Home

Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 14 november 2019

Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 14 november 2019

Gegevens

Instantie
Hof van Justitie EU
Datum uitspraak
14 november 2019

Uitspraak

Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 14 november 2019 –
Armostav Místek

(Zaak C‑520/19)(1)

"„Prejudiciële verwijzing - Artikel 53, lid 2, en artikel 94 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Onvoldoende precisering van de feitelijke context van het hoofdgeding en van de redenen waarom een antwoord op de prejudiciële vragen noodzakelijk is - Kennelijke niet-ontvankelijkheid”"

Prejudiciële vragenOntvankelijkheidVragen gesteld zonder voldoende precisering van de feitelijke en juridische context en van de redenen waarom een antwoord op de prejudiciële vragen noodzakelijk isKennelijke niet-ontvankelijkheid

(Art. 267 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 23; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 53, lid 2, en 94)

(zie punten 14‑22 en dictum)

Dictum

Het verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Krajský soud v Ostravě (rechter in eerste aanleg Ostrava, Tsjechië) bij beslissing van 18 juni 2019, is kennelijk niet-ontvankelijk.