Home

Gerechtshof Amsterdam, 09-08-2005, AU1113, 02/7139 DK

Gerechtshof Amsterdam, 09-08-2005, AU1113, 02/7139 DK

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
9 augustus 2005
Datum publicatie
17 augustus 2005
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2005:AU1113
Formele relaties
Zaaknummer
02/7139 DK

Inhoudsindicatie

Ontvangers van hartslagmeters met de uiterlijke kenmerken van een groot polshorloge. De primaire functie van het product is het doorgeven van de frequentie, variatie en limiet van de hartslag. Het product ontleent zijn wezenlijke karakter aan de ontvangstfunctie en valt derhalve onder post 9029 90 90 van het GDT.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

Douanekamer

Uitspraak

in de zaak nr. 02/7139 DK

de dato 9 augustus 2005

1. De procedure

1.1. Op 19 december 2002 is bij de Douanekamer van het Gerechtshof te Amsterdam (hierna: de Douanekamer) een beroepschrift ingekomen van A en B te Z. Het beroep is ingediend namens X B.V., belanghebbende. Het beroepschrift is aangevuld bij brief van 15 januari 2003. Het beroep is gericht tegen de uitspraak op bezwaar van het hoofd van het Douanedistrict P (hierna: de inspecteur) van 20 november 2002, waarbij het bezwaar tegen de aan belanghebbende verstrekte Bindende Tarief Inlichting (hierna: BTI) van 8 oktober 2002, is afgewezen.

1.2. Van belanghebbende is door de griffier van de Douanekamer een griffierecht van € 218,-- geheven in de zaak met nummer 02/7138 DK. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.3. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden tijdens de zitting van de Douanekamer op 23 november 2004. Het beroep is gelijktijdig behandeld met de zaken nrs. 02/7138 DK en 02/7140 DK. Namens belanghebbende is verschenen A, tot zijn bijstand vergezeld door C en D. Namens de inspecteur zijn verschenen E en F.

Belanghebbende en de inspecteur hebben ieder een pleitnota overgelegd en voorgelezen. De Douanekamer rekent deze pleitnota’s tot de gedingstukken.

2. De vaststaande feiten

2.1.Belanghebbende, een bedrijf dat een drietal componenten van hartslagmeters (ontvangers van de hartslagmeter, borstband met hartslagmeter en elastische band), in het vrije verkeer brengt, heeft op 27 juni 2002 aan de inspecteur verzocht om afgifte van een BTI voor 24 ontvangers van hartslagmeters.

In de aanvraag is voor de ontvangers verzocht om indeling in post 9029 van het Gemeenschappelijk douanetarief (hierna: GDT).

2.2. Gelet op het aan de Douanekamer overgelegde monster en de beschrijving van het product in de gedingstukken, daarbij in aanmerking nemend hetgeen ter zitting door partijen is verklaard omtrent het product, is hierover het volgende komen vast te staan.

2.3. Het product, de ontvanger, ontvangt signalen uit de zender in de borstband en het berekent de frequentie van deze signalen (aantal hartslagen per minuut). Inherent aan deze eigenschap is dat er een klok in het product aanwezig is.

Deze klok kan zichtbaar gemaakt worden om de tijd aan te geven.

Het product maakt deze berekening van de frequentie zichtbaar op een weergave-eenheid (display).

De ontvanger heeft de uiterlijke kenmerken van een groot polshorloge en wordt om de pols gedragen. Het verzoek betreft soortgelijke ontvangers, al dan niet met microfoon en verschillend van omvang.

2.4. Op 8 oktober 2002 heeft de inspecteur aan belanghebbende een BTI met het sub 1.1. genoemde kenmerk verstrekt, waarbij hij de ontvangers met klokfunctie – in afwijking van het verzoek- heeft ingedeeld in post 9102 12 00 van het GDT.

2.5. Belanghebbende heeft eveneens BTI’s aangevraagd en gekregen voor ontvangers zonder klokfunctie en voor een borstband met hartslagmeter. Deze werden door de inspecteur ingedeeld in respectievelijk post 9031 80 39 en post 9031 90 80.

2.6. Als motivering voor de indeling van de goederen heeft de inspecteur vermeld:

“Ontvanger met horlogefunctie

Bij dit artikel moet de indeling plaats vinden met toepassing van indelingsregel 3b, omdat er zowel een ontvanger als een afleesbare tijdsaanduiding wordt weergegeven.

Het uiterlijk van de ontvanger is gelijkend op een polshorloge, daarnaast is de eerste functie die opvalt de tijdsaanduiding welke zonder enig ander hulpmiddel wordt weergegeven. De hartslagfunctieweergave gaat pas dan werken als het artikel compleet wordt gemaakt met de borstband (zender) en de elastische band ter bevestiging om het lichaam. In uitspraak Tarief- commissie nr. 13-209 van 20 september 1996 is vastgesteld, dat de primaire functie wordt bepaald door het item wat het eerst tevoorschijn komt. In onderhavig geval is dit de tijdsaanduiding. Indeling vindt plaats onder GNcode 9102.1200.”

