Arrest van het Hof (Derde kamer) van 18 juli 2013
Arrest van het Hof (Derde kamer) van 18 juli 2013
Gegevens
- Instantie
- Hof van Justitie EU
- Datum uitspraak
- 18 juli 2013
Uitspraak
Arrest van het Hof (Derde kamer) van 18 juli 2013 – Commissie/Denemarken
(Zaak C-261/11)
"Niet-nakoming - Vrijheid van vestiging - Artikel 49 VWEU - Artikel 31 EER-Overeenkomst - Beperkingen - Fiscale bepalingen - Overbrenging van activa naar andere lidstaat - Onmiddellijke heffing op latente meerwaarde"
1. Vrij verkeer van personenVrijheid van vestigingVerdragsbepalingenWerkingssfeer (Art. 49 VWEU) (cf. punten 25-28)
2. Vrij verkeer van personenVrijheid van vestigingBeperkingenBelastingwetgevingOverbrenging van de op het grondgebied van de betrokken lidstaat gelegen activa van een vennootschap naar een andere lidstaatNationale regeling volgens welke latente meerwaarde van overgebrachte activa onmiddellijk wordt belastOntoelaatbaarheidDraagwijdteRechtvaardigingEvenwichtige verdeling van heffingsbevoegdheid tussen lidstatenGeen (Art. 49 VWEU) (cf. punten 29-32, 35-38 en dictum)
3. Internationale overeenkomstenOvereenkomst tot oprichting van de Europese Economische RuimteVrij verkeer van personenVrijheid van vestigingBelastingwetgevingOverbrenging van de op het grondgebied van de betrokken lidstaat gelegen activa van een vennootschap naar een derde land dat partij is bij die overeenkomstNationale regeling volgens welke latente meerwaarde van overgebrachte activa onmiddellijk wordt belastOntoelaatbaarheidRechtvaardigingNoodzaak een doeltreffende inning van de belasting te waarborgenGeen (EER-Overeenkomst, art. 31) (cf. punten 42-47 en dictum)
Voorwerp
Niet-nakoming – Schending van artikel 49 VWEU en artikel 31 EER – Fiscale bepalingen die voorzien in een onmiddellijke exitheffing voor vennootschappen die hun activa naar een andere lidstaat overbrengen, terwijl geen soortgelijke heffing geldt bij de overbrenging van activa in het binnenland
Dictum
1) Door de vaststelling en handhaving van artikel 8, lid 4, van lovbekendtgørelse nr. 1376 om indkomstbeskatning af aktieselskaber m.v. (wet nr. 1376 inzake de belasting op aandelenvennootschappen e.a.) van 7 december 2010, betreffende de onmiddellijke heffing op de inkomsten van aandelenvennootschappen, en derhalve van een fiscale regeling die voorziet in de onmiddellijke belasting van de latente meerwaarde in geval van overbrenging van activa door een in Denemarken gevestigde onderneming naar een andere lidstaat van de Europese Unie of naar een derde land dat partij is bij de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992, is het Koninkrijk Denemarken de krachtens de artikelen 49 VWEU en 31 van die overeenkomst op hem rustende verplichtingen niet nagekomen.
2) Het Koninkrijk Denemarken wordt verwezen in de kosten.
3) De Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, het Koninkrijk der Nederlanden, de Portugese Republiek, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden dragen hun eigen kosten.