Home

Hof van Justitie EU 21-03-2013 ECLI:EU:C:2013:202

Hof van Justitie EU 21-03-2013 ECLI:EU:C:2013:202

Gegevens

Instantie
Hof van Justitie EU
Datum uitspraak
21 maart 2013

Uitspraak

Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 21 maart 2013 – Commissie/Frankrijk

(Zaak C-197/12)

"Niet-nakoming - Fiscale bepalingen - Btw - Richtlijn 2006/112/EG - Artikel 148 - Vrijstelling van bepaalde handelingen, bestemd voor schepen waarmee passagiersvervoer tegen betaling plaatsvindt of die worden gebruikt voor uitoefening van commerciële activiteit - Voorwaarde inzake gebruik voor vaart op volle zee"

1. Beroep wegens niet-nakomingOnderzoek van gegrondheid door het HofIn aanmerking te nemen situatieSituatie bij verstrijken van in met redenen omkleed advies gestelde termijnLatere wijziging van nationale regelingAanpassing van punten van bezwaarToelaatbaarheidVoorwaarden (Art. 258 VWEU) (cf. punten 26-28)

2. Harmonisatie van de belastingwetgevingGemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waardeVrijstellingenVrijstelling van bepaalde handelingen, bestemd voor schepen waarmee passagiersvervoer tegen betaling plaatsvindt of die worden gebruikt voor uitoefening van commerciële activiteitVoorwaarde inzake gebruik voor vaart op volle zeeNationale regeling die vrijstelling van betrokken handelingen niet afhankelijk stelt van voorwaarde inzake gebruik voor vaart op volle zeeNiet-nakoming (Richtlijn 2006/112 van de Raad, art. 148, sub a-d) (cf. punten 30-34, 36 en dictum)

Voorwerp

Niet-nakoming – Schending van artikel 148, sub a, c en d, van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1) – Vrijstelling voor bepaalde handelingen, bestemd voor schepen waarmee passagiersvervoer tegen betaling plaatsvindt of die worden gebruikt voor de uitoefening van een commerciële activiteit – Voorwaarde inzake het gebruik voor de vaart op volle zee – Verenigbaarheid van een nationale maatregel waarbij een te ruime toepassing wordt gegeven aan de in de richtlijn vastgestelde vrijstellingen

Dictum

1) De Franse Republiek is de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde en met name artikel 148, sub a, c, en d, ervan, door voor handelingen als bedoeld in artikel 262, II, punten 2, 3, 6 en 7, van de Code général des impôts (algemeen belastingwetboek) niet als voorwaarde voor vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde te stellen dat schepen waarmee passagiersvervoer tegen betaling plaatsvindt en schepen die worden gebruikt voor de uitoefening van een commerciële activiteit, voor de vaart op volle zee worden gebruikt.

2) De Franse Republiek wordt verwezen in de kosten.