Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 30 april 2020
Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 30 april 2020
Gegevens
- Instantie
- Hof van Justitie EU
- Datum uitspraak
- 30 april 2020
Uitspraak
Arrest van het Hof (Zevende kamer)
30 april 2020(*)
"„Prejudiciële verwijzing - Verordening (EEG) nr. 2658/87 - Douane-unie en gemeenschappelijk douanetarief - Tariefindeling - Gecombineerde nomenclatuur - Postonderverdeling 85258091 - Digitale fototoestellen - Videocamera‑opnametoestellen - Digitale videocamera waarmee stilstaande beelden en filmbeelden met een resolutie van minder dan 800 × 600 pixels kunnen worden opgenomen en opgeslagen”"
In zaak C‑810/18,
betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de Krajský súd v Trnave (rechter in eerste aanleg Trnava, Slowakije) bij beslissing van 3 december 2018, ingekomen bij het Hof op 21 december 2018, in de procedure
DHL Logistics (Slovakia) spol. s r. o.
tegenFinančné riaditeľstvo Slovenskej republiky,
HET HOF (Zevende kamer),
samengesteld als volgt: P. G. Xuereb, kamerpresident, T. von Danwitz en A. Kumin (rapporteur), rechters,
advocaat-generaal: P. Pikamäe,
griffier: A. Calot Escobar,
gezien de stukken,
gelet op de opmerkingen van:
-
de Slowaakse regering, vertegenwoordigd door B. Ricziová als gemachtigde,
-
de Europese Commissie, aanvankelijk vertegenwoordigd door A. Tokár en A. Caeiros, vervolgens door A. Tokár als gemachtigden,
-
gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,
het navolgende
Arrest
1 Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van tariefonderverdeling 8525 80 91 van de gecombineerde nomenclatuur (hierna: „GN”), die is opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief‑ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB 1987, L 256, blz. 1), zoals achtereenvolgens gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1031/2008 van de Commissie van 19 september 2008 (PB 2008, L 291, blz. 1), verordening (EG) nr. 948/2009 van de Commissie van 30 september 2009 (PB 2009, L 287, blz. 1), verordening (EU) nr. 861/2010 van de Commissie van 5 oktober 2010 (PB 2010, L 284, blz. 1), verordening (EU) nr. 1006/2011 van de Commissie van 27 september 2011 (PB 2011, L 282, blz. 1, met rectificatie in PB 2011, L 290, blz. 6), en uitvoeringsverordening (EU) nr. 927/2012 van de Commissie van 9 oktober 2012 (PB 2012, L 304, blz. 1).
2 Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen DHL Logistics (Slovakia) spol. s r. o. (hierna: „DHL”) en de Finančné riaditeľstvo Slovenskej republiky (directie financiën van de Slowaakse Republiek; hierna: „directie financiën”) over de tariefindeling van digitale videocamera’s.
Unierecht
3 Uit het aan het Hof overgelegde dossier blijkt dat op de feiten van het hoofdgeding de GN‑versies voor de jaren 2009 tot en met 2012 van toepassing zijn, die respectievelijk zijn vervat in de verordeningen nr. 1031/2008, nr. 948/2009, nr. 861/2010 en nr. 1006/2011, alsmede in uitvoeringsverordening nr. 927/2012. De in het hoofdgeding aangevoerde bepalingen van de GN zijn evenwel ongewijzigd gebleven in de opeenvolgende GN‑versies.
4 De algemene regels voor de interpretatie van de GN, die zijn opgenomen in het eerste deel, titel I, afdeling A, daarvan, bepalen:
„Voor de indeling van goederen in de [GN] gelden de volgende bepalingen.
De tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken wordt geacht slechts als aanwijzing te gelden; voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken en – voor zover dit niet in strijd is met de bewoordingen van bedoelde posten en aantekeningen – de navolgende regels.
[…]
Voor de indeling van goederen onder de onderverdelingen van een post zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van die onderverdelingen en de aanvullende aantekeningen, alsmede „mutatis mutandis” de vorenstaande regels, met dien verstande dat uitsluitend onderverdelingen van gelijke rangorde met elkaar kunnen worden vergeleken. Voor de toepassing van deze regel en voor zover niet anders is bepaald, zijn de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken eveneens van toepassing.”
