Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 9 december 2022
Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 9 december 2022
Gegevens
- Instantie
- Hof van Justitie EU
- Datum uitspraak
- 9 december 2022
Uitspraak
Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 9 december 2022 – The Navigator Company en Navigator Pulp Figueira
(Zaak C‑459/21)(1)
"„Prejudiciële verwijzing - Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Belasting over de toegevoegde waarde (btw) - Richtlijn 2006/112/EG - Artikel 176 - Uitsluitingen van het recht op btw-aftrek - Regeling die minder gunstig is dan de regeling inzake aftrekbaarheid van kosten die is vastgesteld voor een door de nationale wetgeving geregelde directe belasting - Gelijkwaardigheidsbeginsel - Niet-toepasselijkheid”"
1. Recht van de Europese UnieRechtstreekse werkingIndividuele rechtenBescherming door de nationale rechterlijke instantiesBeroep in rechteBeginsel van procedurele autonomieVaststelling zowel van de rechterlijke instanties die bevoegd zijn om kennis te nemen van de op het Unierecht gebaseerde vorderingen als van de procedureregels voor het beroepGrenzenEerbiediging van het gelijkwaardigheidsbeginsel en van het doeltreffendheidsbeginselVerificatie door de nationale rechterlijke instantie
(zie punten 18‑22)
2. Harmonisatie van de belastingwetgevingenGemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waardeAftrek van de voorbelastingBeperkingen van het recht op aftrekHandhaving van de uitsluiting van het recht op aftrek die bestonden op de datum van de toetreding tot de Europese UnieGelijkwaardigheidsbeginselUitgaven voor bepaalde voertuigen, reis- en verblijfkosten en representatiekostenVolledige of gedeeltelijke uitsluiting van het recht op aftrek van de voorbelastingToelaatbaarheidRegeling die minder gunstig is dan de regeling inzake aftrekbaarheid van kosten die is vastgesteld voor een door de nationale wetgeving geregelde directe belastingGeen invloed
(Richtlijn 2006/112 van de Raad, art. 176)
(zie punten 26‑31 en dictum)
Dictum
Het gelijkwaardigheidsbeginsel moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een nationale regeling die wordt gehandhaafd krachtens artikel 176, tweede alinea, van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde en die voorziet in de volledige of gedeeltelijke uitsluiting van het recht op aftrek van voorbelasting over uitgaven voor bepaalde voertuigen, reis- en verblijfkosten en representatiekosten, ook al geldt er in het kader van een door de nationale wetgeving geregelde directe belasting een regeling voor dergelijke uitgaven die beweerdelijk gunstiger is voor wat de aftrekbaarheid ervan betreft.