Verordening (EEG) nr. 2456/82 van de Commissie van 8 september 1982 tot vaststelling van de bepalingen inzake de in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde distillatie voor het wijnoogstjaar 1982/1983r
Verordening (EEG) nr. 2456/82 van de Commissie van 8 september 1982 tot vaststelling van de bepalingen inzake de in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde distillatie voor het wijnoogstjaar 1982/1983r
*****
VERORDENING (EEG) Nr. 2456/82 VAN DE COMMISSIE
van 8 september 1982
tot vaststelling van de bepalingen inzake de in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde distillatie voor het wijnoogstjaar 1982/1983
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE
GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 337/79 van de Raad van 5 februari 1979 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2144/82 (2), en met name op artikel 40, lid 6, en artikel 65,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2144/82 van de Raad van 27 juli 1982 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 337/79 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, en met name op artikel 2,
Overwegende dat bij artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79, zoals gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2144/82, belangrijke wijzigingen zijn aangebracht in de tot dusver op grond van het vroegere artikel 41 geldende distillatieregeling; dat als gevolg daarvan Verordening (EEG) nr. 343/79 van de Raad van 5 februari 1979 tot vaststelling van de algemene voorschriften met betrekking tot bepaalde distillatieverrichtingen in de wijnbouwsector (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2008/82 (4), niet meer van toepassing is, voor zover de daarin opgenomen bepalingen niet meer in overeenstemming zijn met de bij genoemd artikel 40 ingestelde nieuwe regeling; dat dezelfde verordening ook niet voorziet in bepaalde algemene voorschriften die voor de toepassing van deze nieuwe regeling noodzakelijk zijn;
Overwegende dat de nieuwe regeling voor de gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt van toepassing is met ingang van 1 september 1982; dat de Raad in de periode tussen de inwerkingtreding van Verordening (EEG) nr. 2144/82 en 1 september 1982 geen nieuwe algemene voorschriften voor de toepassing van artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79 heeft kunnen vaststellen; dat in deze omstandigheden, ten einde de toepassing van de nieuwe regeling vanaf de vastgestelde datum mogelijk te maken en om moeilijkheden in verband met de overgang van de oude naar de nieuwe regeling te voorkomen, de Commissie alle bepalingen inzake de in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde distillatie voor het wijnoogstjaar 1982/1983 dient vast te stellen;
Overwegende dat enerzijds de voorwaarden moeten worden vastgesteld waarop de producenten de in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde verplichtingen dienen na te komen en anderzijds de verplichtingen van de distilleerders moeten worden omschreven;
Overwegende dat iedere producent van de distillatieverplichting dient te worden vrijgesteld voor een met het gezinsverbruik overeenkomende forfaitaire hoeveelheid en voor de uitgevoerde hoeveelheden; dat het daartoe wenselijk is voor te schrijven dat de betrokken wijn vóór een bepaalde datum moet zijn uitgevoerd, zodat de resterende hoeveelheden vóór het einde van het wijnoogstjaar kunnen worden gedistilleerd, zoals is voorgeschreven;
Overwegende dat overeenkomstig artikel 40, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 337/79 de normale produktie niet onder de distillatieverplichting valt; dat deze normale produktie moet worden gedefinieerd voor elk van de verschillende categorieën wijn uit druiven van rassen met dubbele indeling; dat voor wijn uit druiven van rassen die tegelijk zijn ingedeeld als wijndruivenrassen en als tafeldruivenrassen, de regel van Verordening (EEG) nr. 2078/76 van de Commissie (5) dient te worden gehanteerd, waarbij voor Griekenland de referentieperiode wordt aangepast; dat daarentegen voor wijn uit druiven van rassen die tegelijk zijn ingedeeld als wijndruivenrassen en als rassen voor bijzondere gebruiksdoeleinden, de distillatieverplichting een aanzienlijke wijziging inhoudt van de tot dusver toegepaste praktijken; dat het, om de Commissie in staat te stellen beter rekening te houden met deze praktijken en daarbij de gelijke behandeling te waarborgen van al degenen voor wie de distillatieverplichting geldt, dienstig lijkt de bepaling van de criteria voor de verdeling per hectare van de normale produktie in iedere administratieve eenheid, tot een latere datum uit te stellen;