5 Het tweede deel van de GN, met als opschrift „Tabel van de rechten”, omvat een afdeling XVI met het opschrift „Machines, toestellen en elektrotechnisch materieel, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen”.
6 Aantekening 3 onder het opschrift van deze afdeling van de GN luidt als volgt:
„Voor zover niet anders is bepaald, worden combinaties van machines van verschillende soorten, die bestemd zijn om gezamenlijk te functioneren en die een geheel vormen, alsmede machines met twee of meer verschillende (afwisselende of aanvullende) functies, ingedeeld naar de hoofdfunctie die kenmerkend is voor het complex.”
7 Hoofdstuk 85 van de GN, dat onder die afdeling van deze nomenclatuur staat, heeft als opschrift „Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen” en omvat de volgende posten en onderverdelingen:
„8525
Zendtoestellen voor radio-omroep of televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel of toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid; televisiecamera’s, digitale fototoestellen en videocamera-opnametoestellen
[…]
[…]
8525 80
– televisiecamera’s, digitale fototoestellen en videocamera-opnametoestellen
[…]
[…]
8525 80 30
– – digitale fototoestellen
– – videocamera-opnametoestellen
8525 80 91
– – – enkel voorzien van een opnamemogelijkheid van het door de televisiecamera geregistreerde beeld en geluid
8525 80 99
– – – andere”
8 Volgens artikel 9, lid 1, onder a), eerste streepje, en artikel 10 van verordening nr. 2658/87, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 254/2000 van de Raad van 31 januari 2000 (PB 2000, L 28, blz. 16), stelt de Europese Commissie, bijgestaan door het Comité voor de douanecode, de maatregelen vast betreffende de toepassing van de GN met betrekking tot de indeling van goederen. Verordening (EG) nr. 1231/2007 van de Commissie van 19 oktober 2007 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur (PB 2007, L 279, blz. 3) is vastgesteld op grondslag van de eerstgenoemde bepaling.
9 De bijlage bij verordening nr. 1231/2007 deelt de goederen die zijn omschreven in kolom 1 van de in de bijlage opgenomen tabel, in de GN in onder de in kolom 2 van deze tabel vermelde corresponderende GN‑code op grond van de in kolom 3 van die tabel genoemde motivering. Wat postonderverdelingen 8525 80 30 en 8525 80 91 betreft, ziet deze tabel eruit als volgt:
„3. Een digitaal fototoestel voor het opnemen en opslaan van beelden op een intern opslagmedium met een capaciteit van 22 [megabyte (MB)] of op een geheugenkaart met een capaciteit van maximaal 1 [gigabyte (GB)].
Het digitale fototoestel beschikt over een zogenoemde charge-coupled device (CCD) van 6 megapixels en een liquid crystal device (lcd-)scherm met een diagonaal van 6,35 cm (2,5 inch) dat kan worden gebruikt om eerder opgenomen beelden of beelden tijdens de opname te bekijken.
De maximale resolutie van het stilstaande beeld is 3 680 × 2 760 pixels.
Als de hoogste resolutie wordt gebruikt, kunnen op een geheugenkaart van 1 GB ongeveer 290 stilstaande beelden worden opgeslagen. Als de resolutie van 640 × 480 pixels wordt gebruikt, kunnen op een geheugenkaart van 1 GB ongeveer 7 550 stilstaande beelden worden opgeslagen.
De maximale resolutie voor video-opnamen is 640 × 480 pixels.
Als deze hoogste resolutie wordt gebruikt, kan het toestel op een geheugenkaart van 1 GB ongeveer 11 minuten video opnemen met 30 beelden per seconde (30 fps).
Het digitale fototoestel heeft een optische zoomfunctie die niet gedurende de video-opname gebruikt kan worden.
8525 80 30
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de [GN], aantekening 3 op afdeling XVI en de tekst van de GN‑codes 8525, 8525 80 en 8525 80 30.
Het digitale fototoestel kan niet als televisiecamera in de onderverdelingen 8525 80 11 of 8525 80 19 worden ingedeeld omdat het toestel zowel stilstaande beelden als videobeelden kan opnemen.
Het toestel kan een groot aantal stilstaande beelden van hoge kwaliteit opnemen.