2.7. De inspecteur heeft ter zitting enige monsters laten zien waarvoor de BTI’s zijn afgegeven en heeft daarnaast een set met hartslagmeter en borstband, zoals die ter verkoop wordt aangeboden getoond. Het monster kan worden omschreven als een polshorloge met een staalkleurige en donkergrijze kast met een drietal druktoetsen. De aan de kast bevestigde horlogeband heeft een roestvrij stalen gesp. Het geheel heeft een lengte van 21,5 cm, hoogte van 2 cm en breedte van ongeveer 5 cm.

3. Het geschil

In geschil is het antwoord op de vraag of de inspecteur voor de onderhavige ontvangers met klokfunctie terecht een BTI voor post 9102 12 00 van het GDT, heeft verstrekt, welke vraag de inspecteur bevestigend en belanghebbende ontkennend beantwoordt. Belanghebbende bepleit indeling van het product onder post 9029 90 90 van het Gemeenschappelijk Douanetarief (hierna: GDT). Genoemde posten luiden in de versie van het GDT van Verordening (EG) nr. 2031/2001 als volgt:

Post 9029 90 90

“ 9029 Toerentellers, productietellers, taximeters, kilometertellers, schredentellers en dergelijke; snelheidsmeters en tachometers, andere dan die bedoeld bij de posten 9014 en 9015; stroboscopen:

9029 90 - delen en toebehoren:

9029 90 90 - - andere”.

Post 9102 12 00

“ 9102 Polshorloges, zakhorloges en dergelijke horloges (stophorloges daaronder begrepen), andere dan die bedoel bij post 9101:

- polshorloges, elektrisch werkend, ook indien met ingebouwd stophorloge:

-

9102 12 00 - - uitsluitend met opto-elektronische aanwijzing”.

(...)

Aantekening 4 op Hoofdstuk 91

“Behoudens het bepaalde in aantekening 1 hiervoor, worden uurwerken en delen, die zowel in uurwerken als in andere artikelen ( bij voorbeeld in meet- en precisie-instrumenten) kunnen worden gebezigd, onder hoofdstuk 91 ingedeeld”.

De GS-Toelichtingen op de posten 9029 en 9102 zijn mede in de beschouwingen betrokken en luiden, voorzover hier van belang, als volgt:

GS-Toelichting op Hoofdstuk 90

“Dit hoofdstuk omvat instrumenten, apparaten en toestellen van uiteenlopende aard, die in de regel het kenmerk dragen dat zij met zorg zijn afgewerkt en uiterst nauwkeurig zijn, zodat de meeste onder meer gebruikt worden voor zuiver wetenschappelijke doeleinden (bijvoorbeeld laboratoriumresearch, analyse, astronomie), voor welbepaalde technische en industriële doeleinden (bijvoorbeeld meten, controleren, waarnemen) en voor medische en chirurgische doeleinden.

(..).”

GS-Toelichting op post 9029

“Deze post omvat:

A. toestellen en apparaten voor het optellen of totaliseren van allerlei grootheden (omwentelingen of toeren, aantal stuks, lengten of afstanden, enzovoort) of die en te betalen bedrag aangeven,(...).

B. toestellen en apparaten voor het aanwijzen van het toerental of van de lineaire snelheid in functie van de verlopen tijd (tachometers en snelheidsmeters of –aanwijzers) met uitzondering van die bedoeld bij de

posten 90.14 en 90.15;”.

GS-Toelichting op Hoofdstuk 91

“Algemene opmerkingen

Dit hoofdstuk heeft betrekking op toestellen, die in hoofdzaak dienen voor het meten van de tijd of voor het uitvoeren van verrichtingen die verband houden met de tijd. Het omvat zakhorloges, stophorloges, polshorloges, en dergelijke horloges, die op of aan de persoon kunnen worden gedragen, (..), alsmede in algemene zin, delen van bedoelde toestellen.”

GS-Toelichting op post 91.02

“Deze post omvat mechanische en elektrische ( in de regel elektronische horloges, compleet met kast en binnenwerk (ongeacht de dikte daarvan) van de soort bedoeld om te worden gedragen en die geschikt zijn om onder die omstandigheden te funktioneren, die de tijd aangeven of de tijdintervallen meten. Hiervan kunnen worden genoemd: polshorloges, zakhorloges, armbandhorloges, horloges voor damestasjes, horloges gemonteerd in hangers, in broches, in ringen, enzovoort.

(...)”.

4. Het standpunt van belanghebbende

4.1. Op basis van indelingsregel 1 van de GN zijn de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken voor de indeling wettelijk bepalend. De bewoordingen van post 9029 spreekt van “tachometers”. Een tachometer kan worden omschreven als een instrument dat bepaalde impulsen meet gedurende een bepaalde tijdseenheid. De X hartslagmeter is een instrument dat bepaalde impulsen (hart-of polsslagen) meet gedurende een bepaalde tijdseenheid. Het product voldoet daarom aan de definitie van tachometer en dient als zodanig te worden ingedeeld in post 9029.

