Hof van Justitie EU 07-10-1985 ECLI:EU:C:1985:398
Hof van Justitie EU 07-10-1985 ECLI:EU:C:1985:398
Gegevens
- Instantie
- Hof van Justitie EU
- Datum uitspraak
- 7 oktober 1985
Uitspraak
Arrest van het Hof (Tweede kamer)
7 oktober 1985(*)
In zaak 223/84,
betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het aldaar aanhangig geding tussen
Telefunken Fernseh und Rundfunk GmbH, te Hannover,
enOberfinanzdirektion München,
HET HOF VAN JUSTITIE (Tweede kamer),
samengesteld als volgt: O. Due, kamerpresident, P. Pescatore en K. Bahlmann, rechters,
advocaat-generaal: M. Darmon
griffier: H. A. Rühl, hoofdadministrateur
gelet op de opmerkingen ingediend door:
-
Telefunken Fernseh und Rundfunk GmbH, verzoekster in het hoofdgeding, vertegenwoordigd door B. Bott, advocaat te Karben,
-
Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur P. Kalbe,
-
gehoord de conclusie van de advocaatgeneraal ter terechtzitting van 26 september 1985,
het navolgende
ARREST
(omissis)
In rechte
1 Bij beschikking van 10 juli 1984, ingekomen ten Hove op 4 september daaraanvolgend, heeft het Bundesfinanzhof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag twee prejudiciële vragen gesteld over de uitlegging van de posten 85.15, 92.11 B en 92.13 D van het gemeenschappelijk douanetarief (hierna: GDT).
2 Deze vragen zijn opgeworpen in een geding tussen Telefunken Fernseh und Rundfunk GmbH, te Hannover, (hierna: verzoekster in het hoofdgeding) en de Oberfinanzdirektion München (hierna: verweerster in het hoofdgeding) inzake de tariefindeling van een als „timer/tuner T 50” aangeduid toestel dat door verzoekster in het hoofdgeding wordt ingevoerd uit Japan.
3 Volgens de omschrijving in het gevraagde bindend tariferingsadvies bestaat het toestel in wezen uit een kleurentelevisie-ontvanggedeelte met een geheugen voor twaalf programma's en een schakelklok voor het in- en uitschakelen van het toestel tot tien dagen vooruit. De T 50 is bedoeld ter completering van een videorecorder van het type VR 510 van dezelfde fabrikant; hij maakt het mogelijk gelijktijdig via een ander kanaal uitgezonden programma's op te nemen en het opnemen van programma's tot tien dagen vooruit te programmeren. Daartoe kan de T 50 alleen aan een videorecorder van het type VR 510 worden gekoppeld.
4 Met betrekking tot de functie van dit toestel zet verzoekster in het hoofdgeding in haar schriftelijke opmerkingen uiteen, dat het geheugen voor twaalf programma's niet dient om ontvangen programma's in de timer/tuner op te slaan; het gaat erom, dat de ontvangst van twaalf televisieprogramma's mogelijk is, waarvan telkens het gewenste kanaal voor de opname moet worden ingeschakeld. De door de timer/tuner ontvangen, met een bepaalde norm overeenkomende signalen worden doorgegeven aan de videorecorder, waar zij op magneetband worden geregistreerd. Hiermee is de functie van het ontvangtoestel (tuner) ten einde. De opgenomen signalen kunnen op elk gewenst moment buiten de tuner om aan het televisie -ontvangtoestel worden doorgegeven en tenslotte zichtbaar en hoorbaar worden gemaakt. Daartoe worden zij in het televisieontvangtoestel eerst door middel van een zeer complexe geïntegreerde schakeling in RGB- (rood-groen-blauw-) signalen omgezet, door een RGB-versterker versterkt en door tal van perifere schakelingen geschikt gemaakt voor projectie op de beeldbuis. De videorecorder VR 510 zonder timer/tuner is op zich een compleet produkt, dat als zodanig wordt aangeboden en verkocht. Wordt daarnaast gebruik gemaakt van de timer/tuner, dan worden de gebruiksmogelijkheden van de videorecorder verruimd in die zin, dat ook een gelijktijdig met de bekeken uitzending lopend programma alsook speciaal voorgeprogrammeerde of dagelijks op hetzelfde tijdstip uitgezonden programma's kunnen worden opgenomen.