Het toestel kan echter alleen video met een resolutie van minder dan 800 x 600 pixels opnemen en kan tijdens video-opnamen niet in‑ of uitzoomen. (Zie de GN‑toelichting bij onderverdeling 8525 80 30.)
Op grond van aantekening 3 op afdeling XVI, is de hoofdfunctie van het toestel het opnemen en opslaan van stilstaande beelden en daarom moet het toestel worden ingedeeld als een digitaal fototoestel van onderverdeling 8525 80 30.
4. Een digitaal fototoestel voor het opnemen en opslaan van beelden op een geheugenkaart met een capaciteit van maximaal 1 GB.
Het digitale fototoestel beschikt over een zogenoemde charge-coupled device (CCD) van 6 megapixels en een uitklapbaar zoekscherm van een liquid crystal device (lcd-)type met een diagonaal van 5,08 cm (2,0 inch) dat kan worden gebruikt om eerder opgenomen beelden of beelden tijdens de opname te bekijken.
De maximale resolutie van het stilstaande beeld is 3 680 × 2 760 pixels.
Als de hoogste resolutie wordt gebruikt, kunnen op een geheugenkaart van 1 GB ongeveer 300 stilstaande beelden worden opgeslagen. Als de resolutie van 640 × 480 pixels wordt gebruikt, kunnen op een geheugenkaart van 1 GB ongeveer 7 750 stilstaande beelden worden opgeslagen.
De maximale resolutie voor video-opnamen is 640 × 480 pixels.
Als deze hoogste resolutie wordt gebruikt, kan het toestel op een geheugenkaart van 1 GB ongeveer 42 minuten video opnemen met 30 beelden per seconde (30 fps).
Het digitale fototoestel heeft een optische zoomfunctie die gedurende de video-opname gebruikt kan worden.
8525 80 30
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de [GN], aantekening 3 op afdeling XVI en de tekst van de GN‑codes 8525, 8525 80 en 8525 80 30.
Het digitale fototoestel kan niet als televisiecamera in de onderverdelingen 8525 80 11 of 8525 80 19 worden ingedeeld omdat het toestel zowel stilstaande beelden als videobeelden kan opnemen.
Het toestel kan een groot aantal stilstaande beelden van hoge kwaliteit opnemen.
Hoewel het toestel er als een videocamera-opnametoestel uitziet, een zoomfunctie heeft die tijdens video-opnamen kan worden gebruikt en ongeveer tot 42 minuten video in een resolutie van 640 x 480 pixels kan opnemen, blijft het opnemen van videobeelden een bijkomstige functie aangezien het toestel slechts videobeelden met een resolutie van minder dan 800 x 600 pixels kan opnemen. (Zie de GN‑toelichting bij onderverdeling 8525 80 30.)
Op grond van aantekening 3 op afdeling XVI, is de hoofdfunctie van het toestel het opnemen en opslaan van stilstaande beelden en daarom moet het toestel worden ingedeeld als een digitaal fototoestel van onderverdeling 8525 80 30.
5. Een videocamera-opnametoestel voor het opnemen en opslaan van beelden op een geheugenkaart met een capaciteit van maximaal 2 GB.
Het videocamera-opnametoestel beschikt over een zogenoemde charge-coupled device (CCD) van 5 megapixels en een uitklapbaar zoekscherm van een zogenoemd organic light-emitting diode (oled) type met een diagonaal van 5,59 cm (2,2 inch) dat kan worden gebruikt om eerder opgenomen beelden of beelden tijdens de opname te bekijken.
Het beschikt over een microfooningang en een audio-video-uitgang.
De maximale resolutie voor video-opnamen is 1 280 × 720 pixels.
Als de hoogste resolutie wordt gebruikt, kunnen op een geheugenkaart van 2 GB ongeveer 42 minuten videobeelden worden opgeslagen met 30 beelden per seconde (30 fps). Als de resolutie van 640 × 480 pixels wordt gebruikt, kunnen op een geheugenkaart van 2 GB 2 uur videobeelden worden opgeslagen met 30 beelden per seconde (30 fps).
De maximale resolutie van het stilstaande beeld is 3 680 × 2 760 pixels.
Als de hoogste resolutie wordt gebruikt, kunnen op een geheugenkaart van 2 GB ongeveer 600 stilstaande beelden worden opgeslagen. Als de resolutie van 640 × 480 pixels wordt gebruikt, kunnen op een geheugenkaart van 2 GB ongeveer 15 500 stilstaande beelden worden opgeslagen.
