Home

Gerechtshof Amsterdam, 03-03-2004, AO5699, 02/06008

Gerechtshof Amsterdam, 03-03-2004, AO5699, 02/06008

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
3 maart 2004
Datum publicatie
24 maart 2004
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2004:AO5699
Zaaknummer
02/06008
Relevante informatie
Gemeentewet [Tekst geldig vanaf 31-01-2024] art. 229

Inhoudsindicatie

Belanghebbende, eigenares van forteiland Pampus, is terecht in de heffing van de vermakelijkhedenretributie betrokken.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

Vierde Meervoudige Belastingkamer

UITSPRAAK

op het beroep van de Stichting Pampus te Muiden, belanghebbende,

tegen

de uitspraak van het Hoofd afdeling Financiële Zaken van de gemeente Muiden, verweerder.

1. Loop van het geding

Van belanghebbende is ter griffie een beroepschrift ontvangen op 7 oktober 2002, ingediend door A, directeur van belanghebbende.

Het beroep is gericht tegen de uitspraak van verweerder, gedagtekend 4 september 2002, betreffende de aan belanghebbende opgelegde voorlopige aanslag in de vermakelijkhedenretributie voor het jaar 2001 met aanslagnummer 19232 (hierna: de aanslag). De aanslag is opgelegd tot een bedrag van ƒ 5.384,25.

Na bezwaar tegen de aanslag heeft verweerder uitspraak op bezwaar gedaan. De aanslag is bij de bestreden uitspraak gehandhaafd.

Het beroep strekt tot vernietiging van de uitspraak van verweerder en vernietiging van de aanslag.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend en concludeert tot bevestiging van de bestreden uitspraak.

Belanghebbende heeft op 9 mei 2003 een stuk ingediend met als opschrift "repliek". Het Hof merkt dit stuk aan als een nader stuk in de zin van artikel 8:58, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Ter zitting van 6 juni 2003 zijn verschenen A namens belanghebbende, alsmede mr.drs. B, mr. C en D namens verweerder.

Verweerder heeft het woord gevoerd aan de hand van overgelegde pleitaantekeningen. De pleitaantekeningen zijn bij de gedingstukken gevoegd.

2. De Verordening

2.1. In zijn openbare vergadering van 19 oktober 2000 heeft de raad van de gemeente Muiden vastgesteld de Verordening op de heffing en invordering van de vermakelijkhedenretributie 2001 (hierna: de Verordening). Deze Verordening luidt, voor zover hier van belang, als volgt:

"Artikel 1

Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam vermakelijkhedenretributie worden rechten geheven terzake van het geven van vermakelijkheden, waarbij gebruik wordt gemaakt van door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen of waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde van het gemeentebestuur wordt getroffen.

Artikel 2

Belastingplicht

Belastingplichtig is degene die de vermakelijkheid geeft, dan wel degene voor wiens rekening en risico de vermakelijkheid gegeven wordt, dan wel degene die gelegenheid biedt tot het geven van de vermakelijkheid.

Artikel 3

Maatstaf van heffing

De rechten worden geheven naar het aantal betalende bezoekers van de vermakelijkheid.

Artikel 4

Tarief

Het tarief bedraagt ƒ 0,75 per betalende bezoeker.

Artikel 5

Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van aanslag."

2.2. In "De Nieuwe Weesper" van 30 november 2000 is vanwege de gemeente Muiden mededeling gedaan van de vaststelling van de Verordening en de terinzagelegging daarvan in het gemeentehuis.

2.3. Bij de Verordening behoort een "Berekeningsoverzicht toerekening van bestaande kosten aan de per 1 januari 2001 in te voeren vermakelijkhedenretributie" (hierna: het berekeningsoverzicht) van 5 september 2000. Dit berekeningsoverzicht luidt onder meer als volgt:

"I. Kosten van infrastructuur e.d.:

1. Toerekening van kapitaallasten renovatie Amsterdamsepoortbrug/

Noordpolderbrug:

- 10% van ƒ 25.570,= is: ƒ 2.557,=

2. Toerekening van kapitaallasten en onderhoud parkeerterrein

Mariahoeveweg (deel niet betaald parkeren):