Overwegende dat uit de ervaring is gebleken dat het voor de producenten niet altijd gemakkelijk is precies te berekenen welke hoeveelheden produkten zij moeten leveren om aan hun verplichting te voldoen; dat dient te worden voorkomen dat wanneer de voor de levering vastgestelde termijn wordt overschreden, dit voor producenten die de vereiste hoeveelheden bijna integraal hebben geleverd en alleen nog een kleine hoeveelheid moeten naleveren, consequenties heeft die niet in verhouding staan tot de begane overtreding, met name gelet op artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79; dat er daartoe van dient te worden uitgegaan dat de betrokken producenten binnen de gestelde termijn aan hun verplichting hebben voldaan, indien de interventiebureaus hun toestemming geven op bepaalde door hen vast te
stellen voorwaarden de ontbrekende hoeveelheden produkten alsnog te leveren; dat in dergelijk geval evenwel financiële deelneming van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) moet worden uitgesloten voor de na het verstrijken van de termijn geleverde hoeveelheden;
Overwegende dat, ten einde te garanderen dat de hoeveelheden wijn waarvoor de distillatieverplichting geldt en waarvoor communautaire steun wordt verleend, werkelijk voor distillatie worden geleverd, een controleregeling dient te worden ingesteld, waarbij als algemene regel wordt geverifieerd of de kenmerken van de geleverde wijn overeenstemmen met de gegevens in het geleidedocument;
Overwegende dat moet worden voorkomen dat de markt van brandewijn van wijn met benaming van oorsprong wordt verstoord door de produkten verkregen door distillatie van bepaalde wijnen waarvoor de in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde verplichting geldt;
Overwegende dat voor de producenten en voor de distilleerders termijnen voor de uitvoering van de werkzaamheden moeten worden vastgesteld om een maximale doeltreffendheid van de maatregel te waarborgen; dat eveneens dient te worden bepaald wat als bewijs geldt dat de wijn aan de distilleerder is geleverd, zulks naar gelang deze in dezelfde Lid-Staat als de producent of in een andere Lid-Staat is gevestigd;
Overwegende dat de distilleerders overeenkomstig artikel 40, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 337/79 hetzij steun kunnen krijgen voor het te distilleren produkt, hetzij het bij de distillatie verkregen produkt aan het interventiebureau kunnen leveren; dat bij de vaststelling van het steunbedrag rekening moet worden gehouden met de marktprijs van de verschillende produkten die bij de distillatie kunnen worden verkregen; dat, ten einde de produktie van brandewijn van slechte kwaliteit te voorkomen, bij gebreke van communautaire voorschriften ter zake moet worden bepaald dat de voortgebrachte brandewijn dient te voldoen aan de geldende nationale bepalingen;
Overwegende dat de gegadigden voor de steun daartoe een aanvraag moeten indienen, waarbij een aantal bewijsstukken moet worden gevoegd; dat met het oog op een uniforme werking van de regeling in de Lid-Staten, termijnen voor de indiening van de aanvraag en voor de uitkering van de aan de verwerker verschuldigde steun dienen te worden vastgesteld;
Overwegende dat de door de interventiebureaus voor de hun geleverde produkten te betalen prijs moet worden vastgesteld, zulks met inachtneming van de gemiddelde distillatiekosten voor het betrokken produkt;
Overwegende dat bij gebreke van een gemeenschappelijke marktordening voor ethylalcohol het gevaar bestaat dat de met de afzet van deze alcohol belaste interventiebureaus verplicht zullen zijn hem te verkopen tegen een lagere prijs dan de aankoopprijs; dat moet worden bepaald dat in dat geval het verschil tussen de aankoopprijs en de verkoopprijs van de betrokken alcohol voor een forfaitair bedrag ten laste kan worden genomen door het EOGFL, afdeling Garantie;
Overwegende dat de bepalingen inzake de financiering van de interventies, opgenomen in Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2788/72 (2), moeten worden uitgebreid tot het overnemen van de distillatieprodukten door de interventiebureaus;
Overwegende dat het, om rekening te houden met de realiteit van de markt van wijn die voor distillatie is bestemd, dienstig lijkt toe te staan dat die wijn zowel door de distilleerders als door de bereiders tot distillatiewijn kan worden verwerkt;
