Home

Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 17 november 2021

Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 17 november 2021

Gegevens

Instantie
Hof van Justitie EU
Datum uitspraak
17 november 2021

Uitspraak

Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 17 november 2021 –
AKZ – Burgas

(Zaak C‑602/20)(1)

"„Prejudiciële verwijzing - Sociale-zekerheidsbijdragen - Terugbetaling van de ten onrechte betaalde bijdragen - Beperking van de rente over de terugbetaling - Nationale procesautonomie - Gelijkwaardigheidsbeginsel - Doeltreffendheidsbeginsel - Artikel 53, lid 2, artikel 94 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Kennelijke niet-ontvankelijkheid”"

Prejudiciële vragenOntvankelijkheidNoodzaak om het Hof voldoende preciseringen over de feitelijke en regelgevende context te verstrekkenVermelding van de redenen waarom een antwoord op de prejudiciële vragen noodzakelijk isGeen toelichting bij het verband tussen de door de verwijzende rechter aangevoerde bepalingen en beginselen van Unierecht en de op het hoofdgeding toepasselijke nationale wetgevingKennelijke niet-ontvankelijkheid

[Art. 267 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 94, a)]

(zie punten 20‑28 en dictum)

Dictum

Het door de Varhoven administrativen sad (hoogste bestuursrechter, Bulgarije) bij beslissing van 30 september 2020 ingediende verzoek om een prejudiciële beslissing is kennelijk niet-ontvankelijk.