- 10% van ƒ 30.000,= is: ƒ 3.000,=

3. Toerekening van kapitaallasten (algemeen) bebordings- en

bewegwijzeringsplan (ongedekt tekort);

- 20% van ƒ 11.834,= is afgerond ƒ 2.367,=

4. Kapitaallasten damwanden e.d. Herengracht-zuid:

5. Toerekening overige infrastructurele kosten e.d.:

a. Onderhoud e.d. wegen, straten binnen de kom …

b. Idem buiten de kom …

c. Kosten gladheidsbestrijding …

d. Kosten openbare verlichting …

e. Kosten straatreiniging …

f. Overige kosten bruggen (exclusief kapitaallasten) …

g. Kosten verkeersregelingen (exclusief kapitaallasten (algemeen) bebordings- en bewegwijzeringsplan) …

h. Kosten parkeren (exclusief kapitaallasten Parkeerterrein Mariahoeveweg) …

i. Kosten waterkering, afwatering enz. (exclusief kapitaallasten damwanden e.d.) …

j. Kosten openbaar groen …

Totaal ƒ 2.922.626,=

Hiervan is 10% toe te rekenen aan vermakelijkhedenretributie is: ƒ 292.263,=

II. Toerekening van kosten VVV Gooi en Vechtstreek, kantoor Muiden:

Totale kosten VVV Muiden ƒ 26.180,=

Hiervan 30% toe te rekenen aan vermakelijkhedenretributie is gerond: ƒ 7.854,=

III. Overige kosten toerekening:

a. Kosten bestuursondersteuning …

b. Kosten brandweer en rampenbestrijding …

Totaal overige kosten ƒ 1.217.325

Hiervan 5% toe te rekenen aan vermakelijkhedenretributie is afgerond: ƒ 60.866,=

Totaal aan vermakelijkhedenretributie toe te rekenen kosten ƒ 370.655,=".

3. Tussen partijen vaststaande feiten

3.1. Belanghebbende is opgericht op 15 september 1987 met als doel het behartigen van culturele belangen in Nederland ten behoeve van het algemeen nut, onder meer door het behouden van en het zorgen voor het eiland Pampus en de zich daarop bevindende vestingwerken. Belanghebbende is eigenaar van genoemd eiland. Het eiland Pampus is gelegen in het IJsselmeer binnen de grenzen van de gemeente Muiden. Het eiland maakt deel uit van de stelling van Amsterdam en staat op de werelderfgoedlijst van de UNESCO.

3.2. Belanghebbende stelt het eiland en het op het eiland gelegen fort open voor bezoekers, die ter plaatse een rondleiding kunnen krijgen waarin hen over de geschiedenis van het eiland en het fort wordt verteld of aan de hand van een daartoe ontworpen boekje zonder begeleiding het fort kunnen bekijken. Tevens kan een bezoek gebracht worden aan een foto-expositie en kan een consumptie worden gekocht en genuttigd. Voor kinderen is een speurtocht door het fort beschikbaar, waarbij door middel van het beantwoorden van vragen kennis van het fort wordt opgedaan.

3.3. Belanghebbende werkt samen met rederij NACO voor het vervoer van bezoekers van Pampus die vertrekken vanuit de haven van Muiden en na het bezoek aan Pampus aankomen in de haven van Muiden. Rederij NACO legt aan bij een steiger die in eigendom is bij het Muiderslot. Belanghebbende betaalt hiervoor per bezoeker een bedrag aan steigergeld aan het Muiderslot. Ook vanuit andere havens (Amsterdam, Almere) kan een bezoek worden gebracht aan Pampus.

3.4. In het jaar 2001 is Pampus door 35.204 bezoekers bezocht. De retributie is uiteindelijk geheven over 30.189 bezoekers, zijnde de bezoekers die aan de onder 3.2 vermelde rondleiding deelnemen en/of over het aldaar vermelde boekje beschikken. Van dit aantal hebben 11.182 bezoekers een bezoek aan Pampus gebracht via een andere haven dan de haven van Muiden.