Overwegende dat de bereiding van distillatiewijn geschiedt in de nabijheid van de plaats waar de wijn is opgeslagen, zulks om de kosten van het vervoer naar de distilleerderij te beperken; dat toestemming tot bereiding van distillatiewijn in een andere Lid-Staat dan die waar het wijnpakhuis van de producent zich bevindt, economisch gezien niet veranwoord is en zou kunnen leiden tot ernstige problemen voor de controle; dat derhalve moet worden bepaald dat de bereiding van distillatiewijn slechts mag plaatsvinden in het land waar de wijn is geproduceerd; dat het voorts wenselijk is dat de Lid-Staten met het oog op een optimale controle de plaatsen kunnen beperken waar de bereiding van distillatiewijn mag plaatsvinden;
Overwegende dat, om een efficiënte controle op de distillatieverrichtingen te waarborgen, een regeling voor de erkenning van de distilleerders en de bereiders van distillatiewijn dient te worden ingesteld;
Overwegende dat, om de Commissie in staat te stellen een algemeen beeld te krijgen van de mate waarin de verplichtingen worden nageleefd die verbonden zijn aan de in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde distillatie, de betrokken Lid-Staten haar aan de hand van mededelingen van de distilleerders regelmatig op de hoogte moeten brengen van het verloop en de resultaten van de distillatieverrichtingen;
Overwegende dat de toevoeging van een indicator aan de voor distillatie bestemde wijn een doeltreffend controlemiddel vormt; dat dient te worden bepaald dat de aanwezigheid van een dergelijke indicator het verkeer van deze wijn en van de daaruit verkregen produkten niet mag beletten;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor wijn,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD:
Artikel 1
Deze verordening bevat de algemene bepalingen alsmede de uitvoeringsbepalingen inzake de distillatie bedoeld in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79 voor het wijnoogstjaar 1982/1983.
Artikel 2
1. Degenen voor wie de in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde verplichting tot distillatie geldt, hierna »producenten" te noemen, voldoen aan hun verplichting wanneer zij overeenkomstig lid 2 en lid 3 hun wijn uiterlijk op 31 juli 1983 aan een erkend distilleerder leveren.
In het geval bedoeld in artikel 10, lid 1, tweede alinea, wordt aan de verplichting voldaan door de wijn uiterlijk op 30 juni 1983 aan een erkend bereider te leveren.
2. Voor de in artikel 40, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde wijn moet iedere producent een hoeveelheid leveren die gelijk is aan zijn totale produktie, verminderd met:
- een forfaitaire hoeveelheid van 10 hectoliter,
- de hoeveelheid waarvoor hij het bewijs levert dat zij uiterlijk op 30 juni 1983 werd geëxporteerd.
3. Voor de in artikel 40, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde wijn moet iedere producent een hoeveelheid leveren die gelijk is aan zijn totale produktie, verminderd met:
- een forfaitaire hoeveelheid van 10 hectoliter,
- de hoeveelheid waarvoor hij het bewijs levert dat zij uiterlijk op 30 juni 1983 werd geëxporteerd,
- de hoeveelheid die overeenkomt met de normale produktie, berekend overeenkomstig lid 4.
4. Voor iedere administratieve eenheid is de totale normale produktie:
- voor wijn uit druiven van rassen die voor dezelfde administratieve eenheid tegelijk zijn ingedeeld als wijndruivenrassen en als tafeldruivenrassen, gelijk aan het gemiddelde van de produktie in een referentieperiode,
- voor wijn uit druiven van rassen die voor dezelfde administratieve eenheid tegelijk zijn ingedeeld als wijndruivenrassen en als rassen voor de produktie van rozijnen en krenten, gelijk aan het gemiddelde van de produktie in de wijnoogstjaren 1974/1975 tot en met 1979/1980,
- voor wijn uit druiven van rassen die voor dezelfde administratieve eenheid tegelijk zijn ingedeeld als wijndruivenrassen en als rassen voor de bereiding van brandewijn van wijn, gelijk aan het gemiddelde van de produktie in de wijnoogstjaren 1974/1975 tot en met 1979/1980, verminderd met de hoeveelheden die zijn gedistilleerd voor een andere bestemming dan de produktie van brandewijn van wijn met benaming van oorsprong.
Voor de in de eerste alinea, eerste streepje, bedoelde wijn is de normale produktie per hectare gelijk aan de hoeveelheid die
- voor de administratieve eenheden in Frankrijk en in Italië is bepaald overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 2078/76 voor het wijnoogstjaar 1976/1977,
- voor de administratieve eenheden in Griekenland is bepaald op grond van genoemd artikel 5 en op basis van de resultaten van de wijnoogstjaren van 1974/1975 tot en met 1979/1980.
