College van Beroep voor het bedrijfsleven, 10-04-2014, ECLI:NL:CBB:2014:117, AWB 11/419
College van Beroep voor het bedrijfsleven, 10-04-2014, ECLI:NL:CBB:2014:117, AWB 11/419
Gegevens
- Instantie
- College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum uitspraak
- 10 april 2014
- Datum publicatie
- 10 april 2014
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:CBB:2014:117
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2011:BQ2122, Overig
- Zaaknummer
- AWB 11/419
Inhoudsindicatie
telecommunicatiewet
Uitspraak
College van Beroep voor het bedrijfsleven
AWB 11/419 10 april 2014
15351
Uitspraak op het hoger beroep van:
de Autoriteit Consument en Markt (ACM), appellante,
gemachtigden: mr. R. Klein en mr. C.A. Vesseur
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 21 april 2011 (ECLI:NL:RBROT:2011:BQ2122, de aangevallen uitspraak) in het geding tussen
[naam 1],
gemachtigde: mr. D.J.P. van Barneveld
en
ACM.
1 Het procesverloop in hoger beroep
ACM heeft op 26 mei 2011 hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.
ACM heeft de gronden van het hoger beroep aangevuld naar aanleiding van de uitspraak van het College van 20 juni 2013 inzake DollarRevenue (ECLI:NL:CBB:2013:CA3716).
Appellant heeft verweer gevoerd.
Op 17 oktober 2013 heeft het onderzoek ter zitting plaatsgehad. De gemachtigden van partijen zijn verschenen. Namens ACM is tevens verschenen P. Vissers. Verder is als getuige verschenen [naam 2].
2 De grondslag van het geschil
Bij besluit van 3 november 2008 (het boetebesluit) heeft ACM aan appellant een boete opgelegd van wegens overtreding van artikel 4.1, eerste lid, aanhef en onder a en b, (oud) van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen (Bude). Aan dit besluit ligt een boeterapport van 18 augustus 2008 ten grondslag. Volgens ACM plaatste appellant samen met [naam 2] software op de computers van eindgebruikers zonder ze daarbij op enigerlei wijze te informeren over de doeleinden van de software en zonder de gelegenheid te bieden de installatie van de software te weigeren. Zij gebruikten hiervoor volgens ACM een 'worm'. Dat werkte volgens ACM als volgt. Gebruikers van het programma MSN Messenger werden door middel van een bericht uitgenodigd om op een link te klikken die – zo werd gesuggereerd in het bericht – zou leiden naar een foto van een bekende op een fotowebsite. Dat gebeurde niet; in plaats daarvan werd software op de computers geplaatst waarmee de originele MSN Messenger werd vervangen door een aangepaste versie. Na vervanging werd vervolgens via MSN Messenger reclamesoftware verspreid, waaronder de software van DollarRevenue. Bovendien werd automatisch, zonder dat de gebruiker daar invloed op kon uitoefenen, aan contactpersonen van de gebruiker een bericht met de eerder beschreven link verstuurd. Met het aanklikken van de link herhaalde het proces zich bij een andere gebruiker. Hiermee kon de software zich verspreiden over computers van vele gebruikers.
Tegen het boetebesluit heeft appellant bezwaar gemaakt. Bij besluit van 25 maart 2009 heeft ACM het bezwaar deels gegrond verklaard en de boete verlaagd tot € 66.000,-. Tegen dit besluit heeft appellant beroep ingesteld bij de rechtbank.
3 De uitspraak van de rechtbank
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het besluit van 25 maart 2009 vernietigd en het besluit van 3 november 2008 herroepen. De rechtbank is van oordeel dat appellant niet als overtreder van artikel 4.1 van het Bude is aan te merken. Gelet op dit oordeel is de rechtbank niet ingegaan op de beroepsgronden van appellant die gaan over andere aspecten van het bestreden besluit dan het overtrederschap.