Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 15 juli 2019
Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 15 juli 2019
Gegevens
- Instantie
- Hof van Justitie EU
- Datum uitspraak
- 15 juli 2019
Uitspraak
Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 15 juli 2019 –
Galeria Parque Nascente
(Zaak C‑438/18)(1)
"„Prejudiciële verwijzing - Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, gedeeltelijke splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten - Richtlijn 90/434/EEG - Artikelen 4 en 11 - Richtlijn 2009/133/EG - Artikelen 4 en 15 - Omgekeerde fusie - Fiscale regeling die ertoe leidt dat in geval van een omgekeerde fusie de door de moederonderneming gemaakte kosten die verband houden met een door haar afgesloten lening voor het verwerven van de aandelen van de overnemende dochteronderneming en die aftrekbaar zijn voor deze moederonderneming, worden geacht niet-aftrekbaar te zijn voor de dochteronderneming”"
1. Prejudiciële vragenBevoegdheid van het HofUitlegging verzocht wegens de toepasselijkheid op een interne situatie van een bepaling van Unierecht die door het nationale recht van toepassing is verklaardBevoegdheid tot het geven van die uitlegging
(Art. 267 VWEU; richtlijn 90/434 van de Raad; richtlijn 2009/133 van de Raad)
(zie punten 38‑41)
2. Prejudiciële vragenAntwoord dat duidelijk uit de rechtspraak kan worden afgeleidToepassing van artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering
(Art. 267 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 99)
(zie punten 45, 46)
3. Harmonisatie van de wetgevingenGemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstatenRichtlijn 90/434 Omgekeerde fusieFiscale regeling waarin de met die transactie verband houdende aftrekbare kosten zijn vastgelegdKosten van de overnemende onderneming worden, in tegenstelling tot die van de overgenomen onderneming, geacht niet-aftrekbaar te zijnToelaatbaarheid
(Richtlijn 90/434 van de Raad, zoals gewijzigd bij richtlijn 2006/98)
(zie punten 48‑51 en dictum)
Dictum
Richtlijn 90/434/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, gedeeltelijke splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten en voor de verplaatsing van de statutaire zetel van een SE of een SCE van een lidstaat naar een andere lidstaat, zoals gewijzigd bij richtlijn 2006/98/EG van de Raad van 20 november 2006, moet aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzet tegen een nationale regeling als aan de orde in het hoofdgeding, die ertoe leidt dat kosten die vóór de fusie van de betrokken vennootschappen als fiscaal aftrekbaar voor de overgenomen vennootschap werden beschouwd en die zonder deze fusie fiscaal aftrekbaar zouden zijn geweest, niet als fiscaal aftrekbaar voor de overnemende vennootschap worden beschouwd.