Voor de in de eerste alinea, tweede en derde streepje, bedoelde wijn zullen de criteria voor de verdeling per hectare of per producent van de totale normale produktie in iedere administratieve eenheid worden vastgesteld vóór 15 december 1982.
5. De totale produktie van iedere producent is gelijk aan de som van de hoeveelheden wijn bedoeld in lid 1 die zijn vermeld in de in artikel 2, lid 1, van Verordening nr. 134 (1) bedoelde oogstopgave en van de hoeveelheden die zijn aangegeven in het in artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 1153/75 (2) bedoelde register, die hij zelf, na de datum van indiening van de oogstopgave, heeft verkregen uit in deze opgave vermelde druiven of most van druiven van de in artikel 40, lid 1 en lid 2, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde rassen.
6. Het bevoegde interventiebureau kan producenten die binnen de in lid 1 genoemde termijn ten minste 90 % van de door hen verschuldigde hoeveelheid wijn hebben geleverd, toestaan aan hun verplichting te voldoen door de ontbrekende hoeveelheid te leveren vóór een door de bevoegde nationale instantie vast te stellen datum.
In dat geval:
- worden de aankoopprijs voor de ontbrekende hoeveelheden wijn en de prijs voor de daaruit verkregen en aan het interventiebureau geleverde alcohol verminderd met een bedrag dat gelijk is aan de financiële bijdrage van het EOGFL als bedoeld in artikel 9,
- is voor de aan het interventiebureau geleverde alcohol financiële deelneming van het EOGFL in de kosten van het interventiebureau uitgesloten,
- wordt voor de distillatieprodukten die niet aan het interventiebureau worden geleverd, geen steun verleend,
- wordt de verplichting geacht te zijn nagekomen binnen de in de eerste alinea bedoelde termijn.
Artikel 3
De in artikel 40, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde aankoopprijs is gelijk aan 1,51 Ecu per % vol per hectoliter.
Deze prijs geldt voor onverpakte produkten, af-bedrijf van de producent.
Artikel 4
1. De controle op de kenmerken van de aan de distilleerder geleverde wijn, en met name op de hoeveelheid en het effectief alcohol-volumegehalte, vindt plaats op basis van het voor het vervoer van de wijn naar de distilleerderij afgegeven geleidedocument. De bevoegde instanties van de Lid-Staten verifiëren of de kenmerken van de aan de distilleerderij geleverde wijn overeenstemmen met de gegevens in het geleidedocument.
De Lid-Staten kunnen bepalen dat de in de eerste alinea bedoelde controle steekproefsgewijs plaatsvindt.
2. Wanneer overeenkomstig de geldende communautaire bepalingen geen geleidedocument wordt opgesteld, wordt de te distilleren wijn onderworpen aan een controle die plaatsvindt volgens voorschriften die door de Lid-Staten worden vastgesteld en aan de Commissie medegedeeld. Door deze voorschriften moet worden gegarandeerd dat de controle even doeltreffend is als de controle volgens het in lid 1 bepaalde.
Artikel 5
1. Bij de levering van de in artikel 2 bedoelde wijn geeft de distilleerder aan de producent een verklaring af, waarin de hoeveelheid en het alcoholgehalte van de geleverde wijn is vermeld.
In afwijking van de eerste alinea laat de distilleerder, wanneer een producent voor wie de in artikel 40, lid 1 of lid 2, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde verplichting geldt de wijn in een andere Lid-Staat laat distilleren, door het interventiebureau van de Lid-Staat waar de distillatie plaatsvindt in vak 23 van het geleidedocument bij de te distilleren produkten certificeren dat deze produkten door de distilleerderij zijn overgenomen. De distilleerder moet binnen 30 dagen na ontvangst van de te distilleren produkten aan de producent een kopie van het aldus ingevulde geleidedocument doen toekomen.
2. Uiterlijk 90 dagen na levering van de wijn door de producent betaalt de distilleerder aan de producent de in artikel 3 bedoelde aankoopprijs.
Artikel 6
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 10, lid 8, mag de in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 377/79 bedoelde distillatie niet na 31 augustus 1983 plaatsvinden.