3.5. Tot de gedingstukken behoort de folder "Tips voor een bijzonder uitje Forteiland Pampus". In deze folder is onder meer het volgende opgenomen:

"Fort Pampus heeft geen militaire functie meer, maar is nog steeds een indrukwekkend bouwwerk met metersdikke muren. Een mysterieus stukje Nederland onder de rook van Amsterdam. Pampus was vroeger een ondiepte in de Zuiderzee voor de haven van Amsterdam, waar de schepen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie na hun lange reis zwaar beladen moesten wachten totdat ze aan de beurt waren om er door "Scheepskamelen" overheen getild te worden. Tijdens het wachten lieten de reders alvast vrouwen, drank en vers eten aan boord brengen. Al snel, zo heette het in de volksmond, "lag men dan voor Pampus". Het forteiland Pampus werd dichtbij deze ondiepte gebouwd. U kunt dus ook heden ten dage nog "voor Pampus liggen" door gewoon het eiland te bezoeken. Pampus is uniek, omdat het nog zo oorspronkelijk is.

(…)

Er is heel veel mogelijk. Natuurlijk een rondleiding door één van de vrijwillige gidsen. Met veel passie en deskundigheid vertellen zij hun verhaal. Misschien verkent u het forteiland liever op eigen gelegenheid? Geen bezwaar, de fortwachter heeft een routebeschrijving voor u klaarliggen. Een leuke puzzeltocht biedt uw kinderen de gelegenheid het fort op hun eigen wijze te verkennen. (tip voor een verjaardagspartijtje?)".

4. Geschil

Tussen partijen is in geschil of belanghebbende vermakelijkheden geeft in de zin van artikel 229, eerste lid, onderdeel c van de Gemeentewet en artikel 1 van de Verordening, zoals belanghebbende bestrijdt en verweerder bepleit. Indien deze vraag bevestigend moet worden beantwoord, is tussen partijen in geschil of belanghebbende al dan niet profijt heeft van de voorzieningen die voor verweerder lasten meebrengen. Tenslotte is in geschil of het gelijkheidsbeginsel is geschonden, zoals belanghebbende stelt en verweerder betwist.

5. Standpunten van partijen

Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de desbetreffende gedingstukken. Ter zitting hebben partijen hun standpunten nader toegelicht als volgt.

Belanghebbende:

