Home

Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 1 oktober 2020

Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 1 oktober 2020

Gegevens

Instantie
Hof van Justitie EU
Datum uitspraak
1 oktober 2020

Uitspraak

Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 1 oktober 2020 –
Slovenský plynárenský priemysel

(Zaak C‑113/20)

"„Prejudiciële verwijzing - Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Richtlijn 90/435/EEG - Gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten - Werkingssfeer ratione temporis - Inkomstenbelasting die betrekking heeft op een tijdvak dat voorafgaat aan de toetreding van een lidstaat tot de Europese Unie - Na de datum van toetreding vastgesteld besluit tot belastingnavordering”"

Prejudiciële vragenBevoegdheid van het HofGrenzenUitlegging van een richtlijn van de Unie die betrekking heeft op de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstatenInning van niet-betaalde inkomstenbelasting voor een tijdvak dat voorafgaat aan de toetreding van een lidstaat tot de Europese UnieBesluit tot belastingnavordering dat dateert van na de toetredingUitgesloten

(Art. 267 VWEU; richtlijn 90/435 van de Raad)

(zie punten 25, 30, 31 en dictum)

Dictum

Richtlijn 90/435/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten is niet van toepassing op een situatie waarin een belastingorgaan van een lidstaat, door middel van een besluit tot belastingnavordering dat dateert van na de toetreding van die lidstaat tot de Europese Unie, bij een belastingplichtige niet-betaalde inkomstenbelasting heeft geïnd voor een belastingtijdvak dat voorafgaat aan die toetreding.