2. Het door de distillatie van de in artikel 2, lid 4, sub c), bedoelde wijn verkregen produkt moet een alcoholgehalte hebben van ten minste 92 % vol.
3. De distilleerders sturen uiterlijk de tiende van elke maand aan het interventiebureau een overzicht toe van de in de voorafgaande maand gedistilleerde hoeveelheden wijn, onder vermelding van:
- de verkregen hoeveelheid alcohol van 92 % vol of meer,
- de verkregen hoeveelheid alcohol van ten minste 86 % vol maar minder dan 92 % vol,
- de hoeveelheid en het alcoholgehalte van de verkregen produkten van 85 % vol of minder.
Artikel 7
1. Aan distilleerders:
- die het verkregen distillatieprodukt met een alcoholgehalte van ten minste 92 % vol niet aan het interventiebureau wensen te leveren, of
- die een produkt hebben verkregen met een alcoholgehalte van minder dan 92 % vol maar niet minder dan 86 % vol, of
- die een produkt hebben verkregen met een alcoholgehalte van niet minder dan 52 % vol maar niet meer dan 85 % vol dat voldoet aan de voor brandewijn van wijn geldende nationale kwaliteitseisen,
wordt steun toegekend.
Het bedrag van de steun wordt vastgesteld op:
- 0,88 Ecu per % vol alcohol per hectoliter voor het produkt met een alcoholgehalte van niet meer dan 85 % vol en niet minder dan 52 % vol dat voldoet aan de voor brandewijn van wijn geldende nationale kwaliteitseisen,
- 0,90 Ecu per % vol alcohol per hectoliter voor het produkt met een alcoholgehalte van ten minste 86 % vol. 2. Distilleerders die de in lid 1 bedoelde steun wensen te ontvangen, dienen uiterlijk op 30 september 1983 een aanvraag in bij het interventiebureau van de Lid-Staat op wiens grondgebied de distillatie heeft plaatsgevonden, en voegen daarbij, voor de hoeveelheden waarvoor de steun wordt aangevraagd,
a) een kopie van de geleidedocumenten betreffende het transport van de wijn die hun is geleverd, of een samenvattend overzicht van genoemde documenten,
b) een verklaring, geviseerd door een door de betrokken Lid-Staat aangewezen controle-instantie, betreffende de hoeveelheden
- met een alcoholgehalte van ten minste 86 % vol,
- brandewijn van wijn die voldoet aan de geldende nationale kwaliteitseisen,
verkregen door distillatie.
De Lid-Staten kunnen verlangen dat de kopieën of het overzicht als bedoeld in de eerste alinea, sub a), door een controle-instantie worden geviseerd.
3. Het interventiebureau betaalt de in lid 1 bedoelde steun uiterlijk 90 dagen na de indiening van de in lid 2 bedoelde aanvraag en bijbehorende documenten.
De distilleerder moet het interventiebureau vóór 1 januari 1984 het bewijs leveren dat hij de producent binnen de gestelde termijn de aankoopprijs voor de wijn heeft betaald.
Indien dit bewijs niet binnen de in de tweede alinea bedoelde termijn wordt geleverd, wordt de uitgekeerde steun door het interventiebureau teruggevorderd. Indien dit bewijs evenwel wordt geleverd na afloop van de gestelde termijn maar vóór 1 maart 1984 en indien deze vertraging niet aan een ernstige nalatigheid van de distilleerder te wijten is, vordert het interventiebureau 80 % van de uitgekeerde steun terug.
Artikel 8
1. Distilleerders die de in artikel 7 bedoelde steun niet ontvangen, kunnen de produkten met een alcoholgehalte van ten minste 92 % vol, die zij rechtstreeks of indirect bij de distillatie hebben verkregen, aan het interventiebureau leveren.
De levering aan het interventiebureau vindt plaats uiterlijk op 31 augustus 1983 of, in geval van toepassing van artikel 2, lid 6, op de door de bevoegde nationale instantie vastgestelde datum.
2. De door het interventiebureau aan de distilleerder te betalen prijs wordt vastgesteld op:
- 1,96 Ecu per % vol per hectoliter voor neutrale alcohol met een alcoholgehalte van ten minste 96 % vol,
- 1,91 Ecu per % vol per hectoliter voor alcohol met een alcoholgehalte van minder dan 96 % vol maar niet minder dan 92 % vol.
