Home

Hof van Justitie EU 13-11-2014 ECLI:EU:C:2014:2369

Hof van Justitie EU 13-11-2014 ECLI:EU:C:2014:2369

Gegevens

Instantie
Hof van Justitie EU
Datum uitspraak
13 november 2014

Uitspraak

Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 13 november 2014 – Commissie/Verenigd Koninkrijk

(Zaak C‑112/14) 1 (1)

"Niet-nakoming - Vrijheid van vestiging - Vrij verkeer van kapitaal - Artikel 49 VWEU en artikel 63 VWEU - Artikelen 31 en 40 van de EER-Overeenkomst - Nationale belastingwetgeving - Toewijzing van de meerwaarde aan de participanten in vennootschappen met een beperkt aantal aandeelhouders - Verschillende behandeling van ingezeten en niet-ingezeten ondernemingen - Volstrekt kunstmatige constructies - Evenredigheid"

1. Beroep wegens niet-nakomingVoorwerp van het geschilVerdragsbepalingenNationale belastingregeling volgens welke de in vennootschappen met een beperkt aantal aandeelhouders gerealiseerde meerwaarde onmiddellijk wordt toegerekend aan de participanten in die vennootschappenPotentiële aantasting van zowel de vrijheid van vestiging als het vrije verkeer van kapitaalAfbakening van het beroep volgens het verzoek van de Commissie (Art. 49 VWEU en 63 VWEU; EER-Overeenkomst, art. 31 en 40) (cf. punten 16, 17)

2. Vrij verkeer van kapitaal en vrijheid van betalingsverkeerBeperkingenBelastingwetgevingBelasting van de meerwaardeNationale belastingregeling volgens welke de in vennootschappen met een beperkt aantal aandeelhouders gerealiseerde meerwaarde onmiddellijk wordt toegerekend aan de participanten in die vennootschappenVerschillende behandeling van ingezeten en niet-ingezeten vennootschappenOntoelaatbaarheidRechtvaardigingBestrijding van belastingontwijkingSchending van het evenredigheidsbeginsel (Art. 63 VWEU; EER-Overeenkomst, art. 40) (cf. punten 19, 20, 27, 31, dictum 1)

Dictum

1) Door een belastingwetgeving vast te stellen en te handhaven betreffende de toewijzing van meerwaarde aan de participanten („participators”) in niet-ingezeten vennootschappen die voorziet in een verschillende behandeling van binnenlandse en grensoverschrijdende activiteiten, is het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland de verplichtingen niet nagekomen die op hem rusten krachtens artikel 63 VWEU en artikel 40 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992.

2) Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland wordt verwezen in de kosten.