Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 22 februari 2018
Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 22 februari 2018
Gegevens
- Instantie
- Hof van Justitie EU
- Datum uitspraak
- 22 februari 2018
Uitspraak
Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 22 februari 2018 – Bisignani
(Zaak C‑125/17)(1)
"„Prejudiciële verwijzing - Artikelen 53, lid 2, en 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Vrij verkeer van kapitaal - Artikelen 64 en 65 VWEU - Richtlijn 2011/16/EU - Administratieve samenwerking op het gebied van belastingen - Kapitaaloverdracht aan Vaticaanstad - Verplichting tot aangifte van geldovermakingen naar of uit het buitenland - Intrekking”"
1. Vrij verkeer van kapitaal en vrijheid van betalingsverkeerBeperkingenBelastingwetgevingVerplichting tot aangifte van geldovermakingen naar het buitenlandIntrekking van een dergelijke verplichtingToelaatbaarheidGeen beperkingen
[Art. 64, lid 1, VWEU en 65, lid 1, a), VWEU]
(zie punten 22‑27, 33 en dictum)
2. Prejudiciële vragenOntvankelijkheidNoodzaak om het Hof voldoende preciseringen over de feitelijke en juridische context te verstrekkenDraagwijdteVerzoek dat niet voldoende preciseringen over de feitelijke en juridische context verstrektOnmogelijkheid voor het Hof om de verwijzende rechterlijke instantie een nuttig antwoord te gevenKennelijke niet-ontvankelijkheid
(Art. 267 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 94; richtlijn 2011/16 van de Raad)
(zie punten 29‑32)
Dictum
De artikelen 64, lid 1, en 65, lid 1, onder a), VWEU moeten in die zin worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een nationale wettelijke regeling als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die de inbreuk van niet aangeven van geldovermakingen naar het buitenland definitief afschaft.