Home

Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 30 april 2019

Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 30 april 2019

Gegevens

Instantie
Hof van Justitie EU
Datum uitspraak
30 april 2019

Uitspraak

Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 30 april 2019 –
Azienda USL di Modena

(Zaak C‑26/19)(1)

"„Prejudiciële verwijzing - Artikel 53, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Staatssteun - Nationale gezondheidsdienst - Vrijstelling van onroerendgoedbelasting - Onroerend goed dat is verhuurd aan een handelsvennootschap met gemengd kapitaal die in de gezondheidszorg concurreert met andere zorginstellingen met uitsluitend privaat kapitaal”"

Prejudiciële vragenOntvankelijkheidVerzoek dat geen enkele precisering van de feitelijke en juridische context verstrekt en de redenen voor de verwijzing naar het Hof niet uiteenzetKennelijke niet-ontvankelijkheid

(Art. 267 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 23; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 53, lid 2, en 94)

(zie punten 16‑19, 22, 24, 25, 27, 28 en dictum)

Dictum

Het door de Commissione tributaria provinciale di Modena (belastingrechter in eerste aanleg Modena, Italië) bij beslissing van 25 oktober 2018 ingediende verzoek om een prejudiciële beslissing is kennelijk niet-ontvankelijk.