Het videocamera-opnametoestel heeft een optische zoomfunctie die tijdens video-opnamen kan worden gebruikt.
8525 80 91
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de [GN], aantekening 3 op afdeling XVI en de tekst van de GN‑codes 8525, 8525 80 en 8525 80 91.
Het videocamera-opnametoestel kan niet als televisiecamera in de onderverdelingen 8525 80 11 of 8525 80 19 worden ingedeeld omdat het toestel zowel stilstaande beelden als videobeelden kan opnemen.
Op grond van aantekening 3 op afdeling XVI, is de hoofdfunctie het opnemen en opslaan van videobeelden, omdat het toestel video-opnamen kan maken met een hogere resolutie dan 800 x 600 gedurende ongeveer 42 minuten, gebruikmakend van een resolutie van 1 280 x 720 pixels met 30 beelden per seconden (30 fps). Verder heeft het videocamera-opnametoestel een optische zoomfunctie die tijdens video-opnamen kan worden gebruikt. (Zie de GN‑toelichtingen bij onderverdelingen 8525 80 91 en 8525 80 99.)
Aangezien het toestel alleen het door de televisiecamera geregistreerde beeld en geluid kan opnemen, wordt het ingedeeld als videocamera-opnametoestel (videocamcorder) in onderverdeling 8525 80 91.”
10 De toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Unie (PB 2011, C 137, blz. 1) hebben betrekking op de GN‑versie van verordening nr. 861/2010 (hierna: „GN‑toelichtingen”). Toch zijn zij relevant voor het hoofdgeding, aangezien, zoals blijkt uit punt 3 van dit arrest, de tekst van GN‑post 8525 en die van GN‑onderverdelingen 8525 80 30 en 8525 80 91 ongewijzigd zijn gebleven na de bij verordening nr. 1006/2011 en uitvoeringsverordening nr. 927/2012 aangebrachte wijzigingen van deze nomenclatuur. In de GN‑toelichtingen met betrekking tot deze posten en postonderverdelingen staat het volgende te lezen:
„8525
Zendtoestellen voor radio-omroep of televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel of toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid; televisiecamera’s, digitale fototoestellen en videocamera-opnametoestellen
[…]
[…]
[…]
8525 80 30
Digitale fototoestellen
Digitale toestellen (camera’s) van deze onderverdeling zijn altijd geschikt voor de opname van stilstaand beeld op een intern geheugen of een verwisselbare drager.
De meeste digitale fototoestellen (camera’s) van deze onderverdeling hebben het ontwerp van een traditioneel fototoestel en hebben geen inklapbare zoeker.
Deze digitale fototoestellen (camera’s) kunnen ook filmbeelden opnemen.
Zij blijven onder deze onderverdeling ingedeeld tenzij zij, gebruikmakend van de maximale opslagcapaciteit, in staat zijn om 30 of meer minuten video in één opname op te nemen met een resolutie van 800 x 600 pixels (of hoger) bij 23 beelden per seconde (of hoger).
Vergeleken met videocamera-opnametoestellen van onderverdelingen 8525 80 91 en 8525 80 99 bieden veel digitale fototoestellen (wanneer ze als videocamera-opnametoestellen gebruikt worden) niet de mogelijkheid om tijdens de video-opname gebruik te maken van een optische zoomfunctie. Sommige digitale fototoestellen stoppen de video-opname na een bepaalde tijd, ongeacht de beschikbare opslagcapaciteit.
8525 80 91
en
8525 80 99
Videocamera-opnametoestellen
Videocamera-opnametoestellen van deze onderverdelingen kunnen altijd filmbeelden opnemen op een intern geheugen of een verwisselbare drager.
In het algemeen hebben videocamera-opnametoestellen van deze onderverdelingen een andere vormgeving dan digitale fototoestellen van onderverdeling 8525 80 30. Ze hebben vaak een inklapbare zoeker en worden vaak samen met een afstandsbediening aangeboden. Zij beschikken altijd over een optische zoomfunctie die tijdens de video-opname kan worden gebruikt. Deze videocamera-opnametoestellen [bieden] de mogelijkheid om stilstaand beeld op te nemen.