Deze prijzen gelden voor onverpakte goederen franco-opslagplaats van het interventiebureau.
3. Het interventiebureau betaalt de prijs aan de distilleerder uiterlijk 90 dagen na de dag waarop de alcohol is geleverd.
Artikel 9
Het EOGFL, afdeling Garantie, draagt bij in de uitgaven van de interventiebureaus voor het overnemen van de alcohol.
De bijdrage wordt forfaitair vastgesteld op 0,95 Ecu per % vol per hectoliter overgenomen alcohol.
De artikelen 4 en 5 van Verordening (EEG) nr. 729/70 zijn van toepassing op deze bijdrage.
Artikel 10
1. De wijn die bestemd is voor de in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde distillatie, met uitzondering van de wijn bedoeld in artikel 2, lid 4, eerste alinea, derde streepje, kan tot distillatiewijn worden verwerkt, of wel door de distilleerder, of wel door een erkend bereider die niet de producent is.
Wanneer de wijn wordt verwerkt door een erkend bereider, is dit artikel van toepassing.
2. De bereiding van de distillatiewijn door de erkende bereider moet uiterlijk op 31 juli 1983 plaatsvinden op het grondgebied van de Lid-Staat waar zich de wijnpakhuizen van de producent bevinden.
3. De bereiding van de distillatiewijn geschiedt onder officiële controle. Daartoe:
- wordt in de begeleidende documenten en registers als bedoeld in artikel 53 van Verordening (EEG) nr. 337/79 de verhoging van het effectief alcohol-volumegehalte, uitgedrukt in % vol, genoteerd, onder vermelding van het overeenkomstige gehalte vóór en na de toevoeging van het distillaat aan de wijn,
- wordt vóór de verwerking tot distillatiewijn, onder toezicht van een officiële instantie een monster van de wijn genomen voor de analytische bepaling van het effectieve alcohol-volumegehalte door een officieel laboratorium of een laboratorium dat onder officiële controle werkt; twee verslagen van deze analyse worden toegezonden aan de bereider van de distillatiewijn die één exemplaar doet toekomen aan het interventiebureau van de Lid-Staat waar de distillatiewijn wordt bereid.
4. Voor zover zulks nodig is met het oog op een optimale controle kunnen de Lid-Staten bepalen op welke plaatsen de bereiding van distillatiewijn mag plaatsvinden. 5. Bij de levering van de in artikel 2 bedoelde wijn geeft de bereider aan de producent een verklaring af waarin de hoeveelheid en het alcoholgehalte van de geleverde wijn zijn vermeld.
6. Uiterlijk 90 dagen na de levering van de wijn door de producent, betaalt de bereider aan de producent de in artikel 3 bedoelde aankoopprijs voor de wijn.
7. De bereiders moeten aan het interventiebureau uiterlijk de tiende van elke maand een overzicht toesturen van de hoeveelheden wijn die hun in de afgelopen maand zijn geleverd.
8. Voor de tot distillatiewijn verwerkte wijn wordt aan de bereider de in artikel 7, lid 1, tweede alinea, eerste streepje, bedoelde steun toegekend. Deze steun wordt berekend per hectoliter en per % vol effectief alcoholgehalte van de wijn vóór verwerking tot distillatiewijn. Om de steun te ontvangen, dient de bereider uiterlijk op 30 november 1984 een aanvraag in bij het interventiebureau van de Lid-Staat op wiens grondgebied de bereiding heeft plaatsgevonden, en hij voegt daarbij:
a) een kopie van de geleidedocumenten betreffende het transport van de wijn waarvoor de steun wordt aangevraagd, of een samenvattend overzicht van genoemde documenten,
b) het bewijs dat de distillatiewijn verkregen uit de wijn waarvoor de steun wordt aangevraagd, is gedistilleerd.
De Lid-Staten kunnen verlangen dat de kopieën of het overzicht als bedoeld in de eerste alinea, sub a), door een controle-instantie worden geviseerd.
9. De distillatiewijn moet uiterlijk op 31 oktober 1983 door een erkend distilleerder worden gedistilleerd.
Door de distillatie van de distillatiewijn mag slechts brandewijn van wijn worden verkregen die voldoet aan de geldende nationale kwaliteitseisen.
