College van Beroep voor het bedrijfsleven, 16-10-2014, ECLI:NL:CBB:2014:381, AWB 12/858 AWB 12/859 AWB 12/860
College van Beroep voor het bedrijfsleven, 16-10-2014, ECLI:NL:CBB:2014:381, AWB 12/858 AWB 12/859 AWB 12/860
Gegevens
- Instantie
- College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum uitspraak
- 16 oktober 2014
- Datum publicatie
- 16 oktober 2014
- ECLI
- ECLI:NL:CBB:2014:381
- Zaaknummer
- AWB 12/858 AWB 12/859 AWB 12/860
Inhoudsindicatie
mkz Kootwijkerbroek, heropening onderzoek, College stelt nadere vragen over testen en explicatie over wanneer een test als positief moet worden aangemerkt.
Uitspraak
beschikking
Zaaknummers: 12/858, 12/859, 12/860
Maatschap [naam 1], [naam 2] en [naam 3], te Kootwijkerbroek, appellanten,
(gemachtigde: mr. J.A.M.A. Sluysmans)
en
(gemachtigde: mr. E.J. Daalder).
Procesverloop
Bij uitspraak van 9 september 2008 (ECLI:NL:CBB:2008:BF0067) heeft het College het beroep van appellanten tegen de besluiten op bezwaar van verweerder van 23 januari 2002, 26 september 2002 en 7 oktober 2002, waarbij verweerder zijn besluiten van 29 maart 2001 tot verdachtverklaring met besmetting met mond- en klauwzeer van de dieren van appellanten en de opgelegde maatregel tot doding van deze dieren heeft gehandhaafd, gegrond verklaard. Het College heeft de besluiten van 23 januari 2002, 26 september 2002 en 7 oktober 2002 vernietigd en verweerder opgedragen om, met inachtneming van deze uitspraak, opnieuw op de bezwaren van appellanten te beslissen.
Het College heeft in genoemde uitspraak verweerder erop gewezen dat hij appellanten in het kader van de heropende bezwaarprocedures alsnog in de gelegenheid zal moeten stellen kennis te nemen van de onderzoeksgegevens van ID-Lelystad en daarop te reageren. Verweerder zal zich aan de hand van die gegevens en eventueel daarop te geven reacties een oordeel behoren te vormen over de gang van zaken in het laboratorium en de juistheid van het faxbericht van 28 maart 2001 gegeven uitslag.
Verweerder heeft bij verschillende gelegenheden deze laboratoriumgegevens aan appellanten verstrekt. Appellanten hebben daarop bij verschillende gelegenheden schriftelijk gereageerd.
Bij besluiten van 17 juli 2012 heeft verweerder de bezwaren van appellanten opnieuw ongegrond verklaard en de besluiten tot verdachtverklaring en de opgelegde maatregel tot doding van de dieren gehandhaafd.
Tegen deze besluiten hebben appellanten beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.Appellanten hebben nadien schriftelijk gereageerd op het verweerschrift.
Het College heeft de zaken gezamenlijk ter zitting behandeld op 1 juli 2014, waarbij partijen zich hebben laten bijstaan door genoemde gemachtigden. Voor appellanten is voorts verschenen prof. dr. J.M.D. Galama (Galama), emeritus hoogleraar virologie en drs. L. Jansen, bestuurslid van de Stichting Onderzoek MKZ-crisis Kootwijkerbroek. Voor verweerder zijn voorts verschenen dr. C. Bruschke, chief veterinary officer bij verweerder en dr. A. Bouma, werkzaam bij verweerder.
Het College heeft het onderzoek in beide zaken ter zitting gesloten.
Overwegingen
Na bestudering van de gedingstukken en met inachtneming van hetgeen partijen ter zitting hebben verklaard is het College tot het oordeel gekomen dat het onderzoek niet volledig is geweest.
Bij het College is ten aanzien van het verrichten van een virusisolatietest op de verschillende monsters afkomstig van dieren van het bedrijf van Teunissen het beeld ontstaan, zoals vervat in het aan deze beschikking gehechte schema.
Hieruit lijken de volgende feitelijke conclusies te kunnen worden getrokken.
Op het monster blaar van inzending 01.26 heeft drie keer een volledige virusisolatietest, dat wil zeggen virusisolatie en IDAS-ELISA, plaatsgevonden. Het College wijst hierbij op de, tot de gedingstukken behorende, protocollen(1) P14 - P01.21 negatief,(2) P14 - P01.24 negatief (herhaling van P01.21),(3) P19 - P01.22 negatief.
Op het monster hep 1 van inzending 01.26 heeft vier keer een volledige virusisolatietest plaatsgevonden. Het College wijst hierbij op de, tot de gedingstukken behorende, protocollen (1) P30 - P01.29 positief, (2) P30 - P01.31 positief,(3) P31 - P01.31 positief,(4) P37 - P01.36 negatief.
