Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 25 maart 2021

1. LidstatenUit het Unierecht voortvloeiende verplichtingenNiet-nakomingRechtvaardiging op basis van de interne ordeOntoelaatbaarheid

(Art. 258 VWEU)

(zie punten 48, 49)

2. Fiscale bepalingenHarmonisatie van de wetgevingenBelasting, andere dan omzetbelasting, op het verbruik van tabaksfabrikatenRichtlijn 2011/64Toepassing en inning, na het verstrijken van een overgangsperiode, van een lagere accijns dan die waarin de richtlijn voorzietOntoelaatbaarheidRechtvaardigingsgrondenGeen

(Richtlijn 2011/64 van de Raad, art. 11, lid 2)

(cf. punten 51, 54, 64, 65, dictum 1)

3. Handelingen van de instellingenRichtlijnenTermijnen voor tenuitvoerleggingVerlenging van een termijn die ontoereikend is geblekenProcedure

(Art. 288 VWEU)

(zie punt 55)

4. LidstatenVerplichtingenNiet-nakomingRechtvaardigingBeginsel van loyale samenwerkingDoor een lidstaat ingeroepen om de vaststelling van een inbreuk te voorkomenOntoelaatbaarheid

(Art. 258 VWEU)

(zie punten 57, 59)

Dictum

1. Door na de overgangsperiode tot en met 31 december 2017 een totale accijns op sigaretten toe te passen die minder dan 60 % van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs van tot verbruik uitgeslagen sigaretten bedraagt en een accijns van minder dan 115 EUR per 1000 sigaretten te heffen, is Hongarije de verplichtingen niet nagekomen die op deze lidstaat rusten krachtens artikel 10, leden 2 en 3, van richtlijn 2011/64/EU van de Raad van 21 juni 2011 betreffende de structuur en de tarieven van de accijns op tabaksfabrikaten.

2. Hongarije wordt verwezen in de kosten.