5 In haar bindend tariferingsadvies van 14 april 1982 deelde verweerster in het hoofdgeding de timer/tuner T 50 in onder post 85.15 A III b) 2 van het GDT (zend- en ontvangtoestellen voor radio-omroep en televisie; ontvangtoestellen met ingebouwd toestel voor het opnemen of voor het weergeven van geluid), op grond dat de kleurentelevisieontvanger, gelet op het gebruik en de mogelijkheid verschillende zenders te ontvangen, ten opzichte van de schakelklok het deel is waaraan het toestel zijn wezenlijk karakter ontleent in de zin van Algemene bepaling 3 b) voor de toepassing van de nomenclatuur van het GDT. Op grond van aantekening 1 c) bij hoofdstuk 92 van het GDT zou het betrokken toestel niet onder een post van dit hoofdstuk kunnen worden ingedeeld, daar het niet bestemd was voor inbouw in de voor het functioneren noodzakelijke videorecorder en ook niet was voorzien dat het met de videorecorder in één kast zou worden ondergebracht.
6 Na afwijzing van haar bezwaarschrift stelde verzoekster in het hoofdgeding beroep in rechte in. Zij vorderde dat het toestel zou worden ingedeeld onder post 92.13 D van het GDT („andere delen, onderdelen en toebehoren, van de toestellen bedoeld bij post 92.11”), tot staving waarvan zij aanvoerde dat het toestel op zichzelf geen functie kan verrichten en dus ook niet kan worden beschouwd als een ontvangtoestel voor televisie in de zin van post 85.15 van het GDT. Het zou ook geen deel zijn van een dergelijk toestel, maar de tuneraanvulling van de videorecorder VR 510 en dus een deel of toebehoren voor dit onder hoofdstuk 92 van het GDT vallende toestel.
7 Het Bundesfinanzhof is van oordeel, dat de beslissing op het beroep afhankelijk is van een aantal vragen van uitlegging van het GDT, waarover het Hof van Justitie zich nog niet heeft uitgesproken. Het heeft zich derhalve tot het Hof gewend met de volgende prejudiciële vragen:
Moet het gemeenschappelijke douanetarief aldus worden uitgelegd, dat een als timer/tuner aangeduid toestel, bestaande uit een kleurentelevisie-ontvanggedeelte met een geheugen voor twaalf programmas en een schakelklok voor het in- en uitschakelen van het toestel tot tien dagen vooruit, dat voor het weergeven van de ontvangen programman moet worden verbonden met een videorecorder van een bepaald type, onder post 92.13 D van het gemeenschappelijk douanetarief moet worden ingedeeld ?
Zo neen:
Onder welke andere post van het gemeenschappelijk douanetarief moet het toestel worden ingedeeld ?”
8 Volgens het Bundesfinanzhof rijst in de eerste plaats de vraag, of het toestel moet worden ingedeeld onder post 92.13 D, hetgeen zou afhangen van de vraag of het als onderdeel of toebehoren van een toestel in de zin van post 92.11 B is te beschouwen. Een dergelijk toestel zou de videorecorder VR 510 kunnen zijn.
9 Zou de T 50 niet als een onderdeel van een toestel in de zin van post 92.11 B zijn te beschouwen, dan rijst volgens het Bundesfinanzhof de vraag, of het als zelfstandig toestel onder die post moet worden ingedeeld, daar op grond van de verklaringen van partijen ervan zou kunnen worden uitgegaan, dat het toestel in geding uitsluitend voor de videorecorder VR 510 bestemd is.
10 Enkel indien de T 50 ook niet onder post 92.11 B zou vallen, zou het volgens het Bundesfinanzhof overeenkomstig het bindend tariferingsadvies van verweerster in het hoofdgeding onder post 85.15 A III b) 2 moeten worden ingedeeld.
Het juridisch kader van het geding
11 Post 92.13 D luidt als volgt:
„Andere delen, onderdelen en toebehoren, van de toestellen bedoeld bij post 92.11:
....
....
...
andere”.
