Home

Gerechtshof Amsterdam, 05-10-2001, AD5078, 00/03901

Gerechtshof Amsterdam, 05-10-2001, AD5078, 00/03901

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
5 oktober 2001
Datum publicatie
5 november 2001
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2001:AD5078
Zaaknummer
00/03901

Inhoudsindicatie

X is werkzaam voor de Nederlandse televisie en heeft een plastisch-chirurgische ingreep ondergaan aan kin en nek. Het Hof is van oordeel dat de onderhavige kosten niet voor aftrek in aanmerking komen reeds omdat zij zijn aan te merken als kosten van persoonlijke verzorging. Niet valt in te zien waarom onder dergelijke kosten uitsluitend kunnen worden verstaan kosten van behandelingen die naar hun aard terugkerend zijn en regelmatig worden ondergaan.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

Veertiende Enkelvoudige Belastingkamer

PROCES-VERBAAL

van de mondelinge uitspraak in het beroep van X te Z, belanghebbende,

tegen

een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen P, hierna de inspecteur, gedagtekend 10 oktober 2000, betreffende de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1998.

Het beroep is behandeld ter zitting van 21 september 2001.

Beslissing

Het Hof verklaart het beroep ongegrond.

Gronden

1. Belanghebbende is presentator en programmaleider en verschijnt met grote regelmaat op de Nederlandse televisie. Belanghebbende is in dienstbetrekking bij Y B.V. te Z. Een in de familie van belanghebbende veel voorkomend verschijnsel is een aandoening waarbij het vel tussen kin en nek opzet of los komt te hangen. Belanghebbende heeft hiervoor op 19 oktober 1998 een corrigerende ingreep ondergaan bij A te B.

2. In geschil is of sprake is van aftrekbare kosten in verband met de verwerving van inkomsten uit arbeid in de zin van artikel 35 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (hierna de Wet), en zo ja, of de aftrek van deze kosten ingevolge het bepaalde in artikel 36, eerste lid, onderdeel g, van de Wet van aftrek is uitgesloten.

3. Belanghebbende heeft - kort en zakelijk weergegeven - het volgende doen stellen.

De ingreep was vanuit medisch oogpunt niet noodzakelijk maar is ondergaan omdat belanghebbende van de aandoening hinder ondervond bij zijn werkzaamheden voor de televisie en omdat de aandoening hem belette op normale wijze voor het oog van de camera te presenteren. Dit laatste was voor zowel producers als regisseurs aanleiding belanghebbende dringend te adviseren een en ander te laten corrigeren. De ingreep was noodzakelijk voor een behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking.

In de Memorie van Antwoord (Kamerstukken II 1988/89, 20 873, nr. 5) worden als kosten van persoonlijke verzorging genoemd de extra kosten in verband met de verzorging van het uiterlijk wegens het vervullen van representatieve verplichtingen. Uit deze Memorie en de daarop volgende jurisprudentie mag worden begrepen dat met persoonlijke verzorging wordt bedoeld de kosten van uiterlijke verzorging, zoals kapper, make-up, huidverzorging en dergelijke welke een regelmatig terugkomend karakter hebben. De ingreep was in dit geval eenmalig.

4. De inspecteur heeft - kort en zakelijk weergegeven - het volgende gesteld.

Primair: De uitgaven zijn aan te merken als kosten van plastische chirurgie en hebben een zodanig persoonlijk karakter dat zij niet als aftrekbare kosten in de zin van artikel 35 van de Wet kunnen worden aangemerkt. Dit is niet anders indien tot het maken van de kosten is besloten uitsluitend met het oog op een behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking.

Subsidiair: Er is sprake van niet-aftrekbare kosten die verband houden met persoonlijke verzorging.

5. Ter zitting hebben partijen aan het vorenstaande - kort en zakelijk weergegeven - het volgende toegevoegd.

De gemachtigde van belanghebbende heeft verklaard:

Onder privé-omstandigheden zouden de uitgaven nooit zijn gedaan. Belanghebbende is werknemer van zijn eigen besloten vennootschap en reageerde op oproepen van opdrachtgevers van deze vennootschap.

De inspecteur heeft verklaard:

Kosten van een medische behandeling zijn primair aan te merken als een inkomensbesteding. Persoonlijke verzorging is in beginsel een dagelijks of wekelijks terugkerend iets. Hier is in eerste instantie sprake van een medische behandeling, dus van inkomensbesteding in plaats van inkomstenverwerving.

6. Het Hof is gelet op het vorenstaande en daargelaten of moet worden geoordeeld dat de onderhavige kosten van plastische chirurgie een zodanig persoonlijk karakter hebben dat zij niet als aftrekbare kosten in de zin van artikel 35 van de Wet kunnen worden aangemerkt, van oordeel dat de onderhavige kosten niet voor aftrek in aanmerking komen omdat zij zijn aan te merken als kosten van persoonlijke verzorging. Door de ingreep zijn zowel de verschijning als het uiterlijk van belanghebbende als persoon gunstig beïnvloed. Niet valt in te zien waarom onder dergelijke kosten uitsluitend kunnen worden verstaan kosten van behandelingen die naar hun aard terugkerend zijn en regelmatig worden ondergaan.

7. Gelet op het vorenoverwogene verklaart het Hof het beroep ongegrond.

Proceskosten

Nu belanghebbende in het ongelijk wordt gesteld en zich overigens geen bijzondere omstandigheden hebben voorgedaan, acht het Hof geen termen aanwezig voor een veroordeling van een partij in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.

De uitspraak is gedaan op 5 oktober 2001 door mr. Van Loon, lid van de belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr. Couperus als griffier. De beslissing is op dezelfde dag ter openbare zitting uitgesproken. Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal door het lid van de belastingkamer en de griffier ondertekend.

Het Hof heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van het proces-verbaal in geanonimiseerde vorm.

U kunt binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het Gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. Voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak is een griffierecht verschuldigd. Na het verzoek tot vervanging ontvangt U van de griffier een nota griffierecht.

De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Het Gerechtshof mag daarbij de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.

Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het Gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarvoor is eveneens een griffierecht verschuldigd. Het ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak betaalde griffierecht wordt door de griffier van de Hoge Raad in mindering gebracht op het voor beroep in cassatie verschuldigde recht.