Gerechtshof Amsterdam, 05-11-2001, AD6642, /00/02427
Gerechtshof Amsterdam, 05-11-2001, AD6642, /00/02427
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 5 november 2001
- Datum publicatie
- 4 december 2001
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2001:AD6642
- Zaaknummer
- /00/02427
Inhoudsindicatie
Directeur-grootaandeelhouder heeft zelf bemoeienis met de administratie van zijn (grote) vennootschap; de wetenschap van de digra rekent het Hof toe aan de vennootschap (belanghebbende). De wetenschap van de directeur leidt in casu tot de conclusie dat de vennootschap opzettelijk onjuist de aangifte omzetbelasting heeft ingevuld met betrekking tot privé-gebruik van een auto. Daaraan doet niet af dat de inspecteur op de hoogte had kunnen zijn van het privé-gebruik.
Uitspraak
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
Tweede Meervoudige Belastingkamer
UITSPRAAK
op het beroep van X Beheer B.V. te Y, belanghebbende,
tegen
een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Grote ondernemingen P, de inspecteur.
1. Loop van het geding
G1 en G2 hebben als gemachtigden van belanghebbende op 7 juli 2000 beroep ingesteld tegen de uitspraak van de inspecteur gedagtekend 6 juni 2000 betreffende de met dagtekening 29 april 2000 aan belanghebbende opgelegde boete van 50% van de verschuldigde belasting, opgelegd tezamen met een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 1995 tot en met 31 december 1998. Het beroep is aangevuld bij brief van 21 juli 2000.
De inspecteur heeft omzetbelasting nageheven tot een bedrag van f 11.114,- en daarbij de boete vastgesteld op 50% van de nageheven belasting, uitkomende op een bedrag van f 5.557,-. Tevens heeft de inspecteur heffingsrente in rekening gebracht.
Belanghebbende heeft tijdig tegen de naheffingsaanslag en de boete bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft de bezwaren afgewezen.
De gemachtigden concluderen in het beroepschrift primair tot vernietiging van de uitspraak inzake de boete en vermindering van deze boete tot 25%, uitkomende op een bedrag van f 2.778,-.
De inspecteur concludeert in het verweerschrift tot bevestiging van de uitspraak.
De gemachtigden hebben een conclusie van repliek ingediend. De inspecteur heeft hierop gereageerd middels een conclusie van dupliek.
Ter zitting van 7 mei 2001 zijn de gemachtigden verschenen, alsmede mr. I namens de inspecteur. Op deze zitting zijn tevens behandeld de beroepen inzake de verrekening van verliezen en de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1997 ten aanzien van X te Y, kenmerk 00/02425 respectievelijk 00/02426. De gemachtigden hebben een pleitnotitie toegezonden welke tot de gedingstukken behoort. De inspecteur heeft een pleitnotitie voorgedragen en overgelegd welke eveneens tot de gedingstukken behoort.
2. Tussen partijen vaststaande feiten
2.1. X, directeur en enig-aandeelhouder van belanghebbende, heeft het kantoor van de gemachtigden gemeld dat hij voor privé-ritten gebruik maakte van een Jaguar MK II (bouwjaar 19**; cataloguswaarde f 31.000,-) en niet van een hem eveneens door belanghebbende ter beschikking gestelde Jeep ** met een cataloguswaarde van f 107.325,-; vanaf begin december 1995 betrof het een identieke auto met een cataloguswaarde van f 112.739,- en vanaf 29 januari 1998 een identieke auto met een cataloguswaarde van f 131.769,-. X gebruikte de Jeep ook voor woon-werkverkeer en het jaarkilometrage was circa 30.000.
X heeft in privé de beschikking over een Volkswagen Golf. Voor de Jeep is geen kilometeradministratie bijgehouden en evenmin is anderszins aangetoond dat de Jeep op jaarbasis voor minder dan 1.000 kilometer voor privé-doeleinden was gebruikt.