Digitale fototoestellen zijn van deze onderverdelingen uitgesloten als zij, gebruikmakend van de maximale opslagcapaciteit, niet in staat zijn om 30 of meer minuten video in één opname op te nemen met een resolutie van 800 x 600 pixels (of hoger) bij 23 beelden per seconde (of hoger).”
Hoofdgeding en prejudiciële vraag
11 Blijkens het dossier waarover het Hof beschikt heeft DHL van 2009 tot 2012 goederen ingevoerd die in de schriftelijke douaneaangifte waren opgegeven als „digitale videocamera’s” (hierna: „betrokken goederen”) die vielen onder GN‑postonderverdeling 8525 80 91, welke ziet op „videocamera-opnametoestellen die enkel voorzien zijn van een opnamemogelijkheid van het door de televisiecamera geregistreerde beeld en geluid”, waarop een tarief van 4,9 % inzake douanerechten van toepassing is.
12 Op 13 november 2012 heeft DHL zich tot de Colný úrad Trnava (douanekantoor Trnava, Slowakije) (hierna: „douanekantoor”) gewend met 35 verzoeken tot terugbetaling van de invoerrechten die haar in rekening waren gebracht bij besluiten die in het kader van de douaneprocedure waren genomen, waarbij zij heeft aangevoerd dat de betrokken goederen hadden moeten worden ingedeeld onder GN‑postonderverdeling 8525 80 30, die betrekking heeft op „digitale fototoestellen” en waarvoor een nultarief voor invoerrechten geldt.
13 Aangezien het douanekantoor die verzoeken heeft afgewezen, heeft DHL een bezwaar ingediend bij de directie financiën.
14 Bij besluit van 5 juni 2017 heeft deze nationale autoriteit het bezwaar afgewezen en de besluiten van het douanekantoor dus bevestigd. Daarop heeft DHL bij de verwijzende rechter, de Krajský súd v Trnave (rechter in eerste aanleg Trnava, Slowakije), beroep ingesteld tot nietigverklaring van dit besluit van de directie financiën.
15 De verwijzende rechter merkt op dat het bij de betrokken goederen om toestellen met verschillende functies gaat. Zij kunnen namelijk meer dan 30 minuten ononderbroken video opnemen met een resolutie van 720 x 576 pixels bij 50 beelden per seconde en gedurende die tijd kan een „zoomfunctie” door de gebruiker worden geactiveerd. Voorts zijn deze toestellen ook geschikt voor het opnemen en opslaan van stilstaande beelden met een resolutie van 800 x 600 pixels of zelfs 1 600 x 1 200 pixels voor bepaalde modellenreeksen. De verwijzende rechter wijst er tevens op dat de video-opnamen en stilstaande beelden worden opgeslagen op een geheugenkaart.
16 De tariefindeling van de betrokken goederen dient volgens de verwijzende rechter te worden bepaald met inachtneming van de algemene regels voor de interpretatie van de GN, gelezen in samenhang met de aantekeningen op afdeling XVI van de GN en met name aantekening 3, die respectievelijk in de punten 4, 5 en 6 van dit arrest zijn genoemd. Het gaat er dus om de voor deze goederen kenmerkende hoofdfunctie te bepalen, rekening houdend met de tekst van de betrokken postonderverdelingen en aantekeningen van de GN.
17 Partijen in het hoofdgeding zijn het juist oneens over het antwoord op de vraag welke functie de hoofdfunctie van de betrokken goederen is.
18 DHL is in wezen van mening dat deze goederen, die videobeelden kunnen opnemen en opslaan met een maximale resolutie van 720 x 576 pixels – dat wil zeggen, een lagere resolutie dan die welke in de bijlage bij verordening nr. 1231/2007 wordt vereist voor indeling onder GN‑postonderverdeling 8525 80 91 –, „digitale fototoestellen” zijn die onder GN‑postonderverdeling 8525 80 30 vallen, aangezien hun hoofdfunctie het opnemen en opslaan van stilstaande beelden is.
19 Ter onderbouwing van haar standpunt wijst DHL er met name op dat de betrokken goederen, gelet op de „bindende tariefinlichtingen” die voor dezelfde goederen in verschillende lidstaten zijn afgegeven – namelijk, onder andere, in Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk – als „digitale fototoestellen” hadden moeten worden ingedeeld onder GN‑postonderverdeling 8525 80 30.
