Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 16 mei 2013
Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 16 mei 2013
Gegevens
- Instantie
- Hof van Justitie EU
- Datum uitspraak
- 16 mei 2013
Uitspraak
Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 16 mei 2013 –Hardimpex
(Zaak C-444/12)
"Fiscale bepalingen - Btw - Richtlijn 2006/112/EG - Beginsel van fiscale neutraliteit - Recht op aftrek - Weigering - Verdachte handelingen - Fraude in voorafgaande fase - Bewijslast"
1. Prejudiciële vragenAntwoord waarover redelijkerwijs geen twijfel kan bestaanAntwoord dat duidelijk uit rechtspraak kan worden afgeleidToepassing van artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering (Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 99) (cf. punt 13)
2. Harmonisatie van de belastingwetgevingGemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waardeAftrek van voorbelastingVerplichtingen van belastingplichtigeNationale praktijk waarbij belastingplichtige recht op aftrek wordt geweigerd in geval van onregelmatigheden begaan door opsteller van factuurWeigering ondanks vervulling van materiële voorwaarden voor recht op aftrek en zonder aanwijzingen van onregelmatigheden of fraude begaan door opstellerOntoelaatbaarheidVoorwaardenVerificatie door nationale rechterlijke instantie (Richtlijn 2006/112 van de Raad, art. 168, sub a) (cf. punten 24, 28, 29, 31 en dictum)
3. Harmonisatie van de belastingwetgevingGemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waardeAftrek van voorbelastingNationale praktijk waarbij belastingplichtige recht op aftrek wordt geweigerd in geval van onregelmatigheden begaan door opsteller van factuur of een van diens dienstverrichtersOntoelaatbaarheidGrenzenVoorwaarden (Richtlijn 2006/112 van de Raad, art. 168, sub a) (cf. punt 31 en dictum)
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing – Fővárosi Törvényszék – Uitlegging van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1) – Aftrek van voorbelasting – Levering, door de opsteller van de factuur, van goederen waarvan de oorsprong onbekend is – Onregelmatig gedrag van andere ondernemingen die eerder in de leveringsketen optraden – Bewijslast van de belastingdienst
Dictum
Artikel 168, sub a, van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde moet aldus worden uitgelegd dat het zich ertegen verzet dat de belastingdienst van een lidstaat weigert toe te staan dat een belastingplichtige de belasting die verschuldigd of voldaan is voor de hem geleverde goederen, aftrekt van de door hem verschuldigde belasting over de toegevoegde waarde omdat een eerder in de leveringsketen plaatsvindende transactie volgens de regels betreffende de belasting over de toegevoegde waarde onregelmatig was, of hem kan worden verweten zich niet te hebben vergewist van de oorsprong van de goederen op de door zijn leverancier uitgereikte factuur, zonder dat rechtens genoegzaam is aangetoond dat de belastingplichtige van die onregelmatigheid op de hoogte was of had moeten zijn.