Eerste vraag
21 Vooraf zij opgemerkt dat, aangezien de bepalingen van artikel 2 van richtlijn 2008/7, gelezen in samenhang met bijlage I bij deze richtlijn, en van artikel 9 van deze richtlijn in wezen de inhoud overnemen van artikel 3 van richtlijn 69/335, zoals gewijzigd bij richtlijn 2006/98, de uitlegging die het Hof van dat artikel 3 heeft gegeven, eveneens voor deze bepalingen geldt.
22 Volgens vaste rechtspraak van het Hof moet bij de uitlegging van een bepaling van Unierecht rekening worden gehouden met zowel de bewoordingen ervan als de context en de doelstellingen van de regeling waarvan zij deel uitmaakt, alsook in voorkomend geval met de ontstaansgeschiedenis van die regeling (zie in die zin arresten Inuit Tapiriit Kanatami e.a./Parlement en Raad, C‑583/11 P,
EU:C:2013:625
, punt 50; Koushkaki, C‑84/12,
EU:C:2013:862
, punt 34, en Bouman, C‑114/13,
EU:C:2015:81
, punt 31).
23 In casu moet in de eerste plaats de context worden onderzocht waarvan artikel 2, lid 1, onder b) en c), van richtlijn 2008/7 deel uitmaakt. Uit artikel 2, lid 1, van deze richtlijn volgt een ruime opvatting van het begrip „kapitaalvennootschap”, dat niet met een bepaalde vennootschapsvorm wordt vereenzelvigd (zie in die zin arrest Amro Aandelen Fonds, 112/86,
EU:C:1987:488
, punt 8).
24 In artikel 2, lid 1, onder a), van richtlijn 2008/7, gelezen in samenhang met bijlage I bij deze richtlijn, wordt allereerst verwezen naar bepaalde categorieën kapitaalvennootschappen die naar het nationale recht van de verschillende lidstaten bestaan. Vervolgens omvat het begrip „kapitaalvennootschap” iedere vennootschap, vereniging of rechtspersoon die voldoet aan de in artikel 2, lid 1, onder b) en c), van deze richtlijn gestelde criteria die gewoonlijk gelden ter onderscheiding van kapitaalvennootschappen.
25 De omstandigheid dat, in het hoofdgeding, de CVA niet in punt 21 van bijlage I bij richtlijn 2008/7 is vermeld als vennootschap naar Pools recht die op grond van artikel 2, lid 1, onder a), van deze richtlijn als een kapitaalvennootschap moet worden beschouwd, belet bijgevolg niet dat deze vennootschap als kapitaalvennootschap wordt erkend wanneer zij voldoet aan de kenmerken van artikel 2, lid 1, onder b) en c), van deze richtlijn.
26 Bovendien stelt artikel 2, lid 2, van richtlijn 2008/7 elke andere op het maken van winst gerichte vennootschap, vereniging of rechtspersoon gelijk met een kapitaalvennootschap. De doelstelling van deze bepaling bestaat erin te vermijden dat de keuze van een bepaalde rechtsvorm met zich kan brengen dat activiteiten die uit economisch oogpunt gelijkwaardig zijn, een verschillende fiscale behandeling krijgen, zodat met deze bepaling lichamen kunnen worden omvat die, ofschoon zij dezelfde economische functie hebben als kapitaalvennootschappen in eigenlijke zin, te weten het behalen van winst door kapitaal samen te brengen in een afgescheiden vermogen, niet voldoen aan de criteria van het in artikel 2, lid 1, van deze richtlijn omschreven begrip „kapitaalvennootschap” (zie in die zin arrest Commissie/Griekenland, C‑178/05,
EU:C:2007:317
, punt 43 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
27 Terwijl artikel 9 van richtlijn 2008/7 de lidstaten de mogelijkheid laat om voor de heffing van het kapitaalrecht de in artikel 2, lid 2, van deze richtlijn bedoelde lichamen niet te beschouwen als kapitaalvennootschappen, bestaat geen afwijkmogelijkheid voor de lichamen waarvan sprake is in artikel 2, lid 1, van deze richtlijn, dat op dwingende en eenvormige wijze voor alle lidstaten bepaalt welke vennootschappen kapitaalvennootschappen in de zin van deze richtlijn zijn (arrest ING. AUER, C‑251/06,
EU:C:2007:658
, punt 21).
28 Bijgevolg vormt iedere vennootschap die voldoet aan de criteria van artikel 2, lid 1, onder b) of c), van richtlijn 2008/7 een „kapitaalvennootschap” voor de toepassing van deze richtlijn, ongeacht de kwalificatie ervan naar het recht van elke lidstaat.
