Home

Gerechtshof Amsterdam, 31-10-2003, AN7507, 03/00396

Gerechtshof Amsterdam, 31-10-2003, AN7507, 03/00396

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
31 oktober 2003
Datum publicatie
5 november 2003
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2003:AN7507
Zaaknummer
03/00396
Relevante informatie
Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 20

Inhoudsindicatie

Het Hof verklaart het beroep van belanghebbende op grond van artikel 8:54, eerste lid, letter d, Awb kennelijk gegrond, (mede) als gevolg van het uitblijven van een verweerschrift.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

Vijfde Enkelvoudige Belastingkamer

UITSPRAAK

als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht in het beroep van X te Y, belanghebbende.

1. Van belanghebbende is ter griffie van het gerechtshof een beroepschrift ontvangen op 16 januari 2003, gericht tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, verweerder, gedagtekend 6 december 2002, betreffende de naheffingsaanslag in de parkeerbelasting, gedagtekend 31 juli 2002 en met aanslagnummer AAAAAA.

2. Belanghebbende heeft in zijn beroepschrift geconcludeerd tot vernietiging van de naheffingsaanslag.

3. Verweerder heeft - hoewel hij daartoe ruimschoots in de gelegenheid is gesteld - geen verweerschrift ingediend.

4. Gelet op de door belanghebbende aangedragen argumenten en het ontbreken van enig verweer daarop door verweerder, ziet het Hof geen reden om af te wijken van belanghebbendes stelling en verklaart derhalve het beroep gegrond.

5. Beslissing

Het Hof:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de bestreden uitspraak;

- vernietigt de naheffingsaanslag; en

- gelast verweerder het betaalde griffierecht ad € 29 aan belanghebbende te vergoeden.

Aldus vastgesteld op 31 oktober 2003 door mr. Boersma, lid van de belastingkamer, in aanwezigheid van mr. Thijssen als griffier. De beslissing is op die datum ter openbare zitting uitgesproken.

Het Hof heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.

Als u bezwaren hebt tegen deze uitspraak kunt u binnen zes weken na de verzenddatum van deze uitspraak een verzetschrift indienen bij dit gerechtshof. Daarbij kunt u vragen op het verzet te worden gehoord. Een kopie van de bestreden uitspraak moet bij het verzetschrift worden overgelegd.

Het verzetschrift moet zijn ondertekend en ten minste bevatten:

· de naam en het adres van de indiener;

· de dagtekening;

· de vermelding van de uitspraak waartegen het verzet is gericht en

· de gronden van het verzet, waarbij de bezwaren tegen de uitspraak duidelijk zijn omschreven.

Bij de behandeling van het verzet beoordeelt het gerechtshof uitsluitend of er gronden zijn voor vernietiging van de onderhavige uitspraak.