College van Beroep voor het bedrijfsleven, 06-07-2015, ECLI:NL:CBB:2015:233, AWB 13/617
College van Beroep voor het bedrijfsleven, 06-07-2015, ECLI:NL:CBB:2015:233, AWB 13/617
Gegevens
- Instantie
- College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum uitspraak
- 6 juli 2015
- Datum publicatie
- 22 juli 2015
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:CBB:2015:233
- Formele relaties
- Einduitspraak na bestuurlijke lus: ECLI:NL:CBB:2016:312
- Zaaknummer
- AWB 13/617
- Relevante informatie
- Meststoffenwet [Tekst geldig vanaf 01-01-2024]
Inhoudsindicatie
overtreding artikel 7 Msw, bewijslast, daderschap, verwijtbaarheid
Uitspraak
uitspraak
zaaknummer: 13/617
16005
tussenuitspraak van de meervoudige kamer van 6 juli 2015 op het hoger beroep van:
en de maten afzonderlijk, te [plaats 1],
appellanten
(gemachtigde: mr. S. Maakal)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 9 juli 2013, 12/698, in het geding tussen
appellanten
en
(gemachtigde: mr. A.H. Spriensma-Heringa)
Procesverloop in hoger beroep
Appellanten hebben hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 9 juli 2013 (hierna: de aangevallen uitspraak).
De staatssecretaris heeft een reactie op het hoger beroepschrift ingediend.
Op 1 december 2014 heeft het onderzoek ter zitting plaatsgehad, waarbij [naam 3] en [naam 4] zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. De staatsecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
Grondslag van het geschil
Voor een uitgebreide weergave van het verloop van de procedure, het wettelijk kader en de in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden, voor zover niet bestreden, wordt verwezen naar de aangevallen uitspraak. Het College volstaat met het volgende.
Bij besluit van 19 juli 2011 heeft de staatssecretaris een bestuurlijke boete opgelegd aan appellanten van € 70.418,50 wegens overtreding van artikel 7 van de Meststoffenwet (Msw) in het jaar 2009. De boete is mede gebaseerd op afdoeningsrapporten van de Algemene Inspectiedienst AID) van 30 november 2009 (nr. 57851) en 14 juni 2010 (nr. 59841). In die rapporten wordt geconcludeerd dat op 25 maart 2009 en in de periode van 9 april 2009 tot en met 11 april 2009 31 vrachten met dierlijke mest op de percelen van appellanten zijn aangevoerd. Bij de vaststelling van de overtreding en de berekening van de hoogte van de boete is de staatssecretaris uitgegaan van een overschrijding van de gebruiksnorm voor dierlijke meststoffen met 4.501 kg stikstof, overschrijding van de stikstofgebruiksnorm met 1.590 kg en overschrijding van de fosfaatgebruiksnorm met 5.282 kg.
Bij besluit van 22 augustus 2012 is het bezwaar van appellanten ongegrond verklaard.
Uitspraak van de rechtbank
2. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. De overwegingen die de rechtbank tot deze beslissing hebben gebracht zijn vermeld onder 3.1 tot en met 4.1 van de aangevallen uitspraak.