29 In de tweede plaats moet worden vastgesteld dat uit de bewoordingen van artikel 2, lid 1, onder b) en c), van deze richtlijn geenszins blijkt dat de Uniewetgever hybride rechtsstructuren, zoals de CVA, waarvan slechts een deel van de aandelen in het kapitaal of in het vermogen ter beurze verhandelbaar is of waarvan slechts een deel van de vennoten het recht hebben om zonder voorafgaande goedkeuring hun aandelen aan derden over te dragen en slechts tot het bedrag van hun deelneming aansprakelijk zijn voor de schulden van de vennootschap, van het begrip „kapitaalvennootschap” heeft willen uitsluiten.
30 Deze bepaling bevat namelijk met betrekking tot het percentage van ter beurze verhandelbare aandelen in het kapitaal of in het vermogen van de vennootschap of met betrekking tot het aantal vennoten van een op het maken van winst gerichte vennootschap die het recht hebben om zonder voorafgaande goedkeuring hun aandelen aan derden over te dragen en slechts tot het bedrag van hun deelneming aansprakelijk zijn voor de schulden van de vennootschap, geen drempel waaronder een vennootschap niet kan worden beschouwd als een kapitaalvennootschap op grond van diezelfde bepaling.
31 In de derde plaats zij aangaande de doelstelling van richtlijn 2008/7 opgemerkt dat uit de overwegingen 2 tot en met 4 ervan blijkt dat deze richtlijn beoogt in het belang van de interne markt de wetgeving betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal te harmoniseren teneinde factoren die de mededingingsvoorwaarden kunnen verstoren of het vrije kapitaalverkeer hinderen zo veel mogelijk weg te nemen.
32 De met deze richtlijn nagestreefde doelstellingen kunnen enkel ten volle worden verwezenlijkt wanneer op het bijeenbrengen van kapitaal in de vorm van een kapitaalvennootschap volgens de criteria van artikel 2, lid 1, onder b) en c), van diezelfde richtlijn slechts indirecte belastingen worden geheven onder de strikte voorwaarden die daartoe zijn gesteld door de Uniewetgever.
33 De enge uitlegging van artikel 2, lid 1, onder b) en c), van richtlijn 2008/7, waarvoor de Minister pleit in het hoofdgeding, zou het de lidstaten evenwel in strijd met de doelstelling van deze richtlijn mogelijk maken om op het bijeenbrengen van kapitaal waarbij is voldaan aan deze criteria, indirecte belastingen te heffen onder andere voorwaarden dan die welke zijn gesteld in het kader van de met deze richtlijn verwezenlijkte harmonisatie.
34 In de vierde plaats biedt ook de ontstaansgeschiedenis van diezelfde richtlijn steun voor een uitlegging van het begrip „kapitaalvennootschap” die het mogelijk maakt het grootst mogelijke aantal lichamen die binnen de interne markt kapitaal kunnen bijeenbrengen, onder deze noemer te brengen. In de overwegingen 5 en 6 van richtlijn 2008/7 wordt immers verduidelijkt dat de met deze richtlijn nagestreefde doeleinden het best worden gediend met de afschaffing van het kapitaalrecht. Alleen wegens budgettaire moeilijkheden waarmee de lidstaten zouden te maken hebben in geval van afschaffing van het kapitaalrecht, mogen zij dat recht behouden zo zij niet hebben afgezien van de heffing van deze belasting. Bovendien heeft een lidstaat die heeft afgezien van de heffing van het kapitaalrecht, niet langer de mogelijkheid dat recht opnieuw in te voeren.
35 In de vijfde plaats zij opgemerkt dat artikel 12, lid 2, van deze richtlijn bepaalt dat een lidstaat het bedrag van de inbreng van een voor de verbintenissen van een kapitaalvennootschap onbeperkt aansprakelijke vennoot, alsmede het bedrag van het aandeel van een zodanige vennoot in het vennootschappelijk vermogen, kan uitsluiten van de belastinggrondslag van het kapitaalrecht. Zoals de advocaat-generaal in punt 46 van zijn conclusie heeft opgemerkt, bevestigt het gegeven dat deze bepaling ziet op de specifieke situatie waarin een CVA zich bevindt, de conclusie dat dergelijke vennootschappen, alsmede elke soortgelijke hybride rechtsstructuur, binnen de werkingssfeer van diezelfde richtlijn vallen.
36 Gelet op een en ander dient op de eerste vraag te worden geantwoord dat artikel 2, lid 1, onder b) en c), van richtlijn 2008/7 aldus moet worden uitgelegd dat een CVA naar Pools recht moet worden beschouwd als een kapitaalvennootschap in de zin van deze bepaling, ook al is mogelijkerwijs voor slechts een deel van haar kapitaal en van haar vennoten voldaan aan de in deze bepaling gestelde voorwaarden.