Op het monster laesiekop van inzending 01.35 heeft zeven keer een volledige virusisolatietest plaatsgevonden. Het College wijst hierbij op de protocollen (1) P18 - P01.22 negatief, (2) P31 - P01.31 negatief,(3) P34 - P01.33 negatief,(4) P31 - P01.31 positief,(5) P34 - P01.33 negatief,(6) P37 - P01.36 negatief,(7) P40 - P01.36 positief.
Op het monster schraapsel van inzending 01.35 heeft drie keer een volledige virusisolatietest plaatsgevonden. Het College wijst hierbij op de protocollen(1) P18 - P01.22 negatief,(2) P31 - P01.31 negatief,(3) P34 - P01.33 negatief.
Het monster hep 1 van inzending 01.26 is afkomstig van hetzelfde dier als het monster laesie kop en het monster schraapsel van inzending 01.35.
Alle overige gebruikte monsters van inzending 01.26 (hep 2, 3 en 4) en van inzending 01.35 (hep 1 tot en met 4) zijn negatief getest in de volledige virusisolatietest. Van inzending 01.26 is hep 1- 4 één keer, hep 2 - 4 twee keer en hep 4 één keer volledig getest. Van inzending 01.35 is hep 1 - 4 één keer volledig getest.
Het College kan evenwel niet volledig doorgronden of dit beeld juist en compleet is en of de hiervoor aangeduide voorlopige conclusies juist zijn. Gelet daarop heropent het College het onderzoek teneinde in de eerste plaats verweerder in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over de volgende vraag:
1) of het in de bijlage geschetste beeld zijns inziens juist en compleet is en of de hiervoor aangeduide voorlopige conclusies door dat beeld kunnen worden gedragen. Is het juist dat verweerder aan het nemen van zijn beslissing in primo alleen de testen als dikgedrukt weergegeven in het schema ten grondslag heeft gelegd, en welke liggen ten grondslag aan zijn beslissing op bezwaar? Ter voorlichting wijst het College erop dat in het schema het cursiefgedrukte weergeeft de testen die niet zijn gevolgd door een IDAS-ELISA en de monsters waarbij een asterisk is weergegeven de monsters betreffen van hetzelfde dier. Indien verweerder meent dat dit beeld niet (geheel) juist of compleet is verzoekt het College verweerder uiteen te zetten welke aanvullingen of wijzigingen in dat beeld zouden moeten worden aangebracht. Datzelfde geldt mutatis mutandis voor de daaruit te trekken - hiervoor als voorlopig gepresenteerde - feitelijke conclusies.
Het College verzoekt verweerder bij de beantwoording van deze vraag eventueel door hem ter adstruering van zijn standpunt gebruikte protocollen in afschrift bij te voegen en deze, zo gewenst of zo nodig, nader te verklaren en daarbij indien mogelijk aan te geven wanneer de verschillende testen hebben plaatsgevonden en de resultaten bekend zijn geworden.
Voorts verzoekt het College verweerder de volgende vraag te beantwoorden:
2) Wanneer sprake is van positieve en negatieve resultaten van een volledige virusisolatietest, waarom moet dan volgens verweerder worden uitgegaan van het positieve resultaat van een test? Moet er een bepaald aantal positieve resultaten worden behaald voordat het (eind)resultaat het predicaat positief verdient? Zo nee, waarom niet? Zo ja, aan welke maatstaven (bijvoorbeeld een gebruikelijke wetenschappelijke standaard) is dat antwoord dan gerelateerd en leidt toetsing aan die maatstaf hier ook tot het eindoordeel "positief". Wat is de betekenis van een negatief resultaat van een test, bezien op zichzelf en bezien in het licht van alle andere verrichtte testen?
Het College verzoekt verweerder bij de beantwoording van vraag 2 zo gedetailleerd mogelijk in te gaan op de beschouwingen van prof. dr. Galama zoals vervat in het stuk dat is aangehecht aan de nadere memorie van appellanten van 6 maart 2013 alsmede op hetgeen in de punten 56 tot en met 63 in de pleitnota van appellanten ten behoeve van de zitting van 1 juli 2014 is aangevoerd. Het College verzoekt verweerder in zijn reactie duidelijk aan te geven waar verweerder en waar een (of meer), met name genoemde, door hem ingeschakelde deskundigen aan het woord is (zijn), zulks teneinde het College in staat te stellen de discussie tussen deskundigen te kunnen blijven onderscheiden van het overige. Het staat verweerder uiteraard vrij zijn antwoord geheel of gedeeltelijk te vatten in een geschrift van één of meer, al dan niet eerder geraadpleegde, deskundigen.
Het College verzoekt verweerder deze schriftelijke reactie aan het College binnen
zes weken na datum van deze beschikking te doen toekomen, onder gelijktijdige toezending van een afschrift daarvan aan de gemachtigde van appellanten en stelt appellanten in de
gelegenheid om binnen zes weken, na ontvangst van de reactie van verweerder daarop
schriftelijk te reageren, deze reactie aan het College te doen toekomen, onder gelijktijdige
toezending van een afschrift aan de gemachtigde van verweerder.