De gisteren aan het kantoor van de Stichting Pampus toegefaxte pleitnota had ik voor de zitting nog niet ontvangen. Ik heb de pleitnota nu kunnen lezen. Ik wil daar als volgt op reageren. Pampus is geen vermakelijkheid. De aangeboden rondleiding is cultuurhistorisch van aard. Ook valt Pampus onder de cultuurregeling voor mbo- en hbo-scholen. Dat betekent dat er iets serieus te zien moet zijn, iets waarvan je iets kunt opsteken. De meeste van de door de gemeente opgesomde voorzieningen zijn algemene zaken, zoals straten en bruggen. Dat zijn geen voorzieningen waarvoor je apart nog iets zou moeten betalen. Wij betalen steigergeld aan het Muiderslot. Hoewel wij de gemeente Muiden gevraagd hebben om een eigen steiger, hebben wij die niet gekregen. De gemeente wil ook niet meewerken aan de afvalverwerking van Pampus. Er staat nu een afvalcontainer op de steiger van het Muiderslot. De VVV in Muiden bestaat nu niet meer, maar toen de VVV nog wel bestond moesten wij al commerciële prijzen betalen voor de diensten van de VVV. De VVV is in de loop van het jaar 2002 opgeheven. Wij betaalden de VVV apart voor het uitdelen van onze eigen folders, en voor het aandragen van bezoekers (via een korting op de entreeprijs). Tevens betaalden wij de volledige advertentiekosten voor een advertentie in het VVV-blad. De VVV verstrekt geen informatie over prijzen of reserveringen. Dit ging in het verleden te vaak fout. Zij verwijzen de mensen door naar ons. De gemeente heeft in het verleden toegezegd een bedrag van ƒ 25.000 te zullen investeren in specifieke zaken ten behoeve van Pampus en het Muiderslot. Tot op heden hebben wij daar nog niets van gezien. Ongeveer 37% van de bezoekers komt niet via Muiden naar Pampus. De bezoekers die via Muiden komen hebben soms al toeristenbelasting betaald, namelijk als zij per schip aankomen. De gemeente heeft ons expliciet gevraagd de bezoekers niet via Muiden te laten komen. De bezoekers van de bruine vloot bezetten vaak alle parkeerplaatsen. De bezoekers van Pampus moeten dan vaak uitwijken naar betaalde parkeerplaatsen. Een bezoeker van Pampus betaalt voor de boot en daarnaast voor een rondleiding op het forteiland. Als een bezoeker geen rondleiding wil dan krijgen zij een boekje. Ook in dat geval moet het zelfde bedrag aan entreegeld worden betaald. Bezoekers die zelf met de boot aankomen, betalen voor de rondleiding. Bezoekers die via een rederij komen krijgen groepskorting. De horeca betaalt geen vermakelijkhedenretributie maar zij veroorzaken wel een deel van de rommel. Pampus draagt wel bij aan de toeristische aantrekkelijkheid van Muiden. Sinds een jaar of drie legt de rederij zowel op de heen- als op de terugweg aan bij de steiger van het Muiderslot. Het is mij bekend dat er op de terugweg wel eens aangelegd werd in de haven van Muiden. Dit mag eigenlijk niet. Wij hebben contractueel met de rederijen vastgelegd dat zij niet in de haven van Muiden mogen aanleggen. Dat op de website een wandelroute staat door Muiden is op verzoek van en in overleg met de gemeente Muiden gebeurd. Zij willen namelijk niet dat de bezoekers door Muiden gaan zwerven. Ik ga er mee akkoord dat de uitspraak wordt gedaan zonder nadere vooraankondiging zodra de uitspraak gereed is. Ik ga er mee akkoord dat de uitspraak niet-geanonimiseerd wordt gepubliceerd.

Verweerder:

Wij zijn van mening dat Pampus wel een vermakelijkheid is. Niet het oogmerk van de Stichting is hierbij doorslaggevend. De voorzieningen hoeven niet uitsluitend op een specifieke vermakelijkheid te zien. Zie HR 24 januari 2003. De gemeente Muiden maakt evengoed kosten voor bezoekers van Pampus die niet via Muiden binnenkomen, zoals kosten van rampenbestrijding, bestuurskosten. Mede voor de bezoekers die wel via Muiden naar Pampus gaan, heeft de gemeente speciale parkeerplaatsen aangelegd. Veel bezoekers komen met de auto, het openbaar vervoer is niet zo goed geregeld in Muiden. De website van Pampus beveelt Muiden ook aan als parkeerplaats en biedt nog een rondwandeling aan door Muiden. De voorlopige aanslag is opgelegd in aansluiting op de aangifte van belanghebbende voor de periode januari-mei 2001. Muiden heeft circa 6.000 inwoners. Er komen jaarlijks 150.000 bezoekers. Het is duidelijk dat daar voorzieningen voor moeten worden getroffen. Ik ga er mee akkoord dat de uitspraak wordt gedaan zonder nadere vooraankondiging zodra de uitspraak gereed is. Ik ga er mee akkoord dat de uitspraak niet geanonimiseerd wordt gepubliceerd.

6. Beoordeling van het geschil

6.1. Belanghebbende heeft betoogd dat een bezoek aan het eiland Pampus niet gezien kan worden als een vermakelijkheid in de zin van artikel 1 van de Verordening en artikel 229, lid 1, letter c van de Gemeentewet. Belanghebbende heeft hiertoe aangevoerd dat in de rondleiding de nadruk wordt gelegd op de cultuurhistorische waarden van Pampus, de geschiedenis en het gebruik van Pampus in zijn oorspronkelijke bedoeling. Het publiek is er niet om zich te vermaken maar komt om iets te leren. Er zijn geen attracties beschikbaar en men heeft naast de rondleiding nauwelijks tijd om te genieten van het uitzicht of een kopje koffie. Belanghebbende betoogt dat de bezoekers niet komen voor amusement, verstrooiing of enige vorm van vermaak. Het forteiland wordt gerekend tot het werelderfgoed en daar komt men niet om zich te vermaken maar om kennis te nemen van het belang van het erfgoed in het verleden en nu. Belanghebbende heeft nog de cultuurregeling voor mbo/hbo-scholen aangehaald, wijzend op het serieuze en educatieve karakter van Pampus.

