijdelijke invoer

Onderafdeling 1 Algemene bepalingen

Artikel 204 Algemene bepalingen (Artikel 211, lid 1, onder a), van het wetboek)
Artikel 205 Plaats voor het indienen van een aanvraag (Artikel 22, lid 1, van het wetboek)
Artikel 206 Tijdelijke invoer met gedeeltelijke vrijstelling van invoerrechten (Artikel 211, lid 1, en artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)

Onderafdeling 2 Vervoermiddelen, laadborden en containers met inbegrip van hun toebehoren en uitrusting

Artikel 207 Algemene bepalingen (Artikel 211, lid 3, van het wetboek)
Artikel 208 Laadborden (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 209 Reserveonderdelen, toebehoren en uitrusting van laadborden (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 210 Containers (Artikel 18, lid 2, en artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 211 Reserveonderdelen, toebehoren en uitrusting van containers (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 212 Voorwaarden voor het verlenen van volledige vrijstelling van invoerrechten voor vervoermiddelen (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 213 Reserveonderdelen, toebehoren en uitrusting van niet-EU-vervoermiddelen (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 214 Voorwaarden voor het verlenen van volledige vrijstelling van invoerrechten aan personen die in het douanegebied van de Unie gevestigd zijn (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 215 Gebruik van vervoermiddelen door natuurlijke personen die hun gewone verblijfplaats hebben in het douanegebied van de Unie (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 216 Vrijstelling van invoerrechten voor vervoermiddelen in andere gevallen (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 217 Termijnen voor de aanzuivering van de regeling tijdelijke invoer in het geval van vervoermiddelen en containers (Artikel 215, lid 4, van het wetboek)
Artikel 218 Termijnen voor wederuitvoer in het geval van verhuurondernemingen (Artikel 211, lid 1, en artikel 215, lid 4, van het wetboek)

Onderafdeling 3 Andere goederen dan vervoermiddelen, laadborden en containers

Artikel 219 Persoonlijke bezittingen en goederen voor sportdoeleinden van reizigers (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 220 Welzijnsgoederen voor zeelieden (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 221 Materiaal voor hulpverlening bij rampen (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 222 Medisch, chirurgisch en laboratoriummateriaal (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 223 Dieren (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 224 Goederen voor gebruik in grensgebieden (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 225 Geluids-, beeld- of gegevensdragers en reclamemateriaal (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 226 Beroepsuitrusting (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 227 Opvoedkundig en wetenschappelijk materiaal (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 228 Verpakkingsmiddelen (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 229 Gietvormen, matrijzen, clichés, tekeningen, ontwerpen, meet-, controle- en verificatie-instrumenten en soortgelijke artikelen (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 230 Bijzondere gereedschappen en instrumenten (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 231 Goederen om proeven mee uit te voeren of om aan proeven te onderwerpen (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 232 Monsters en stalen (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 233 Vervangende productiemiddelen (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 234 Goederen voor evenementen of voor de verkoop in bepaalde situaties (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 235 Reserveonderdelen, toebehoren en uitrusting (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 235 bis Goederen die in het kader van militaire activiteiten worden vervoerd of gebruikt
Artikel 236 Andere goederen (Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)
Artikel 237 Bijzondere aanzuiveringstermijnen (Artikel 215, lid 4, van het wetboek)

Onderafdeling 4 Werking van de regeling

Artikel 238 Op de douaneaangifte te vermelden gegevens (Artikel 6, lid 2, van het wetboek)

Afdeling 2 Bijzondere bestemming

Artikel 239 Verplichting van de houder van de vergunning bijzondere bestemming (Artikel 211, lid 1, onder a), van het wetboek)

HOOFDSTUK 5 Veredeling

Artikel 240 Vergunning (Artikel 211 van het wetboek)

Artikel 241 Op de douaneaangifte voor actieve veredeling te vermelden gegevens (Artikel 6, lid 2, van het wetboek)

Artikel 242 Passieve veredeling IM/EX (Artikel 211, lid 1, van het wetboek)

Artikel 243 Herstelling onder de regeling passieve veredeling (Artikel 211, lid 1, van het wetboek)

TITEL VIII GOEDEREN DIE HET DOUANEGEBIED VAN DE UNIE VERLATEN

HOOFDSTUK 1 Formaliteiten voorafgaand aan het uitgaan van goederen

Artikel 244 Termijn voor de indiening van aangiften vóór vertrek (Artikel 263, lid 1, van het wetboek)

Artikel 245 Ontheffing van de verplichting tot indiening van een aangifte vóór vertrek (Artikel 263, lid 2, onder b), van het wetboek)

HOOFDSTUK 2 Formaliteiten bij het uitgaan van goederen

Artikel 246 Wijze van inlichtingenuitwisseling wanneer goederen bij het douanekantoor van uitgang worden aangebracht (Artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)

Artikel 247 Wijze van bewijslevering dat de goederen het douanegebied van de Unie verlaten hebben (Artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)

HOOFDSTUK 3 Uitvoer en wederuitvoer

Artikel 248 Ongeldigmaking van de douaneaangifte of de aangifte tot wederuitvoer (Artikel 174 van het wetboek)

Artikel 249 Wijze van indiening achteraf van een aangifte tot uitvoer of wederuitvoer (Artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)

TITEL IX SLOTBEPALINGEN

Artikel 250 Herbeoordeling van op 1 mei 2016 reeds van kracht zijnde vergunningen

Artikel 251 Geldigheid van op 1 mei 2016 reeds van kracht zijnde vergunningen

Artikel 252 Geldigheid van op 1 mei 2016 reeds van kracht zijnde beschikkingen betreffende bindende inlichtingen

Artikel 253 Geldigheid van op 1 mei 2016 reeds van kracht zijnde beschikkingen waarbij uitstel van betaling wordt verleend

Artikel 254 Gebruik van op 1 mei 2016 reeds van kracht zijnde vergunningen en beschikkingen

Artikel 255 Overgangsbepalingen betreffende het gebruik van verzegelingen

Artikel 256

INHOUDSTAFEL

BIJLAGE A

BIJLAGE B

BIJLAGE B-01

BIJLAGE B-02

BIJLAGE B-03

BIJLAGE B-04

BIJLAGE B-05

BIJLAGE C

BIJLAGE D

BIJLAGE 12-01

BIJLAGE 22-01

BIJLAGE 22-02

BIJLAGE 22-03

BIJLAGE 22-04

BIJLAGE 22-05

BIJLAGE 22-11

BIJLAGE 32-01

BIJLAGE 32-02

BIJLAGE 32-03

BIJLAGE 32-04

BIJLAGE 32-05

BIJLAGE 33-01

BIJLAGE 33-02

BIJLAGE 33-03

BIJLAGE 33-04

BIJLAGE 33-05

BIJLAGE 33-06

BIJLAGE 33-07

BIJLAGE 52-01EU-formulier 302

BIJLAGE 61-01

BIJLAGE 62-01

BIJLAGE 71-01

BIJLAGE 71-02

BIJLAGE 71-03

BIJLAGE 71-04

BIJLAGE 71-05

BIJLAGE 71-06

BIJLAGE 72-03

BIJLAGE 90