2.2. Belanghebbende heeft in 1997 voor de Jeep een skidrager aangeschaft. X heeft deze auto in dat jaar aan zijn kinderen uitgeleend voor een skivakantie. De aan belanghebbende gerichte facturen borg X in de administratie van belanghebbende op.
2.3. X heeft nadien verklaard dat hij, met uitzondering van 1997, niet voor privé-doeleinden gebruik heeft gemaakt van de Jeep.
2.4. In de aangiften omzetbelasting heeft belanghebbende geen rekening gehouden met enige correctie in verband met het privé-gebruik van de Jeep, iets dat zij wel heeft gedaan ten aanzien van de Jaguar. X tekende persoonlijk de aangiften omzetbelasting en voerde ter zake correspondentie met de inspecteur.
2.5. De inspecteur heeft over 1994 ook een naheffingsaanslag opgelegd, verhoogd met een boete van 50%. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak inzake deze boete geen beroep ingesteld gelet op het geringe belang. De in geschil zijnde naheffingsaanslag heeft de inspecteur aangekondigd op 8 maart 2000, vergezeld van een verwijzing naar omstandigheden ten aanzien van de boete.
3. Geschil
In geschil is of de boete verminderd zou moeten worden tot 25% van de nageheven omzetbelasting.
4. Standpunten van partijen en verklaringen ter zitting
Voor de standpunten van partijen zij verwezen naar de gedingstukken. Ter zitting hebben partijen met betrekking tot de onderhavige zaak geen nadere opmerkingen gemaakt.
5. Beoordeling van het geschil
5.1. X was in de in geschil zijnde jaren directeur/enig aandeelhouder van belanghebbende en hij had persoonlijke bemoeienis met de administratie van belanghebbende. De wetenschap van X rekent het Hof daarom als de wetenschap van belanghebbende.
5.2. Belanghebbende was, naar blijkt uit de fiscale verantwoording ten aanzien van de Jaguar, op de hoogte van de fiscale consequenties van het gebruik voor privé-doeleinden van de door haar ter beschikking gestelde personenauto's. Het Hof merkt het doen van aangifte omzetbelasting over de onderhavige jaren zonder op enige manier rekening te houden met het privé-gebruik van de Jeep dan ook aan als het opzettelijk doen van onjuiste aangifte. Daarbij acht het Hof nog van belang dat in geen geval voor discussie vatbaar is dat belanghebbende in het jaar 1997 de Jeep heeft uitgeleend aan zijn kinderen voor een skivakantie en belanghebbende niets heeft gesteld om aannemelijk te achten dat dat jaar met betrekking tot het aantal privé-kilometers een uitzondering vormde in de reeks van de jaren 1995 tot en met 1998.
5.3. De stelling van belanghebbende dat de inspecteur op de hoogte had kunnen zijn van enig privé-gebruik doet, wat daarvan overigens ook zij, niet af aan de bevoegdheid van de inspecteur om een naheffingsaanslag op te leggen en evenmin aan de bevoegdheid ter zake een boete op te leggen.
5.4. Het Hof ziet in de door belanghebbende aangevoerde omstandigheden, ook niet in samenhang met die in de ter zitting eveneens behandelde zaken van X, geen reden tot enige vermindering van de boete.
6. Proceskosten
Het Hof ziet geen termen enige partij te veroordelen in de proceskosten.
7. Beslissing
Het Hof verklaart het beroep ongegrond
De uitspraak is gedaan op 5 november 2001 door mr. Bijl, Boersma en Vrouwenvelder, in tegenwoordigheid van mr. Van Aalst als griffier. De beslissing is op die datum ter openbare zitting uitgesproken.
Het Hof heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:
1. Het instellen van beroep in cassatie geschiedt door het indienen van een beroepschrift bij dit gerechtshof (zie voor het adres de begeleidende brief).
2. Bij het beroepschrift wordt een afschrift van de bestreden uitspraak overgelegd.
3. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat tenminste:
a- de naam en het adres van de indiener;
b- een dagtekening;
c- een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d- de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep in cassatie is een griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt u een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.
In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.