20 Volgens de directie financiën genereren de betrokken goederen stilstaande beelden met een lage resolutie, namelijk slechts een resolutie van 1 600 x 1 200 pixels of zelfs 800 x 600 pixels voor bepaalde modellenreeksen. Bijgevolg kan niet worden gesteld dat hun hoofdfunctie het opnemen en opslaan van stilstaande beelden is. Deze goederen moeten dus worden ingedeeld als „videocamera-opnametoestellen” die onder GN‑postonderverdeling 8525 80 91 vallen. Bovendien is het enige criterium waaraan die goederen voldoen om als „digitale fototoestellen” te worden ingedeeld onder GN‑postonderverdeling 8525 80 30, de resolutie van minder dan 800 x 600 pixels wanneer het toestel wordt gebruikt om videobeelden op te nemen en op te slaan.
21 Volgens de verwijzende rechter voldoen de betrokken goederen aan alle criteria om als „videocamera-opnametoestellen” te kunnen worden ingedeeld onder GN‑postonderverdeling 8525 80 91, behalve aan het criterium betreffende de beeldresolutie wanneer het toestel wordt gebruikt om videobeelden op te nemen en op te slaan. Dit criterium wordt door de GN‑toelichtingen evenwel van fundamenteel belang geacht om die goederen als „digitale fototoestellen” in te delen in GN‑postonderverdeling 8525 80 30.
22 In die omstandigheden heeft de Krajský súd v Trnava de behandeling van de zaak geschorst en het Hof de volgende prejudiciële vraag voorgelegd:
„Moet postonderverdeling 8525 80 91 van de [GN] […] aldus worden uitgelegd dat goederen zoals digitale videocamera’s (die in het hoofdgeding aan de orde zijn) onder deze onderverdeling kunnen worden ingedeeld, ook al kunnen zij alleen filmbeelden met een resolutie van minder dan 800 x 600 pixels – in casu 720 x 576 pixels – opnemen en opslaan en wordt een andere functie van deze goederen, namelijk het opnemen en opslaan van stilstaande beelden, beperkt doordat die beelden een resolutie van 1 600 x 1 200 pixels (1,92 megapixels) hebben?”
Beantwoording van de prejudiciële vraag
23 Met zijn vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of de GN aldus moet worden uitgelegd dat digitale videocamera’s met een dubbele functie, namelijk het opnemen en opslaan van zowel stilstaande beelden als filmbeelden, als „videocamera-opnametoestellen” onder GN‑postonderverdeling 8525 80 91 vallen, hoewel met deze camera’s alleen filmbeelden met een resolutie van minder dan 800 x 600 pixels kunnen worden opgenomen en opgeslagen.
24 Om te beginnen moet worden benadrukt dat wanneer het Hof een prejudiciële vraag krijgt voorgelegd op het gebied van de tariefindeling, het veeleer tot taak heeft de nationale rechter de criteria aan te reiken aan de hand waarvan hij de betrokken producten correct in de GN kan indelen, dan zelf deze indeling te verrichten, temeer daar het Hof niet altijd over de daarvoor noodzakelijke gegevens beschikt. De nationale rechter lijkt hiertoe in elk geval beter te zijn toegerust (arresten van 16 februari 2006, Proxxon, C‑500/04, EU:C:2006:111, punt 23 , en 22 november 2012, Digitalnet e.a., C‑320/11, C‑330/11, C‑382/11 en C‑383/11, EU:C:2012:745, punt 61 , alsmede beschikking van 22 oktober 2014, Mineralquelle Zurzach, C‑139/14, EU:C:2014:2313, punt 28 ).