6.2. Verweerder heeft hier tegenover gesteld dat de rondleidingen die belanghebbende voor de bezoekers van Pampus organiseert, niet als puur wetenschappelijk kunnen worden beschouwd. De rondleidingen zijn voor volwassenen en oudere kinderen begrijpelijk en zij vereisen geen bepaald opleidingsniveau. Dit geldt in nog sterkere mate voor de speurtocht die voor kinderen is opgezet en de speciaal voor hen gehouden rondleidingen. Verweerder heeft gesteld dat het publiek in deze activiteiten verstrooiing, ontspanning of vermaak kan vinden en dat dit, gelet op de jurisprudentie, voldoende is om van een vermakelijkheid in de zin van de Verordening en de Gemeentewet te kunnen spreken. Dat de activiteiten ook een educatief karakter hebben doet daaraan niet af, evenmin als de omstandigheid dat er verder geen attracties op het eiland zijn.

6.3.1. Met betrekking tot de vraag of belanghebbende vermakelijkheden geeft in de zin van de Verordening en de Gemeentewet is het Hof van oordeel dat, anders dan belanghebbende bepleit, niet het statutaire hoofddoel van belanghebbende doorslaggevend is voor de vraag of er al dan niet sprake is van een vermakelijkheid, doch het karakter van de voor bezoek opengestelde inrichting, het doel van het bezoek en de feitelijke ervaring die daarbij wordt ondergaan. Reeds voldoende om te kunnen spreken van een vermakelijkheid is dat het publiek in het vertoonde of getoonde ontspanning of vermaak kan vinden. Uit de feiten zoals vermeld onder 3.1, 3.2 en 3.5, alsmede hetgeen partijen hieromtrent ter zitting hebben vermeld, alles in onderlinge samenhang bezien, leidt het Hof af dat bezoekers in een bezoek aan Pampus en in de door belanghebbende verzorgde activiteiten amusement, verstrooiing, ontspanning of vermaak kunnen vinden, zodat geconcludeerd moet worden dat belanghebbende vermakelijkheden geeft in de zin van voornoemde artikelen in de Verordening en de Gemeentewet.

6.3.2. Het Hof heeft daarbij in aanmerking genomen dat de door belanghebbende verzorgde rondleidingen, welke een belangrijk element vormen bij een bezoek aan het Muiderslot, toegankelijk en begrijpelijk zijn voor een breed publiek. Dit geldt te meer voor de speciaal voor kinderen georganiseerde rondleidingen en activiteiten. Tezamen genomen met de overige door belanghebbende verzorgde activiteiten zoals vermeld onder 3.2 en 3.5 komt het Hof tot de conclusie dat deze activiteiten niet zozeer wetenschappelijk/cultureel van karakter zijn dat zij naar haar aard niet onder het begrip vermakelijkheid zouden vallen. Dat de door belanghebbende verzorgde rondleidingen ook een educatieve waarde hebben, doet daaraan niet af. Dat Pampus op de werelderfgoedlijst van de UNESCO staat en dat de cultuurregeling voor mbo- en hbo-scholen van toepassing is, is in het licht van het vorenoverwogene van onvoldoende gewicht om tot een ander oordeel te komen.

6.4.1. Belanghebbende heeft gesteld dat verweerder niet heeft aangetoond dat er door belanghebbende specifiek gebruik gemaakt wordt van door de gemeente ter beschikking gestelde voorzieningen. Belanghebbende stelt (samengevat) van de volgende voorzieningen geen (specifiek) gebruik te maken:

- Belanghebbende heeft geen speciale rechten in de haven van Muiden, er wordt gebruik gemaakt van de steiger van het Muiderslot. Bezoekers die met de veerboot naar Pampus gaan maken geen gebruik van de voorzieningen die voor het watertoerisme zijn getroffen.