12 Post 92.11 B omvat:
„Grammofonen, dicteermachines en andere toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, alsmede platenspelers en dergelijke apparaten voor geluidsbanden en -draden, ook indien met weergavekop; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid en beelden voor televisie:
...
Toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid en beelden voor televisie”.
13 Post 85.15 A III b) 2 betreft:
„Zend- en ontvangtoestellen voor radiotelefonie of voor radiotelegrafie; zend- en ontvangtoestellen voor radio-omroep en televisie (ontvangtoestellen met ingebouwd toestel voor het opnemen of voor het weergeven van geluid daaronder begrepen) en televisiecamera's; radio- en radartoestellen voor navigatiedoeleinden, voor plaatsbepaling, voor peiling, voor hoogtemeting of voor bediening op afstand:
...
Ontvangtoestellen, ook indien met ingebouwd toestel voor het opnemen of voor het weergeven van geluid:
voor radio-omroep, voor radiotelefonie of voor radiotelegrafie, bestemd voor burgerluchtvaartuigen
andere:
...
overige”.
14 Volgens aantekening 1 c) bij hoofdstuk 92 van het GDT omvat hoofdstuk 92 niet:
„microfoons, versterkers, luidsprekers, koptelefoons, schakelaars, stroboscopen en andere instrumenten, apparaten en toestellen, welke als toebehoren worden gcbruikt bij de artikelen bedoeld bij een der posten van dit Hoofdstuk, doch welke daarin niet zijn ingebouwd of welke zich niet in dezelfde kast (koffer) bevinden (Hoofdstuk 85 of Hoofdstuk 90); toestellen voor het opnemen en voor het weergeven van geluid, welke in een radio- of televisieontvangtoestel zijn ingebouwd (post 85.15)”.
15 Behalve verzoekster in het hoofdgeding heeft enkel de Commissie in deze zaak opmerkingen ingediend.
16 Verzoekster in het hoofdgeding geeft het Hof in overweging, de eerste vraag bevestigend te beantwoorden, daar het betrokken toestel dient als toebehoren voor de videorecorder VR 510. De videorecorder zou zonder timer/tuner een compleet produkt zijn, daar hij in de handel als zodanig wordt aangeboden en zowel gebruikt kan worden voor het registreren van via het televisietoestel ontvangen programma's als van met een videocamera opgenomen beeld en geluid. Wordt daarnaast gebruik gemaakt van de timer/tuner, dan zouden de gebruiksmogelijkheden van de videorecorder worden verruimd in die zin, dat ook een gelijktijdig met de bekeken uitzending lopend programma alsook speciaal voorgeprogrammeerde of dagelijks op hetzelfde tijdstip uitgezonden programma's kunnen worden opgenomen. Bovendien zou de timer/tuner niet dienen voor de rechtstreekse weergave van de ontvangen signalen. Zijn functie zou niet verder gaan dan het doorgeven van signalen aan de videorecorder met het oog op de opname. De timer/tuner zou dus onmogelijk kunnen worden ingedeeld als een ontvangtoestel voor televisie.
17 Voor het geval dat de eerste vraag ontkennend zou worden beantwoord, stelt verzoekster voor, de timer/tuner in te delen onder post 92.11 B van het GDT, en wel hetzij als toebehoren voor de videorecorder, die onbetwistbaar onder die post valt, hetzij — op grond van Algemene bepaling 2 a) voor de toepassing van de nomenclatuur van het GDT — als afzonderlijk aangeboden deel van de videorecorder.
18 Volgens de Commissie daarentegen moet het toestel in geding niet als „onderdeel of toebehoren” in de zin van post 92.13 D, maar als ontvangtoestel voor televisie in de zin van post 85.15 A III b) 2 worden ingedeeld.
19 Hiertoe verwijst de Commissie naar het in aantekening 1 c) bij hoofdstuk 92 van het GDT neergelegde uitleggingsbeginsel, dat ieder toestel moet worden ingedeeld volgens zijn eigen aard en kenmerken. De verschillende componenten van een video-installatie zouden als een enkel toestel zijn in te delen wanneer zij tot een dergelijk toestel zijn samengebouwd, maar afzonderlijk wanneer de verschillende componenten zich als zelfstandige toestellen aandienen.