10. Uiterlijk 90 dagen na de indiening van de in lid 8 bedoelde aanvraag en bijbehorende documenten wordt de steun aan de bereider uitbetaald door het interventiebureau van de Lid-Staat waar de distillatiewijn is bereid.
Artikel 11
In afwijking van het bepaalde in artikel 40, lid 1 en lid 2, van Verordening (EEG) nr. 337/79, mag de in dat artikel bedoelde wijn in het verkeer komen:
- om naar een douanekantoor te worden gebracht voor de vervulling van de douaneformaliteiten bij uitvoer, en daarna het douanegebied van de Gemeenschap verlaten,
- om naar de installaties van een erkend bereider van distillatiewijn te worden gebracht voor verwerking tot distillatiewijn.
Artikel 12
1. In deze verordening wordt onder »erkend distilleerder" verstaan een distilleerder die is opgenomen in een door de bevoegde instanties van de Lid-Staten vastgestelde lijst.
In deze verordening wordt onder »erkend bereider" verstaan een bereider van distillatiewijn die is opgenomen in een door de bevoegde instanties van de Lid-Staten vastgestelde lijst.
2. De erkenning wordt ingetrokken, indien de distilleerder of de bereider aan de producent niet de in artikel 3 bedoelde aankoopprijs voor de wijn betaalt. Zij kan worden ingetrokken wanneer de distilleerder of de bereider de krachtens de communautaire bepalingen op hem rustende verplichtingen, met name ten aanzien van de voorgeschreven mededelingen, niet nakomt.
Artikel 13
De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen voor de toepassing van deze verordening, en met name de controlemaatregelen waardoor wordt voorkomen dat de in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde wijn die voor distillatie is bestemd, voor andere doeleinden wordt gebruikt. Daartoe kunnen de Lid-Staten voorschrijven dat de wijn afzonderlijk moet worden bereid en dat een indicator moet worden gebruikt.
De Lid-Staten mogen op hun grondgebied het verkeer van voor distillatie bestemde tafelwijn of van daaruit verkregen produkten niet belemmeren met een beroep op de aanwezigheid van een indicator.
Artikel 14
1. De Lid-Staten doen de Commissie uiterlijk de twintigste van elke maand voor de voorafgaande maand een overzicht toekomen waarin de volgende gegevens worden vermeld:
- de hoeveelheden alcohol die aan de interventiebureaus zijn geleverd in het kader van de distillatie bedoeld in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79,
- de geproduceerde hoeveelheden brandewijn van wijn, alsmede de hoeveelheden alcohol die daarin aanwezig zijn,
- de geproduceerde hoeveelheden alcohol van ten minste 86 % vol, waarvoor steun is aangevraagd.
2. Ten aanzien van de door hun interventiebureaus overgenomen alcohol doen de Lid-Staten vóór 1 oktober 1982 voor het wijnoogstjaar 1981/1982, aan de Commisse mededeling van de in de loop van het gehele wijnoogstjaar toegepaste verkoopprijzen, alsmede van de kenmerken en de hoeveelheden van de tegen deze prijzen verkochte produkten. 3. De Lid-Staten melden uiterlijk op 31 maart 1984 bij de Commissie de gevallen waarin distilleerders of bereiders van distillatiewijn hun verplichtingen niet zijn nagekomen en welke maatregelen naar aanleiding daarvan zijn genomen.
Artikel 15
De in de artikelen 3, 7 en 8 bedoelde bedragen worden in nationale valuta omgerekend aan de hand van de op 16 december 1982 in de wijnsector geldende representatieve koers, met terugwerkende kracht van toepassing vanaf 1 september 1982.
Artikel 16
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Zij is van toepassing met ingang van 1 september 1982.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 8 september 1982.
Voor de Commissie
Poul DALSAGER
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 54 van 5. 3. 1979, blz. 1.
(2) PB nr. L 227 van 3. 8. 1982, blz. 1.
(3) PB nr. L 54 van 5. 3. 1979, blz. 64.
(4) PB nr. L 216 van 24. 7. 1982, blz. 2.
(5) PB nr. L 233 van 24. 8. 1976, blz. 20.
(1) PB nr. L 94 van 28. 4. 1970, blz. 13.
(2) PB nr. L 295 van 30. 12. 1972, blz. 1.
(1) PB nr. 111 van 6. 11. 1962, blz. 2604/62.
(2) PB nr. L 113 van 1. 5. 1975, blz. 1.