Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 8 oktober 2020
Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 8 oktober 2020
Gegevens
- Instantie
- Hof van Justitie EU
- Datum uitspraak
- 8 oktober 2020
Uitspraak
Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 8 oktober 2020 –
Weindel Logistik Service
(Zaak C‑621/19)(*)
"„Prejudiciële verwijzing - Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) - Richtlijn 2006/112/EG - Artikel 168, onder e) - Aftrek van de voorbelasting - Goederen die uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van belastbare handelingen van de belastingplichtige - Rechtstreeks verband tussen de ingevoerde goederen en de handeling in een later stadium”"
Harmonisatie van de belastingwetgevingGemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waardeAftrek van de voorbelastingOntstaan en omvang van het recht op aftrekDiensten die bestaan in de ompakking van goederen die uit derde landen worden ingevoerd en vervolgens worden uitgevoerdImporteur die de goederen ompakt zonder er eigenaar te zijnWeigering van de aftrekToelaatbaarheidVoorwaardenInvoerkosten in een eerder stadium die niet bestaan dan wel niet zijn opgenomen in de prijs van de bijzondere handelingen in een later stadium of in de prijs van de goederen en diensten die de belastingplichtige in het kader van zijn economische activiteiten levert respectievelijk verricht
[Richtlijn 2006/112 van de Raad, art. 168, e)]
(zie punten 45,46, 49 en dictum)
Dictum
Artikel 168, onder e), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde moet aldus worden uitgelegd dat het eraan in de weg staat dat een recht op aftrek van de belasting over de toegevoegde waarde (btw) wordt toegekend aan een importeur die niet als een eigenaar over die goederen beschikt en wanneer er geen sprake is van invoerkosten in een eerder stadium dan wel de invoerkosten niet begrepen zijn in de prijs van specifieke handelingen in een later stadium of in de prijs van de goederen en diensten die de belastingplichtige heeft geleverd in het kader van zijn economische activiteiten.