Home

Gerechtshof Amsterdam, 26-05-2005, AT6632, 04/02995

Gerechtshof Amsterdam, 26-05-2005, AT6632, 04/02995

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
26 mei 2005
Datum publicatie
16 juni 2005
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2005:AT6632
Formele relaties
Zaaknummer
04/02995
Relevante informatie
Waterschapswet [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 116, Waterschapswet [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 124

Inhoudsindicatie

Uit een aanslagbiljet (inclusief toelichting) moet ten minste blijken welk bestuursorgaan welke belastingsaanslag heeft vastgesteld, en op welk bedrag die aanslag is vastgesteld. Het beroep is gegrond.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

Eerste Meervoudige Belastingkamer

UITSPRAAK

op het beroep van X te Z, belanghebbende,

tegen

een uitspraak van de ambtenaar belast met de heffing van de gemeente Amsterdam, verweerder.

1. Loop van het geding

Van belanghebbende is ter griffie een beroepschrift ontvangen op 27 juli 2004, ingediend door A als haar gemachtigde. Het beroep is gericht tegen de uitspraak van verweerder, gedagtekend 15 juni 2004, betreffende de aan belanghebbende opgelegde aanslag in de ingezetenenomslag voor het jaar 2004 van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier ten bedrage van € 29,83 (verder de aanslag ).

De aanslag, gedagtekend 31 januari 2004, is bekendgemaakt door toezending van een zogenoemd gecombineerd aanslagbiljet (verder het combibiljet), waarop ook aanslagen van andere bestuursorganen voorkomen, waaronder een aanslag in de ingezetenenomslag voor het jaar 2004 van het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht.

Na bezwaar tegen de aanslag heeft verweerder deze bij de bestreden uitspraak gehandhaafd.

Het beroep strekt tot vernietiging van de uitspraak en van de aanslag.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend en concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

Bij brief van 2 februari 2005 heeft belanghebbende nadere stukken ingediend. De griffier heeft een afschrift aan de wederpartij gezonden.

Verweerder heeft voorafgaande aan de zitting op 14 februari 2005 enkele (onder)mandaatbesluiten overgelegd van de ambtenaar belast met de heffing van Amstel, Gooi en Vecht en van de directeur van de Dienst Belastingen van de Gemeente Amsterdam in de hoedanigheid van gemandateerde van voornoemde ambtenaar van AGV.

Ter zitting van 17 februari 2005 zijn verschenen A, alsmede namens verweerder B, tot bijstand vergezeld van C en D. Het beroep is ter zitting behandeld gelijktijdig met de beroepen die bij het Hof zijn geadministreerd onder de nummers 03/03182 en 04/02923.

Verweerder heeft ter zitting een gezamenlijk besluit van 5 en 16 december 2003, als bedoeld in artikel 124, tweede en derde lid, van de Waterschapswet, een kaart betreffende het omslagplichtig gebied behorende bij het Reglement van bestuur voor het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en de verordening (in concept) waarop de onderhavige aanslag is gebaseerd, overgelegd.

Op 20 februari 2005 heeft belanghebbende naar aanleiding van het ter zitting gedaan verzoek een afschrift overgelegd van het combibiljet (voor- en achterzijde), van de voor- en achterzijde van de daarbij behorende informatiefolder en van enkele pagina’s uit de Amsterdamse Belastinggids 2004.

Een afschrift van deze nadere stukken is naar verweerder gezonden en verweerder heeft omtrent die stukken op 3 maart 2005 zijn zienswijze naar voren gebracht. De griffier heeft belanghebbende een afschrift van deze zienswijze toegezonden.

Belanghebbende heeft op 13 maart 2005 het Hof bericht dat hij instemt met het achterwege laten van een tweede mondelinge behandeling. Verweerder heeft op 7 maart 2005 verklaard in te stemmen met het achterwege laten van een tweede mondelinge behandeling.

2. Tussen partijen vaststaande feiten

2.1. Belanghebbende was in het jaar 2004 medebewoner van het pand a-weg 1 te Amsterdam (verder de woning). De woning ligt zowel in het taakgebied (als bedoeld in artikel 1 onder a van de Omslagenverording Amstel, Gooi en Vecht, tekst 2004) van het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, als in het taakgebied van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (als bedoeld in artikel 1 onder b van de Omslagverordening Hollands Noorderkwartier 2004). Het eerste waterschap zal verder worden aangeduid met AGV, het tweede met HHNK.

HHNK heeft blijkens het Reglement van bestuur in het gebied waar de woning ligt uitsluitend de neventaak zorg voor wegen.

2.2. De Omslagverordening Hollands Noorderkwartier 2004 (Verordening) bevat, blijkens de weergave op de website van HHNK de volgende bepalingen:

artikel 13

1. Met betrekking tot de taken van het hoogheemraadschap inzake waterkeringszorg, waterkwantiteitsbeheer en wegenbeheer wordt onder de naam "ingezetenenomslag" een omslag geheven van degenen die in een taakgebied ingezetenen zijn. …

artikel 14

Met inachtneming van het bepaalde dienaangaande in de Kostentoedelingsverordening van het hoogheemraadschap bedragen de tarieven van de omslag, bedoeld in artikel 13, per woonruimte per taakgebied:

c. voor het wegenbeheer: € 29,83.

