Home

Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 27 januari 2021

Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 27 januari 2021

Gegevens

Instantie
Hof van Justitie EU
Datum uitspraak
27 januari 2021

Uitspraak

Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 27 januari 2021 –
Commissie/Oostenrijk (Btw – Reisbureaus)

(Zaak C‑787/19)(1)

"„Niet-nakoming - Fiscale bepalingen - Belasting over de toegevoegde waarde (btw) - Richtlijn 2006/112/EG - Artikelen 306 tot en met 310 - Bijzondere regeling voor reisbureaus - Toepassing op alle soorten afnemers - Nationale wettelijke regeling die niet van toepassing is op reisdiensten die worden verricht voor belastingplichtigen die voor rekening van hun onderneming gebruikmaken van deze diensten - Artikel 73 - Maatstaf van heffing - Vaststelling van een getotaliseerde maatstaf van heffing voor dienstenpakketten of voor alle diensten die in een belastingtijdvak zijn verleend - Onverenigbaarheid”"

1. Beroep wegens niet-nakomingVoorwerp van het gedingVaststelling tijdens de precontentieuze procedureAndere formulering van de bezwaren zonder wijziging of verruiming van het voorwerp van het gedingToelaatbaarheid

(Art. 258 VWEU)

(zie punten 19‑21)

2. Beroep wegens niet-nakomingVoorwerp van het gedingVaststelling tijdens de precontentieuze procedureZuiver preventieve en subsidiaire grief in het inleidend verzoekschriftToelaatbaarheid

(Art. 258 VWEU)

(zie punten 22, 23)

3. Harmonisatie van de belastingwetgevingGemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waardeBijzondere regeling voor reisbureausNationale wettelijke regeling die niet van toepassing is op reisdiensten die worden verricht voor belastingplichtigen die voor rekening van hun onderneming gebruikmaken van deze dienstenVaststelling van een getotaliseerde maatstaf van heffing voor dienstenpakketten of voor alle diensten die in een belastingtijdvak zijn verleendOntoelaatbaarheid

(Richtlijn 2006/112 van de Raad, art. 306‑310)

(zie punten 36, 39, 41‑43, 59‑62, 66 en dictum)

4. Harmonisatie van de belastingwetgevingGemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waardeBevoegdheid van lidstaten om bij wijze van overgangsmaatregel bepaalde belastingen te handhavenOmvang

(Richtlijn 2006/112 van de Raad, art. 370)

(zie punten 44‑46)

Dictum

1) Door de voor reisbureaus geldende bijzondere regeling voor de belasting over de toegevoegde waarde (btw) niet toe te passen op reisdiensten die zij verrichten voor belastingplichtigen die voor rekening van hun onderneming gebruikmaken van deze diensten, en door de reisbureaus, voor zover zij aan die regeling zijn onderworpen, toe te staan de maatstaf van heffing van de btw getotaliseerd vast te stellen voor dienstenpakketten of voor alle diensten die in een belastingtijdvak zijn verleend, is de Republiek Oostenrijk de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 73 en de artikelen 306 tot en met 310 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde.

2) De Republiek Oostenrijk wordt verwezen in de kosten.