Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 4 juni 2015
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 4 juni 2015
Gegevens
- Instantie
- Hof van Justitie EU
- Datum uitspraak
- 4 juni 2015
Uitspraak
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 4 juni 2015 –
Commissie/Verenigd Koninkrijk
(Zaak C‑161/14) 1(1)
"Niet-nakoming - Gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde - Richtlijn 2006/112/EG - Artikel 98, lid 2 - Punt 10 van bijlage III - Verlaagd btw-tarief voor de levering, bouw, renovatie en verbouwing van in het kader van het sociaal beleid verstrekte huisvesting - Punt 10 bis van bijlage III - Verlaagd btw-tarief voor de renovatie en het herstel van particuliere woningen, met uitzondering van materialen die een beduidend deel van de waarde van de verstrekte diensten vertegenwoordigen - Nationale wettelijke regeling op grond waarvan een verlaagd btw-tarief wordt toegepast op de levering en de installatie van energiebesparend materiaal "
1. Recht van de Europese UnieUitleggingMeertalige tekstenDivergentie tussen de verschillende taalversiesInaanmerkingneming van de algemene opzet en het doel van de betrokken regeling (Richtlijn 2006/112 van de Raad, bijlage III, punt 10) (cf. punten 21‑23, 25)
2. Harmonisatie van de belastingwetgevingGemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waardeMogelijkheid voor de lidstaten om een verlaagd tarief toe te passen op bepaalde leveringen van goederen en dienstverrichtingenVerlaagd tarief voor de levering, bouw, renovatie en verbouwing van in het kader van het sociaal beleid verstrekte huisvestingToepassing van een verlaagd tarief op de levering en de installatie van energiebesparend materiaalUitbreiding van de werkingssfeer van het verlaagd tarief tot alle leveringen van goederen en dienstverrichtingen waarmee energie kan worden bespaard en die niet voornamelijk van sociale aard zijn in de zin van het UnierechtNiet-nakoming (Richtlijn 2006/112 van de Raad, art. 98, lid 2, en 110 en bijlage III, punt 10) (cf. punten 30‑33, 40)
3. Harmonisatie van de belastingwetgevingGemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waardeMogelijkheid voor de lidstaten om een verlaagd tarief toe te passen op bepaalde leveringen van goederen en dienstverrichtingenVerlaagd tarief de renovatie en het herstel van particuliere woningen, met uitzondering van materialen die een beduidend deel van de waarde van de verstrekte diensten vertegenwoordigenToepassing van een verlaagd tarief op de levering en de installatie van energiebesparend materiaalUitbreiding van de werkingssfeer van het verlaagd tarief tot de levering en de bouw van dergelijke particuliere woningenNiet-nakoming (Richtlijn 2006/112 van de Raad, art. 98, lid 2, en bijlage III, punt 10 bis) (cf. punten 35‑40)
Dictum
1) Door een verlaagd tarief voor de belasting over de toegevoegde waarde toe te passen op installatiediensten voor „energiebesparend materiaal” en op leveringen van dergelijk materiaal door degene die dit materiaal in de woning installeert:
– terwijl deze diensten en leveringen niet kunnen worden beschouwd als „levering, bouw, renovatie en verbouwing van in het kader van het sociaal beleid verstrekte huisvesting” in de zin van punt 10 van bijlage III bij richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, zoals gewijzigd bij richtlijn 2009/47/EG van de Raad van 5 mei 2009;
– terwijl deze diensten en leveringen niet vallen binnen de draagwijdte van „renovatie en herstel van particuliere woningen” in de zin van punt 10 bis van bijlage III bij die richtlijn, en
– terwijl de genoemde diensten en leveringen, zelfs wanneer zij binnen de draagwijdte van renovatie en herstel van particuliere woningen in de zin van punt 10 bis van bijlage III bij die richtlijn vallen, materialen omvatten die een beduidend deel vertegenwoordigen van de waarde van de verstrekte diensten,
is het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland de verplichtingen niet nagekomen die op hem rusten krachtens artikel 98 van richtlijn 2006/112, zoals gewijzigd bij richtlijn 2009/47, gelezen in samenhang met bijlage III bij die richtlijn.
2) Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland wordt verwezen in de kosten.