2.3. Het combibiljet bevat onder andere de volgende tekst:

Bezoekadres

Bijlmerplein 395

1102 DK Amsterdam

(…)

Gemeente Amsterdam

Dienst Belastingen

Gecombineerd aanslagbiljet (…)

dwr

(…)

Aantal aanslagen 6

(…)

Aan u zijn door de directeur de volgende aanslagen opgelegd

(...) INGO Hoogh.raadsch. AGV/Holl. Noorderkwartier € 52,14

2.4. De met het combibiljet in één enveloppe meegezonden informatiefolder “De gecombineerde aanslag ’04”, vermeldt, voor zover hier van belang, het volgende:

“Ingezetenenomslag.

Tarieven variëren per waterschap per gebied

(...)

Amsterdam-Noord, globaal het gebied ten zuiden van de Waterlandse Zeedijk valt onder het gezamenlijk beheer van de hoogheemraadschappen AGV en Hollands Noorderkwartier.

Tarief: € 52,14 per jaar.”

2.5. De Amsterdamse Belastinggids 2004, een huis aan huis in Amsterdam verspreide brochure, bevat een overzicht tarieven waterschappen 2004 (in euro’s). Dat overzicht vermeldt, voor zover hier van belang:

“Gebied Amsterdam Valt onder Ingezetenenomslag

hoogheemraadschap (...) per woonruimte

(...)

Noord (globaal ten zuiden Amstel, Gooi en Vecht (...) 22,31

van de Waterlandse Zeedijk) Hollands Noorderkwartier* (...) 29,83

(...)

* De tarieven van het Hollands Noorderkwartier worden 8 januari 2004 ter goedkeuring voorgelegd.”

2.6. De directeur van de Dienst Belastingen van de Gemeente Amsterdam heeft de uitspraak op bezwaar gedaan.

3. Geschil

In geschil is of de aanslag rechtmatig is opgelegd. Het geschil spitst zich toe op de vraag of ingezetenen van Amsterdam-Noord een aanslag kan worden opgelegd ter zake van de zorg voor de wegen.

4. Standpunten van partijen

Voor de standpunten van partijen verwijst het Hof naar de gedingstukken.

Ter zitting en in de schriftelijke stukkenwisseling nadien is daaraan - voor zover van belang - het navolgende toegevoegd:

Belanghebbende heeft aangevoerd dat uit het aanslagbiljet niet het bedrag van de onderhavige aanslag kan worden afgeleid.

Verweerder heeft aangevoerd dat het om een gecombineerde aanslag gaat en dat op het aanslagbiljet één bedrag stond voor de omslagheffing. De verspreiding van de Amsterdamse Belastinggids 2004 viel in de tijd samen met het uitbrengen van het gecombineerde aanslagbiljet.

5. Beoordeling van het geschil

5.1. Ingevolge artikel 116, aanhef en onderdeel d, van de Waterschapswet kunnen van hen die ingezetenen zijn, omslagen geheven worden ter bestrijding van kosten die zijn verbonden aan de behartiging van taken die het waterschap zijn opgedragen.

5.2. Vaststaat dat de aanslag is gebaseerd op de Verordening en dat die door de directeur van Gemeentebelastingen Amsterdam is opgelegd.

5.3. Op basis van de gedingstukken en het ter zitting door verweerder verklaarde gaat het Hof van het volgende uit.

Het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft onder andere als taak de zorg voor de in zijn beheergebied gelegen wegen buiten de bebouwde kom. Niet in geschil is dat belanghebbendes woning in dat beheersgebied ligt en dat belanghebbende ingezetene is in de zin van de Verordening.

Het hoogheemraadschap is ingevolge artikel 116 van de Waterschapswet bevoegd ter bestrijding van de kosten van het in zijn beheergebied plaatsvindende wegenbeheer een omslag te heffen. Naar het oordeel van het Hof voldoet de Verordening, waarin onder andere de omslag voor het wegenbeheer is geregeld, aan de daaraan door de wet gestelde eisen. Daaraan doet niet af dat in Amsterdam-Noord het onderhoud aan de wegen en dergelijke de facto niet door HHNK, maar door de gemeente Amsterdam wordt uitgevoerd. Immers het stond het HHNK - gelet op het arrest van de Hoge Raad van 10 augustus 2001, BNB 2001/339 - vrij in zijn gehele gebied de ingezetenenomslag op een gelijk bedrag per woonruimte te stellen en vaststaat dat de woning in het taakgebied van HHNK ligt.