Beslissing
Het College:
- -
-
heropent het onderzoek in de zaken;
- -
-
houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gegeven door mrs. R.R. Winter, C.J. Waterbolk en J. Schukking, in aanwezigheid van mr. P.M. Beishuizen, griffier, op 16 oktober 2014.
w.g. R.R. Winter w.g. P.M. Beishuizen
01.26 Blaar * |
21-03 VI (1ste passage VN1) P14 22-03 ELISA P01.21 24-03 ELISA P01.24 22-03 VI (2de passage VN2) P19 23-03 ELISA P01.22 23-03 VI (2de passage VN2) P21 |
22-03 CPE negatief 22-03 negatief 24-03 negatief 23-03 CPE negatief 23-03 negatief 24-03 CPE negatief |
01.26 hep 1-3 |
21-03 VI (1ste passage VN1) P14 |
22-03 CPE negatief |
01.26 hep 4 |
21-03 VI (1ste passage VN1) P14 22-03 ELISA P01.21 24-04 ELISA P01.24 22-03 VI (2de passage VN2) P19 |
22-03 CPE negatief 22-03 negatief 24-03 negatief 23-03 CPE negatief |
01.26 hep 1-2 |
23-03 VI (2de passage VN2 P21 |
24-03 CPE negatief |
01.26 hep 3-4 |
23-03 VI (2de passage VN2) P21 |
24-03 CPE negatief |
01.26 hep 1-4 |
25-03 VI (1ste passage VN1) P24 27-03 ELISA P01.27 |
27-03 CPE negatief 27-03 negatief |
01.26 hep 1 * |
27-03 VI (2de passage VN1LN1) P30 28-03 ELISA P01.29 27-03 VI (2de passage VN1LN1) P30 29-03 ELISA P01.31 27-03 VI (1ste passage LN1) P31 29-03 ELISA P01.31 29-03 VI (2de passage LN2 overlay) P37 01-04 ELISA P01.36 27-03 VI (2de passage VN2 overlay) P30 |
28-03 CPE positief (na 24 uur) 28-03 positief 29-03 CPE positief (na 48 uur) 29-03 positief 28-03 CPE negatief 29-03 CPE negatief 29-03 positief 31-03 CPE positief 01-04 negatief 28-03 CPE positief 29-03 CPE positief |
01.26 hep 2-4 pool |
27-03 VI (1ste passage LN1) P31 29-03 ELISA P01.31 29-03 VI (2de passage LN2, overlag) P37 27-03 VI (2de passage VN2 overlay) P30 27-03 VI (2de passage VN1LN1)P30 29-03 ELISA P01.31 |
28-03 CPE negatief 29-03 CPE negatief 29-03 negatief 31-03 CPE negatief 28-03 CPE negatief 29-03 CPE negatief 28-03 CPE negatief 29-03 CPE negatief 29-03 negatief |
MONSTER |
TEST |
UITSLAG |
laesie kop * 01.35 |
22-03 ELISA P01.20 22-03 VI (1ste passage VN1) P18 23-03 ELISA P01.22 27-03 VI (2de passage VN1LN1) P31 29-03 ELISA P01.31 27-03 VI (2de passage VN1LN1 overlay) P34 30-03 ELISA 28-03 VI (1ste passage LN1 overlay) P34 30-03 ELISA P01.33 30-03 VI (2de passage LN2) P40 01-04 ELISA P01.36 27-03 VI (1ste passage LN1) P31 29-03 ELISA P01.31 29-03 VI (2de passage LN2) P37 01-04 ELISA P01.36 23-03 VI (2de passage VN2) P18 29-03 VI (… passage VN1LN2) P37 30-03 VI (… passage VN1LN2) P40 |
22-03 negatief 23-03 CPE negatief 23-03 negatief 28-03 CPE negatief 29-03 CPE negatief 29-03 negatief 29-03 CPE negatief 30-03 CPE negatief 30-03 negatief 29-03 CPE negatief 30-03 CPE positief 30-03 negatief 01-04 CPE positief 01-04 positief 28-03 CPE negatief 29-03 CPE positief 29-03 positief 31-03 CPE positief 01-04 negatief 23-03 CPE negatief 31-03 CPE negatief 01-04 CPE negatief |
schraapsel * 01.35 |
22-03 VI (1ste passage VN1) P18 22-03 ELISA P01.22 27-03 VI (2de passage VN1LN1) P31 29-03 ELISA P01.31 28-03 VI (2de passage (VN1LN1 overlay) P34 30-03 ELISA P01.31 23-03 VI 2de passage VN2) P21 29-03 VI (… passage VN1LN2) P37 30-03 VI (… passage VN1LN2) P40 |
23-03 CPE negatief 23-03 negatief 28-03 CPE negatief 29-03 CPE negatief 29-03 negatief 29-03 CPE negatief 30-03 CPE negatief 30-03 negatief 24-03 CPE negatief 31-03 CPE negatief 01-04 CPE negatief |
hep 1-4 01.35 |
22-03 VI (1ste passage VN1) P18 24-03 ELISA P01.24 25-03 VI (2de passage VN2 overlay) P23 |
23-03 CPE negatief 24-03 negatief 27-03 CPE negatief |