- Belanghebbende heeft geen aansluiting op openbare energievoorzieningen, waterleiding en gemeentelijke riolering.

- Belanghebbende heeft geen aansluiting op het gemeentelijke wegennet. Ook zijn er geen speciale parkeervoorzieningen getroffen voor de bezoekers van Pampus. De openbare parkeervoorziening is slechts beperkt beschikbaar. Bezoekers van Pampus moeten regelmatig gebruik maken van het betaald parkeren.

- Belanghebbende kan geen beroep doen op de gemeentelijke brandweer; het door belanghebbende opgestelde noodplan is nog nooit door de gemeente getoetst.

- Er is thans geen VVV-kantoor meer in de gemeente Muiden. Toen er in het verleden nog wel een VVV-kantoor was moest belanghebbende betalen voor de voorzieningen die de VVV bood.

- Het plaatsen van verwijzingsborden naar Pampus is door belanghebbende zelf betaald.

6.4.2. Hiertegenover heeft verweerder gesteld dat aan de voorwaarden om een vermakelijkhedenretributie te mogen heffen is voldaan, indien verweerder aantoont dat zij lasten heeft ter zake van de voorzieningen waarvan gebruik wordt gemaakt bij het geven van vermakelijkheden. Uit het arrest van de Hoge Raad van 24 januari 2003, nr. 37 789, BNB 2003/113*, volgt dat deze voorzieningen ook van algemene aard mogen zijn, mits de in de heffing betrokken vermakelijkheden van deze voorzieningen profiteren. Verweerder heeft gesteld dat de gemeente Muiden circa 6.000 inwoners heeft en dat er jaarlijks circa 150.000 personen een bezoek brengen aan de gemeente Muiden en dat het noodzakelijk is dat voor deze bezoekers aan de gemeente Muiden voorzieningen moeten worden getroffen. Uit het onder 2.3 vermelde berekeningsoverzicht volgt dat het gaat om voorzieningen op het gebied van infrastructuur (onder meer parkeren, onderhoud wegen, gladheidsbestrijding, straatreiniging en openbaar groen) en op het gebied van de VVV en overige voorzieningen (bestuursondersteuning en brandweer en rampenbestrijding). Verweerder heeft de kosten van de voorzieningen, zoals vermeld in het onder 2.3 vermelde berekeningsoverzicht, voor een deel toegerekend aan de vermakelijkhedenretributie. De kosten voor infrastructuur worden voor 10 of 20% toegerekend aan de vermakelijkhedenretributie, de kosten van de VVV voor 30% en van de overige kosten wordt 5% toegerekend aan de vermakelijkhedenretributie.

6.4.3. De Hoge Raad heeft in het arrest BNB 2003/113*, onder 3.4, onder meer het volgende overwogen:

".. moet ervan worden uitgegaan dat de wetgever de in artikel 229, lid 1, aanhef en letter c, bedoelde heffing slechts in zoverre het karakter van retributie heeft willen toekennen dat aan de heffing ten grondslag dient te liggen dat een vermakelijkheid profiteert van een door of vanwege het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorziening, welke voor de gemeente lasten meebrengt. Aan de voorwaarden om een vermakelijkhedenretributie te heffen, is derhalve voldaan indien de gemeente aantoont dat zij lasten heeft ter zake van een voorziening als hiervoor bedoeld. Daarbij behoeft de gemeente niet aan te geven welk bedrag van de met die voorziening gemoeide lasten is toe te rekenen aan de te belasten vermakelijkheid."

