Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 17 december 2015
Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 17 december 2015
Gegevens
- Instantie
- Hof van Justitie EU
- Datum uitspraak
- 17 december 2015
Uitspraak
Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 17 december 2015 –
YARA Brunsbüttel
(Zaak C‑529/14)(1)
"Prejudiciële verwijzing - Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Richtlijn 2003/96/EG - Heffing van belasting over energieproducten en elektriciteit - Artikel 2, lid 4, onder b) - Duaal gebruik van energieproducten - Begrip - Energieproduct dat wordt gebruikt voor de thermische behandeling van afval en gasvormige effluenten"
1. Prejudiciële vragenAntwoord dat duidelijk uit de rechtspraak kan worden afgeleidToepassing van artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering (Art. 267 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 99) (cf. punten 20, 21)
2. Fiscale bepalingenHarmonisatie van de wetgevingenHeffing van belasting over energieproducten en elektriciteitRichtlijn 2003/96WerkingssfeerDuaal gebruik van energieproductenBegripAardgas dat, enerzijds, wordt gebruikt bij de productie van ammoniak, en anderzijds, voor de thermische ontbinding en de afvoer van de restgassen die bij dit proces vrijkomenDaarvan uitgeslotenVerlening van een fiscale vrijstellingVoorwaarden [Richtlijn 2003/96 van de Raad, art. 2, lid 4, b), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 2004/75] (cf. punten 28‑31 en dictum)
Dictum
Artikel 2, lid 4, onder b), van richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit, zoals gewijzigd bij richtlijn 2004/75/EG van de Raad van 29 april 2004, moet aldus worden uitgelegd dat aardgas dat zowel wordt gebruikt voor het verhitten en drogen van stoom die vervolgens wordt gebruikt in het productieproces van ammoniak, als voor de thermische ontbinding en de afvoer van de restgassen die bij dit proces vrijkomen, geen duaal gebruikt energieproduct in de zin van deze bepaling vormt dat van de werkingssfeer van deze richtlijn uitgesloten is. Bijgevolg kunnen de lidstaten alleen een fiscale vrijstelling voor het gebruik van een dergelijk energieproduct verlenen voor zover deze vrijstelling in overeenstemming is met de verplichtingen die zijn neergelegd in richtlijn 2003/96, zoals gewijzigd bij richtlijn 2004/75.