25 In de eerste plaats zij eraan herinnerd dat uit vaste rechtspraak van het Hof volgt dat het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen, in het belang van de rechtszekerheid en ter vergemakkelijking van de controles, in de regel moet worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, zoals deze zijn omschreven in de tekst van de GN‑post en in de aantekeningen op de afdelingen of de hoofdstukken van de GN (arresten van 26 september 2000, Eru Portuguesa, C‑42/99, EU:C:2000:501, punt 13 , en 5 maart 2015, Vario Tek, C‑178/14, niet gepubliceerd, EU:C:2015:152, punt 21 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
26 In de tweede plaats heeft het Hof ook geoordeeld dat de bestemming van het product een objectief indelingscriterium kan zijn wanneer die bestemming inherent is aan het product, waarbij de inherentie moet kunnen worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan (arrest van 15 mei 2019, Korado, C‑306/18, EU:C:2019:414, punt 37 en aldaar aangehaalde rechtspraak). Tot de in dat verband te beoordelen relevante gegevens behoren zowel het gebruik waarvoor het product volgens de producent dient, als de omstandigheden en de plaats van het gebruik ervan (arrest van 2 mei 2019, Onlineshop, C‑268/18, EU:C:2019:353, punt 29 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
27 In de derde plaats moet de tariefindeling van een product worden verricht op basis van de hoofdfunctie ervan. Zo bepaalt aantekening 3 op afdeling XVI van het tweede deel van de GN met name dat een machine met verschillende functies moet worden ingedeeld volgens de hoofdfunctie die haar kenmerkt (arrest van 11 juni 2015, Amazon EU, C‑58/14, EU:C:2015:385, punt 23 ). Het Hof heeft dienaangaande verduidelijkt dat er rekening moet worden gehouden met wat voor de consument hoofd‑ en bijzaak is (arrest van 2 mei 2019, Onlineshop, C‑268/18, EU:C:2019:353, punt 31 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
28 Blijkens het verzoek om een prejudiciële beslissing hebben de betrokken goederen een dubbele functie, namelijk het opnemen en opslaan van zowel stilstaande beelden als filmbeelden.
29 In navolging van de Slowaakse regering en de Commissie in hun schriftelijke opmerkingen, moet worden opgemerkt dat de hoofdfunctie van deze goederen, gelet op de technische eigenschappen ervan, lijkt te bestaan in het opnemen en opslaan van filmbeelden, zodat zij als „videocamera-opnametoestellen” zouden moeten worden ingedeeld onder GN‑postonderverdeling 8525 80 91, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan.
30 Uit het dossier waarover het Hof beschikt blijkt immers ten eerste dat de resolutie van de opgenomen en opgeslagen stilstaande beelden weliswaar relatief laag is, te weten 1 600 x 1 200 pixels – en voor bepaalde modellenreeksen zelfs 800 x 600 pixels –, maar dat de resolutie van de opgenomen en opgeslagen filmbeelden, te weten 720 x 576 pixels, en de opnamesnelheid van 50 beelden per seconde overeenkomen met die van een standaard dvd. Ten tweede zien die goederen er door hun technische eigenschappen, met name hun vorm en uitklapbaar zoekscherm, eerder uit als videocamera-opnametoestellen dan als digitale fototoestellen. Ten derde werden alle betrokken goederen te koop aangeboden als digitale videocamera’s met als hoofdfunctie het opnemen en opslaan van filmbeelden. Ten vierde lijkt het erop dat de producent zelf deze goederen in de gebruiksaanwijzingen heeft voorgesteld als digitale videocamera’s waarvan de doelgroep bestaat uit personen die video-opnamen maken om ze op YouTube te publiceren.
31 Voorts benadrukken de Slowaakse regering en de Commissie in hun schriftelijke opmerkingen terecht dat het feit dat de betrokken goederen niet voldoen aan het in de GN‑toelichtingen vervatte criterium betreffende de opnamekwaliteit om als „videocamera-opnametoestellen” te kunnen worden ingedeeld onder GN‑postonderverdeling 8525 80 91, namelijk dat zij niet in staat zijn om filmbeelden op te nemen met een resolutie van minstens 800 x 600 pixels, niet betekent dat zij automatisch als „digitale fototoestellen” moeten worden ingedeeld onder GN‑postonderverdeling 8525 80 30.
32 Dienaangaande zij eraan herinnerd dat de GN‑toelichtingen weliswaar belangrijke hulpmiddelen zijn bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten, doch niet verbindend zijn (zie in die zin, onder andere, arresten van 6 september 2018, Kreyenhop & Kluge, C‑471/17, EU:C:2018:681, punt 38 en aldaar aangehaalde rechtspraak, en 16 mei 2019, Estron, C‑138/18, EU:C:2019:419, punt 57 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
33 Het voornoemde feit heeft bovendien geen invloed op de hoofdfunctie van de betrokken goederen, zoals bepaald door de objectieve kenmerken ervan.