6.4.4. Verweerder heeft naar het oordeel van het Hof door middel van het overgelegde berekeningsoverzicht, waarvan de juistheid op zich niet door belanghebbende is betwist, aangetoond dat zij kosten heeft gemaakt ter zake van door of vanwege het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen. Tevens heeft verweerder naar het oordeel van het Hof voldoende aannemelijk gemaakt dat belanghebbende profijt heeft van de in het berekeningsoverzicht genoemde voorzieningen, met name van de door de gemeente in stand gebrachte en gehouden parkeervoorzieningen en andere infrastructurele voorzieningen. Het Hof merkt op dat de voorzieningen ook van algemene aard mogen zijn, mits de in de heffing betrokken vermakelijkheden van deze voorzieningen profijt hebben. Aan deze voorwaarde is naar het oordeel van het Hof voldaan. Dat het profijt niet wordt genoten op een bepaalde, door belanghebbende gewenste manier, zoals zij met de onder 6.4.1 genoemde stellingen heeft aangevoerd, is in dit verband niet van belang. Er zijn overigens geen omstandigheden aannemelijk geworden die tot de slotsom leiden dat de verhouding tussen de hoogte van de retributie en het profijt dat de retributieplichtigen van de desbetreffende voorzieningen hebben zodanig is, dat van een willekeurige of onredelijke belastingheffing sprake is.

6.5. Belanghebbende heeft gesteld dat binnen de gemeente Muiden de vermakelijkhedenretributie alleen geheven wordt van belanghebbende en het Muiderslot. Belanghebbende heeft gesteld dat dit rechtsongelijkheid oplevert, omdat ten aanzien van andere vermakelijkheden, zoals de bruine vloot, de jaarlijkse feesten in Muiden, de roeirace Muiden-Pampus, muziekuitvoeringen en speeltuinen geen vermakelijkhedenretributie wordt geheven. Het Hof vat deze stelling van belanghebbende op als een beroep op het gelijkheidsbeginsel.

6.5.1. Belanghebbende heeft gesteld dat ten aanzien van de bezoekers van de bruine vloot geen vermakelijkhedenretributie wordt geheven en daarmee het gelijkheidsbeginsel wordt geschonden. Verweerder heeft gesteld dat heffing van de retributie ten aanzien van de bruine vloot niet mogelijk is, aangezien het daarbij gaat om charterboten die worden gebruikt voor onder meer bedrijfsuitjes of voor de viering van een bruiloft, een familiefeestje of een jubileum, hetgeen ertoe leidt dat steeds sprake is van evenementen met een besloten karakter. Nu dienaangaande niets anders is gesteld of gebleken, staat vast dat het niet heffen ter zake van de bruine vloot en de daaruit voortvloeiende ongelijke behandeling van belanghebbende voortvloeit uit interpretatief beleid van verweerder. Indien de door verweerder gehuldigde opvatting voor juist moet worden gehouden, is er geen sprake van schending van het gelijkheidsbeginsel, aangezien alsdan sprake is van feitelijk en rechtens ongelijke gevallen. Pampus is immers tijdens openstellingstijden voor ieder toegankelijk. Dat Pampus ook wel in groepsverband wordt bezocht, doet geen afbreuk aan het openbare karakter van het daar, ook door een dergelijke groep, gevonden vermaak. Voorts heeft belanghebbende in haar beroepschrift gesteld dat ter zake van groepen die Pampus bezoeken voor het vieren van een besloten feest geen vermakelijkhedenretributie wordt geheven.

Voor het geval de behandeling van de bruine vloot door verweerder moet worden aangemerkt als berustend op een onjuiste opvatting over de toepasbaarheid van de Verordening en ook bij de bruine vloot sprake zou zijn van openbaar vermaak, is het Hof van oordeel dat belanghebbende aan de behandeling van de bruine vloot geen rechten kan ontlenen. Aannemelijk is immers dat verweerder, zou hij de alsdan juist te achten opvatting aanhangen, tot heffing van de retributie ten aanzien van de bruine vloot zou zijn overgegaan. Voorts blijft de toepassing van het beleid naar de aard ervan beperkt tot de groep van de exploitanten van de bruine vloot.

Ten overvloede merkt het Hof nog op dat, nu de verschillende behandeling van belanghebbende enerzijds en de bruine vloot anderzijds berust op door de heffingsambtenaar gevoerd beleid, aan de meerderheidsregel geen betekenis toekomt.