20 Wat zijn aard betreft zou de timer/tuner ontegenzeglijk alle typische kenmerken en eigenschappen van een televisieontvangtoestel vertonen, dat hierdoor wordt gekenmerkt, dat het enkel televisiesignalen in beelden omzet. Andere criteria, zoals de aard van de latere weergave van de ontvangen uitzendingen, zouden noch volgens de bewoordingen van het GDT, noch volgens de voor de uitlegging ervan vastgestelde aanvullende aantekeningen of toelichtingen van betekenis zijn.
21 Tot staving van haar opvatting verwijst de Commissie ook naar de op het GDT gebaseerde Goederennomenclatuur voor de statistieken van de buitenlandse handel van de Gemeenschap en voor de handel tussen de Lid-Staten (Nimexe), die bij tariefpost 85.15 zowel „ontvangtoestellen voor televisie, met ingebouwde beeldbuis” als „andere ontvangtoestellen voor televisie” vermeldt.
22 Volgens de Commissie kan van indeling van de timer/tuner onder post 92.11 B geen sprake zijn; dit zou immers uitgesloten zijn ingevolge aantekening 1 c) bij hoofdstuk 92 van het GDT. Ook uit de Toelichtingen op de IDR-Nomenclatuur zou duidelijk blijken, dat elektrische toebehoren voor toestellen voor het opnemen of voor het weergeven van geluid naar hun eigen aard moeten worden ingedeeld (hoofdstuk 85 of hoofdstuk 90), behoudens wanneer zij in deze toestellen zijn ingebouwd of zich in dezelfde kast of koffer bevinden.
De eerste vraag
23 De eerste vraag strekt ertoe, te vernemen of een als timer/tuner aangeduid toestel, dat voor het weergeven van de ontvangen programma's moet worden verbonden met een onder post 92.11 ingedeelde videorecorder van een bepaald type, een deel, onderdeel of toebehoren van dit toestel is, en of het dus moet worden ingedeeld onder post 92.13 D van het GDT.
24 Voor de beantwoording van deze vraag moet eerst worden nagegaan, of de timer/tuner onder aantekening 1 c) bij hoofdstuk 92 valt. Volgens deze aantekening omvat dit hoofdstuk niet bepaalde, in die aantekening opgesomde toestellen, waaronder „toestellen, welke als toebehoren worden gebruikt bij de artikelen bedoeld bij een der posten van dit Hoofdstuk, doch welke daarin niet zijn ingebouwd of welke zich niet in dezelfde kast (koffer) bevinden (Hoofdstuk 85 of Hoofdstuk 90)”. Deze mogelijkheid is hier echter uitgesloten, daar de aantekening slechts betrekking heeft op voorwerpen die uitdrukkelijk zijn bedoeld in de hoofdstukken 85 en 90. Een produkt zoals het hierbedoelde toestel wordt echter noch in deze hoofdstukken noch in enige andere post van het GDT uitdrukkelijk vermeld.
25 Bij gebreke van een tariefpost die de timer/tuner uitdrukkelijk vermeldt, moet worden teruggegrepen op Algemene bepaling 4 voor de toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief, bepalende dat „de goederen, welke onder geen enkele post van het Tarief vallen, worden ingedeeld onder de post, welke van toepassing is op de goederen waarmede zij de meeste overeenkomst vertonen”. In een dergelijk geval moet volgens 's Hofs vaste rechtspraak de keuze van de passende tariefpost geschieden volgens de wezenlijke kenmerken en de aard van het betrokken toestel, hetgeen een diepgaand onderzoek vanuit technisch gezichtspunt vereist.
26 Dienaangaande betoogt de Commissie, dat het betrokken toestel alle typische kenmerken en eigenschappen vertoont van een televisieontvangtoestel, dat hierdoor wordt gekenmerkt, dat het enkel televisiesignalen in beelden omzet. Verzoekster meent daarentegen dat de timer/tuner geen televisieontvangtoestel is, daar het noch geschikt noch bestemd is om de ontvangen signalen rechtstreeks weer te geven.
27 Gelet op de toelichtingen die het in de loop van de procedure heeft verkregen, is het Hof van oordeel, dat een toestel dat een ontvangen signaal niet kan omzetten in voor de gebruiker zichtbare beelden, niet als een televisieontvangtoestel is te beschouwen.