34 Voor zover de verwijzende rechter erop wijst dat de partijen in het hoofdgeding het oneens zijn over het antwoord op de vraag of het bij de betrokken goederen gaat om digitale fototoestellen dan wel om digitale videocamera’s (videocamera-opnametoestellen) in de zin van de bijlage bij verordening nr. 1231/2007, volgt ten slotte uit de rechtspraak van het Hof, ten eerste, dat een dergelijke indelingsverordening door de Commissie wordt vastgesteld wanneer de indeling van een specifiek product in de GN moeilijkheden kan opleveren of controversieel is, en, ten tweede, dat voor zover een dergelijke verordening niet voor een bepaalde marktdeelnemer geldt, maar van toepassing is op alle producten die identiek zijn aan het ingedeelde product, zij een algemene strekking heeft (arrest van 19 februari 2009, Kamino International Logistics, C‑376/07, EU:C:2009:105, punt 63 ).
35 Zoals de Slowaakse regering en de Commissie in hun schriftelijke opmerkingen terecht onderstrepen, zijn de bij verordening nr. 1231/2007 ingedeelde producten als bedoeld in de punten 3 tot en met 5 van de bij deze verordening gevoegde tabel, niet identiek aan de betrokken goederen. De in deze bepalingen bedoelde digitale fototoestellen verschillen immers met name van de betrokken goederen doordat zij stilstaande beelden met een hogere kwaliteit kunnen opnemen en videobeelden kunnen opnemen met een lagere resolutie en een snelheid van 30 beelden per seconden, terwijl de betrokken goederen videobeelden kunnen opnemen met een snelheid van 50 beelden per seconde.
36 Het is inderdaad zo dat de toepassing naar analogie van een indelingsverordening op producten die vergelijkbaar zijn met die waarop deze verordening betrekking heeft, volgens de rechtspraak van het Hof bevorderend is voor een coherente uitlegging van de GN en de gelijke behandeling van de deelnemers aan het economisch verkeer (arrest van 4 maart 2004, Krings, C‑130/02, EU:C:2004:122, punt 35 ).
37 Een dergelijke toepassing naar analogie is echter niet noodzakelijk en evenmin mogelijk wanneer het Hof met zijn antwoord op een prejudiciële vraag de verwijzende rechter alle benodigde gegevens heeft verstrekt voor de indeling van een product onder de juiste GN‑post (arrest van 12 april 2018, Medtronic, C‑227/17, EU:C:2018:247, punt 59 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
38 Gelet op de voorgaande overwegingen moet op de voorgelegde vraag worden geantwoord dat de GN aldus moet worden uitgelegd dat digitale videocamera’s met een dubbele functie, namelijk het opnemen en opslaan van zowel stilstaande beelden als filmbeelden, als „videocamera-opnametoestellen” onder GN‑postonderverdeling 8525 80 91 vallen, ook al kunnen met deze camera’s alleen filmbeelden met een resolutie van minder dan 800 x 600 pixels worden opgenomen en opgeslagen, wanneer de hoofdfunctie van deze digitale videocamera’s het opnemen en opslaan van dergelijke filmbeelden is, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan.
Kosten
39 Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de verwijzende rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.
De gecombineerde nomenclatuur in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief‑ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals achtereenvolgens gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1031/2008 van de Commissie van 19 september 2008, verordening (EG) nr. 948/2009 van de Commissie van 30 september 2009, verordening (EU) nr. 861/2010 van de Commissie van 5 oktober 2010, verordening (EU) nr. 1006/2011 van de Commissie van 27 september 2011 en uitvoeringsverordening (EU) nr. 927/2012 van de Commissie van 9 oktober 2012, moet aldus worden uitgelegd dat digitale videocamera’s met een dubbele functie, namelijk het opnemen en opslaan van zowel stilstaande beelden als filmbeelden, als „videocamera-opnametoestellen” onder GN‑postonderverdeling 8525 80 91 vallen, ook al kunnen met deze camera’s alleen filmbeelden met een resolutie van minder dan 800 x 600 pixels worden opgenomen en opgeslagen, wanneer de hoofdfunctie van deze digitale videocamera’s het opnemen en opslaan van dergelijke filmbeelden is, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan.
ondertekeningen