6.5.2. Belanghebbende heeft gesteld dat van bezoekers van de jaarlijkse feesten in Muiden geen vermakelijkhedenretributie wordt geheven. Verweerder heeft hiertegenover onweersproken uiteengezet dat deze feesten in het algemeen gratis toegankelijk zijn, waardoor heffing van vermakelijkhedenretributie niet mogelijk is. Wel moet de bezoeker betalen voor het deelnemen aan gezamenlijke maaltijden-met-bal in de feesttent. Dit is evenwel zozeer te vergelijken met door restaurants en andere horeca gelegenheden verrichte prestaties dat heffing van vermakelijkhedenretributie niet mogelijk is. Het Hof acht de stellingen van verweerder aannemelijk. Hieruit volgt dat heffing niet mogelijk is op grond van de Verordening dan wel dat geen sprake is van vergelijkbare gevallen in de zin van het gelijkheidsbeginsel.

6.5.3. Met betrekking tot de roeirace Muiden-Pampus, georganiseerd door de KNZRV, heeft verweerder onweersproken gesteld dat deze roeirace voor een ieder vanaf de oever van de Vechtmonding, zonder betaling, vrij te bezichtigen is. In dat geval wordt naar het oordeel van het Hof terecht geen vermakelijkhedenretributie geheven. Indien vanaf het terrein van de jachthaven van de KNZRV, op uitnodiging van de KNZRV, naar de roeirace wordt gekeken is er volgens verweerder sprake van een besloten bijeenkomst. Het Hof acht een en ander aannemelijk, zodat ook in dat geval terecht geen vermakelijkhedenretributie wordt geheven.

6.5.4. Met betrekking tot de muziekuitvoeringen in Muiden die geen besloten karakter hebben en waarvoor een toegangsprijs betaald moet worden heeft verweerder onweersproken opgemerkt dat het hier gaat om evenementen die slechts incidenteel plaatsvinden en slechts een relatief gering aantal bezoekers trekken, zodat er geen sprake is van gelijke gevallen, en mocht er al sprake zijn van gelijke gevallen, er voor de ongelijke behandeling een objectieve en redelijke rechtvaardiging gelegen is in de doelmatigheid van de uitvoering van de heffing. Het Hof is met verweerder van oordeel dat in dit geval, gelet op het incidentele karakter van de evenementen en het geringe aantal deelnemers, het afzien van de heffing om doelmatigheidsredenen gerechtvaardigd is.

6.5.5. Verweerder heeft in het verweerschrift gesteld dat er in de gemeente Muiden geen -naar hij kennelijk bedoelt: tegen betaling toegankelijke- speeltuinen aanwezig zijn. Belanghebbende heeft dit niet weersproken, zodat ook in dit geval belanghebbendes beroep op het gelijkheidsbeginsel niet kan slagen.

6.6 Gelet op het vorenoverwogene is het gelijk aan de zijde van verweerder.

7. Proceskosten

Nu de uitspraak in stand blijft en zich geen bijzondere omstandigheden hebben voorgedaan acht het Hof geen termen aanwezig voor een veroordeling van een der partijen in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.

7. Beslissing

Het Hof verklaart het beroep ongegrond.

De uitspraak is vastgesteld op 3 maart 2004 door mrs. Van Loon, Steenbergen en Kruimel, in tegenwoordigheid van mr. Rentenaar-Groot als griffier. De beslissing is op die datum in het openbaar uitgesproken.

De griffier is verhinderd deze uitspraak

mede te ondertekenen.

Het Hof heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van deze uitspraak in geanonimiseerde vorm.

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de verzenddatum van deze uitspraak beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:

1. Het instellen van beroep in cassatie geschiedt door het indienen van een beroepschrift bij dit gerechtshof (zie voor het adres de begeleidende brief).

2. Bij het beroepschrift wordt een afschrift van de bestreden uitspraak overgelegd.

3. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;

d. de gronden van het beroep in cassatie.

Voor het instellen van beroep is een griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt U een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. Indien U na een mondelinge uitspraak griffierecht hebt betaald ter verkrijging van de vervangende schriftelijke uitspraak van het gerechtshof, komt dit in mindering op het griffierecht dat is verschuldigd voor het indienen van beroep in cassatie.

In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.