28 Weliswaar wordt in de Goederennomenclatuur voor de statistieken van de buitenlandse handel van de Gemeenschap en van de handel tussen de Lid-Staten (Nimexe) onderscheiden tussen „ontvangtoestellen voor televisie, met ingebouwde beeldbuis” en „andere ontvangtoestellen voor televisie”, doch hieruit mag niet worden afgeleid dat de „andere ontvangtoestellen voor televisie” geen enkele inrichting voor de weergave van het beeld omvatten, bij voorbeeld een scherm waarop het beeld wordt geprojecteerd.
29 Wat nu de vraag betreft, of de timer/tuner een „functionele eenheid” vormt met de videorecorder VR 510, blijkt uit de IDR-toelichtingen bij Afdeling XVI (sub VI, 9e alinea), dat daarvan sprake is wanneer een machine of toestel bestaat uit afzonderlijke elementen, die zijn ontworpen om gezamenlijk één welbepaalde functie te verrichten, zoals bedoeld in één van de posten van hoofdstuk 84 of, wat vaker het geval is, van hoofdstuk 85.
30 Er zij echter op gewezen, dat de toelichtingen het mogelijk moeten maken, machines en toestellen die uit verscheidene, onder verschillende tariefposten vallende elementen bestaan, onder een bepaalde tariefpost in te delen, wanneer de combinatie van die elementen bestemd is om die ene welbepaalde functie te verrichten die in de betrokken tariefpost is aangegeven.
31 Bijgevolg gelden die toelichtingen niet voor het door de verwijzende rechter beschreven produkt, dat immers wordt gekenmerkt door het feit dat tot de samenstellende elementen een videorecorder behoort die onafhankelijk van de timer/tuner en voor andere dan de door de combinatie te verrichten functies kan worden gebruikt. Daarom kan de timer/tuner ook niet onder post 92.11 B van het GDT worden ingedeeld.
32 Wat de mogelijke indeling onder post 92.13 D betreft, moet worden opgemerkt dat de timer/tuner volledig is afgestemd op de videorecorder VR 510 en zonder deze geen eigen functie heeft, terwijl de videorecorder zeer wel zonder de timer/tuner kan worden gebruikt. Ofschoon dit toestel geen noodzakelijk onderdeel van de videorecorder VR 510 is, kan er toch van worden uitgegaan, dat het in de zin van genoemde post een toebehoren ervan is.
33 Mitsdien moet op de eerste vraag worden geantwoord, dat een als timer/tuner aangeduid toestel, bestaande uit een kleurentelevisie-ontvanggedeelte met een geheugen voor twaalf programma's en een schakelklok voor het in- en uitschakelen van het toestel tot tien dagen vooruit, dat voor het weergeven van de ontvangen programma's moet worden verbonden met een videorecorder van een bepaald type, is te beschouwen als een onderdeel of toebehoren in de zin van post 92.13 D van het GDT.
De tweede vraag
34 Door het antwoord op de eerste vraag heeft de tweede vraag haar belang verloren.
Kosten
35 De kosten door de Commissie van de Europese Gemeenschappen wegens indiening harer opmerkingen bij het Hof gemaakt, kunnen niet voor vergoeding in aanmerking komen. Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen.
HET HOF VAN JUSTITIE (Tweede kamer),
uitspraak doende op de door het Bundesfinanzhof bij beschikking van 10 juli 1984 gestelde vragen, verklaart voor recht:
Een als timer/tuner aangeduid toestel, bestaande uit een kleurentelevisie-ontvanggedeelte met een geheugen voor twaalf programma's en een schakelklok voor het in-en uitschakelen van het toestel tot tien dagen vooruit, dat voor het weergeven van de ontvangen programma's moet worden verbonden met een videorecorder van een bepaald type, is te beschouwen als een onderdeel of toebehoren in de zin van post 92.13 D van het gemeenschappelijk douanetarief.
Due
Pescatore
Bahlmann
Uitgesproken ter openbare terechtzitting te Luxemburg op 7 oktober 1985.
De griffier
P.Heim
De president van de Tweede kamer
O.Due