5.4. De dagelijks besturen van HHNK en AGV hebben overeenkomstig artikel 124, tweede lid, van de Waterschapswet met betrekking tot de heffing van de ingezetenenomslag, voorzover het betreft de ingezetenen wier woning - zoals die van belanghebbende - zowel in het beheergebied van HHNK als in dat van AGV ligt, besloten dat het dagelijks bestuur van het laatstgenoemde waterschap in de plaats treedt van dat van het eerstgenoemde waterschap.

Uit de gedingstukken blijkt dat de dagelijkse besturen van AGV en HNNK met betrekking tot de heffing van de ingezetenenomslag als ambtenaar als bedoeld in artikel 123, derde lid, onderdeel b, van de Waterschapswet de heffingsambtenaar van AGV hebben aangewezen. Uit de gedingstukken valt af te leiden dat het hoofd van de afdeling belastingen van de stafafdeling Financiën en Informatievoorziening van de Stichting Dienst Waterbeheer en Riolering Amsterdam - Amstel, Gooi en Vecht (verder DWR) in december 2003 met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2003 als de heffingsambtenaar is aangewezen.

Laatstgenoemd hoofd heeft onder andere aan de directeur(en) van Gemeentebelastingen Amsterdam alle bevoegdheden die hem ingevolge artikel 123, derde lid, onderdeel b, van de Waterschapswet toekomen, gemandateerd.

Uit het voorgaande volgt dat de directeur van Gemeentebelastingen Amsterdam bevoegd was de aanslag op te leggen en uitspraak op bezwaar te doen.

5.5. Het Hof is van oordeel dat uit het aanslagbiljet (inclusief de daarbij behorende en meegezonden toelichting) ten minste moet blijken:

1. welk bestuursorgaan welke belastingsaanslag heeft vastgesteld, en

2. op welk bedrag die aanslag is vastgesteld.

Het vorenstaande geldt des te meer indien - zoals in casu - een of meer aanslagen van verschillende bestuursorganen op het aanslagbiljet staan vermeld.

5.6. Het combibiljet vermeldt de aanslag niet afzonderlijk. Immers onder specificatienummer (...) staan twee aanslagen vermeld. Allereerst de in geschil zijnde aanslag en voorts de aanslag ingezetenenomslag van AGV; tezamen betreft het een bedrag aan verschuldigde belasting van € 52,14. Uit het combibiljet kan wellicht worden afgeleid dat dit bedrag uit twee componenten (aanslagen) bestaat, maar niet uit welke. Het bedrag van de aanslag blijkt evenmin uit de toelichting op de achterzijde van het combibiljet of uit de bij het aanslagbiljet – in dezelfde enveloppe meegestuurde – informatiefolder.

Daar komt bij dat het combibiljet ten onrechte vermeldt dat er 6 aanslagen op vermeld staan. Hoewel AGV - zoals volgt uit het bovenstaande - bevoegd is de aanslag vast te stellen, blijft het een aanslag van HHNK en betreft specificatienummer (...) dus 2 aanslagen, waardoor het totaal aantal aanslagen op het combibiljet op 7 uitkomt.

5.7. Nu uit het combibiljet niet blijkt dat ten name van belanghebbende een aanslag in de omslagheffing ingezetenen van HHNK (met een aanslagbedrag van € 29,83) is vastgesteld, voldoet het combibiljet niet aan de eisen die tenminste daaraan moeten worden gesteld. De omstandigheid dat in het onderhavige geval in combinatie met de Amsterdamse Belastinggids 2004 het bedrag van de onderhavige aanslag wel kan worden achterhaald, leidt niet tot een ander oordeel. Deze belastinggids is immers niet tezamen met het aanslagbiljet en de daarbij behorende informatiefolder meegestuurd. Bovendien stonden ten tijde van de verspreiding van de Amsterdamse Belastinggids 2004 de tarieven van het HHNK nog niet vast, zo maakt het Hof op uit de in onderdeel 2.3 weergegeven passage uit de belastinggids.

5.8. Het beroep is derhalve gegrond. Het Hof zal de bestreden uitspraak en de ingezetenenomslag 2004 van het HHNK vernietigen.

6. Proceskosten

Nu het beroep gegrond is acht het Hof in beginsel termen aanwezig voor een veroordeling van verweerder in de proceskosten van belanghebbende. Van voor vergoeding in aanmerking komende kosten is echter niet gebleken.

7. Beslissing

Het Hof:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de bestreden uitspraak en de aanslag en

- gelast het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier het door belanghebbende betaalde griffierecht ad € 37 aan belanghebbende te vergoeden.

De uitspraak is vastgesteld op 26 mei 2005 door mrs. J.P.A. Boersma, voorzitter, P.F. Goes en A.A. Fase, in tegenwoordigheid van mr. O. Nijhuis als griffier. De beslissing is op dezelfde dag ter openbare zitting uitgesproken.

De griffier is niet in staat de uitspraak mede te ondertekenen.

Het Hof heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie ingesteld worden bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;

d. de gronden van het beroep in cassatie.

Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.

In het beroepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.