Home

Gerechtshof Amsterdam, 03-07-2003, ECLI:NL:GHAMS:2003:BV7011 AI1329, 02/03667 PV

Gerechtshof Amsterdam, 03-07-2003, ECLI:NL:GHAMS:2003:BV7011 AI1329, 02/03667 PV

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
3 juli 2003
Datum publicatie
25 augustus 2003
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2003:AI1329
Zaaknummer
02/03667 PV
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-08-2023 tot 01-01-2024] art. 8:73, Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-08-2023 tot 01-01-2024] art. 7:15

Inhoudsindicatie

Het op 12 maart 2002 in werking getreden art. 7:15 Awb (Stb. 2002, 55) is alleen van toepassing op primaire besluiten die op of na 12 maart 2002 zijn genomen. De bestreden WOZ-beschikking dateert van 31 januari 2001. Op het verzoek om vergoeding van de kosten van bezwaar is art. 8:73 Awb van toepassing.

Het Hof verklaart het verzoek niet-ontvankelijk omdat het beroep ongegrond.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

Vierde Enkelvoudige Belastingkamer

PROCES-VERBAAL

van de mondelinge uitspraak in het beroep van X te Z, belanghebbende,

tegen

een uitspraak, verzonden op 22 mei 2002, van de heffingsambtenaar van de gemeente Waterland, verweerder, betreffende de beschikking waarbij de waarde van de onroerende zaak A-straat 1 te Z is vastgesteld voor het tijdvak 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004.

Het beroep is behandeld ter zitting van 19 juni 2003.

Beslissing

Het Hof:

- verklaart het beroep ongegrond; en

- verklaart belanghebbende niet-ontvankelijk in zijn verzoek om schadevergoeding.

Gronden

1. Verweerder heeft de waarde van A-straat 1 bij de bestreden uitspraak verlaagd tot ƒ 310.000. Hij heeft belanghebbende daarbij een vergoeding voor de in de bezwaarprocedure gemaakte kosten aangeboden tot een bedrag van € 161. Tussen partijen is niet in geschil dat verweerder de waarde van A-sraat 1 op het juiste bedrag heeft vastgesteld. Belanghebbende is echter van mening dat de door verweerder aangeboden kostenvergoeding onvoldoende is.

2. Het Hof overweegt vooraf dat de Wet van 24 januari 2002 tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot de kosten van bezwaar en administratief beroep (Stb. 2002, 55) en het Besluit van 25 februari 2002 tot wijziging van het Besluit proceskosten bestuursrecht in verband met de vergoeding van kosten van bezwaar en administratief beroep (Stb. 2002, 113) op 12 maart 2002 in werking zijn getreden. Genoemde wet en genoemd besluit zijn van toepassing op primaire besluiten die op of na 12 maart 2002 zijn genomen. De WOZ-beschikking dateert van 31 januari 2001. Om die reden is de wet- en regelgeving zoals die gold voor 12 maart 2002 in de onderhavige zaak van toepassing.

3. Op grond van artikel 8:73 van de Algemene wet bestuursrecht kan het Hof verweerder op verzoek van belanghebbende veroordelen tot vergoeding van de door belanghebbende in de bezwaarprocedure geleden schade, indien het Hof het beroep ten principale gegrond verklaart. Tussen partijen is niet in geschil dat de bij de bestreden uitspraak vastgestelde waarde juist is. Dit brengt mee dat belanghebbende geen belang heeft bij zijn beroep en dat het beroep niet gegrond kan worden verklaard. Bij het ontbreken van een gegrondverklaring van het beroep ten principale is het verzoek tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.

4. Het Hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling van één der partijn in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.

De uitspraak is gedaan op 3 juli 2003 door mr. Bijl, lid van de belastingkamer, in tegenwoordigheid van drs. Plat als griffier. De beslissing is op dezelfde dag ter openbare zitting uitgesproken. Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal door het lid van de belastingkamer en de griffier ondertekend.

Het Hof heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van het proces-verbaal in geanonimiseerde vorm.

U kunt binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. Voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak is een griffierecht verschuldigd. Na het verzoek tot vervanging ontvangt U van de griffier een nota griffierecht.

De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Het gerechtshof mag daarbij de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.

Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarvoor is eveneens een griffierecht verschuldigd. Het ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak betaalde griffierecht wordt door de griffier van de Hoge Raad in mindering gebracht op het voor beroep in cassatie verschuldigde recht.