Arrest van het Hof (Derde kamer) van 4 september 2014
Arrest van het Hof (Derde kamer) van 4 september 2014
Gegevens
- Instantie
- Hof van Justitie EU
- Datum uitspraak
- 4 september 2014
Uitspraak
Arrest van het Hof (Derde kamer) van 4 september 2014 –
Commissie/Duitsland
(Zaak C‑211/13)1(*)
"Niet-nakoming - Artikel 63 VWEU - Vrij verkeer van kapitaal - Successie- en schenkbelasting - Nationale wettelijke regeling die voorziet in een hogere belastingvermindering ingeval de erflater, op het tijdstip van zijn overlijden, de schenker of de verkrijger op het grondgebied van de lidstaat woonden - Voorwerp van het beroep wegens niet-nakoming - Beperking - Rechtvaardiging"
Beroep wegens niet-nakomingVoorwerp van het geschilVaststelling tijdens de precontentieuze procedureZuiver formele aanpassing van de grieven na het met redenen omklede advies wegens een wijziging van de nationale wettelijke regelingToelaatbaarheid (Art. 258 VWEU) (cf. punten 22‑24)
Vrij verkeer van kapitaal en vrijheid van betalingsverkeerBelastingwetgevingSuccessie- en schenkbelastingNationale wettelijke regeling die een belastingvermindering toekent voor de overdracht van op het grondgebied van de lidstaat gelegen goederenBelastingvermindering hoger ingeval de erflater, de schenker of de verkrijger op het grondgebied van de betrokken lidstaat woondenOntoelaatbaarheidRechtvaardigingGeen (Art. 63 VWEU en 65, lid 1, sub a, en 3, VWEU) (cf. punten 43, 44, 46, 47, 52, 53, 55‑61)
Dictum
Door wettelijke bepalingen vast te stellen en te handhaven op grond waarvan bij heffing van de erf‑ en schenkbelasting over een in Duitsland gelegen onroerend goed slechts een lagere belastingvermindering wordt toegekend wanneer de erflater, op de datum van zijn overlijden, of de schenker, op de datum van de schenking, en de verkrijger, op datum van het belastbare feit, in een andere lidstaat woonden, terwijl een aanzienlijk hogere belastingvermindering wordt toegekend wanneer ten minste één van beide betrokkenen op die data in Duitsland woonde, is de Bondsrepubliek Duitsland de krachtens artikel 63 VWEU op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.
De Bondsrepubliek Duitsland wordt verwezen in de kosten.
Het Koninkrijk Spanje draagt zijn eigen kosten.