Uit de jurisprudentie en literatuur blijkt dat voor de bepaling van het wezenlijke karakter van een product moet worden gekeken naar de kenmerkende eigenschappen ervan. Deze kenmerkende eigenschappen kunnen liggen in de waarde, het maatschappelijk gebruik en de distributiekanalen. Bij het weglaten van de ‘klokfunctie’ veranderen de kenmerkende eigenschappen en dus de wezenlijke functie van het produkt nauwelijks. Verliest het product echter de meetfunctie dan ontstaat een wezenlijk ander product, namelijk een horloge.

4.2. De ontvangers van X hartslagmeters zijn aan te merken als delen en toebehoren van tachometers en dienen derhalve te worden ingedeeld in postonderverdeling 9029 90 90.

4.3. Ter zitting heeft belanghebbende verklaard dat de goederen, zijnde de ontvangers, afzonderlijk worden ingevoerd. De borstbanden en de hartslagmeters komen van een andere leverancier. Hier te lande worden de goederen samengevoegd en als set verkocht. Een set bestaat uit een ontvanger van de hartslagmeter, een borstband met hartslagmeter en een elastische band om de borstband van de hartslagmeter rond de borst te bevestigen. De goederen worden niet los verkocht.

5. Het standpunt van de inspecteur

5.1. Het uiterlijk van dit product geeft een indicatie voor de indeling. Het vertoont alle kenmerken van een horloge (datum- en tijdsaanduiding). Het product ontleent zijn wezenlijk karakter aan de horlogefunctie. Het verliest de hartslag-meet-functie indien de borstband ontbreekt. De horloge-, stopwatch-, dag- en datumfunctie blijven zonder de borstband wel intact. De kenmerkende eigenschap is daarom de horlogefunctie. De vorming van een assortiment met andere goederen na de invoer is voor de indeling van het product niet van belang. Met toepassing van indelingsregels 1 en 3b moet het product worden ingedeeld onder post 9102.

Gelet op de jurisprudentie van de Tariefcommissie moet de eerst zichtbare functie van het apparaat als onderscheidend criterium worden beschouwd . In dit geval is dat de horlogefunctie die daarnaast ook ‘alles overheersend’en ‘zeer bruikbaar’ is.

5.2. Ter zitting heeft de inspecteur verklaard dat de goederen zelfstandig als horloge kunnen worden gebruikt.

6. De rechtsoverwegingen

6.1. Gelet op de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product oordeelt de Douanekamer dat het product primair is bestemd om aan personen, doorgaans tijdens lichamelijke inspanning, de frequentie, variatie en limiet van de hartslag door te geven. Deze ontvangstfunctie is zeer specifiek en verleent het product een karakter dat uitstijgt boven dat van een horloge sec. Dat het product hier te lande pas in een set wordt opgenomen, samen met de overige goederen die voor het meten van de hartslag nodig zijn, doet niets af aan dat bijzondere karakter van het product op zich.

6.2. Uit het vorengaande volgt dat het goed zijn wezenlijk karakter aan de ontvangstfunctie ontleent, en dat de functie om de tijd zichtbaar te maken van ondergeschikt belang is. Het goed valt derhalve, als onderdeel van de gehele set, onder de bewoordingen van post 9029 90 90 van het GDT, zodat de BTI en de uitspraak, waarvan beroep, niet in stand kunnen blijven.

7. De proceskosten

De Douanekamer acht termen aanwezig voor een veroordeling van de inspecteur in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.

Met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht stelt de Douanekamer deze kosten vast op 2 (beroepschrift en verschijnen ter zitting) x 1,5 (gewicht van de zaak) x € 322 = € 966. Nu sprake is van samenhangende zaken als bedoeld in het Besluit worden het onderhavige beroep en de gelijktijdig behandelde beroepen met de nummers 02/7138 DK en 02/7140 DK voor de toepassing van dit Besluit als één zaak beschouwd; derhalve dient aan belanghebbende voor deze zaak één derde van € 966 = € 322 te worden voldaan.

8. De beslissing

De Douanekamer:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak, waarvan beroep;

- vernietigt de sub 1.1. vermelde BTI;

- stelt vast dat het goed moet worden ingedeeld onder post 9029 90 90 van het GDT;

- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten en wijst de Staat der Nederlanden aan deze kosten, groot € 322, aan belanghebbende te voldoen.

De uitspraak is vastgesteld op 9 augustus 2005 door mr. F.H.M. Possen, voorzitter, en mrs. K. Kooijman en A.J. Roke, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.K. Grando, griffier.

De beslissing is op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken.

De griffier: De voorzitter:

Beroep in cassatie

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen.

1. Bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.

2. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en tenminste het volgende vermelden:

a) de naam en het adres van de indiener;

b) een dagtekening;

c) een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;

d) de gronden van het beroep in cassatie.

Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.

In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.