Home

Gerechtshof Amsterdam, 08-04-2008, BD2193, 06/79

Gerechtshof Amsterdam, 08-04-2008, BD2193, 06/79

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
8 april 2008
Datum publicatie
21 mei 2008
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2008:BD2193
Zaaknummer
06/79

Inhoudsindicatie

7.1. Het komt de Douanekamer onwaarschijnlijk voor dat de onderhavige voertuigen, zoals deze in de BTI-aanvraag en in de BTI-tekst zelve zijn omschreven, en zoals deze ter zitting met behulp van videobeelden zijn geadstrueerd, door mensen in het algemeen worden gebruikt, zonder dat er sprake is van een probleem inzake hun lichamelijke mobiliteit. Iemand die, tijdelijk of chronisch, een dergelijk probleem ondervindt, wordt naar algemeen taalgebruik aangeduid als “invalide”.

7.2. Hieruit leidt de Douanekamer af dat de goederen de objectieve eigenschap hebben om speciaal te worden gebruikt door invaliden.

Deze inherente bestemming mag mede als criterium dienen voor de indeling in de GN (Zie laatstelijk Hof van Justitie 6 december 2007, Van Landeghem,

C-486/06).

7.3. De term “invalidenwagens” wordt niet in post 8703 gebruikt, maar komt wel met zoveel woorden voor in de aanhef van post 8713.

Met toepassing van algemene regel 1 voor de interpretatie van de GN is dit woordgebruik van post 8713 wettelijk bepalend, zodat de onderhavige goederen onder die post moeten worden ingedeeld.

7.4. Toelichtingen en indelingsadviezen zijn volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie, van de Hoge Raad en van de Douanekamer waardevolle hulpmiddelen, die evenwel de bewoordingen van een post niet terzijde kunnen stellen.

7.5. Uit het sub 7.1. tot en met 7.4. overwogene volgt dat het gelijk aan belanghebbende is. De uitspraak van de rechtbank, de uitspraak op bezwaar en de BTI’s moeten worden vernietigd.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Kenmerk 06/79 DK

uitspraak van de Douanekamer van 8 april 2008

op het hoger beroep van

A te Verenigde Staten van Amerika, belanghebbende,

tegen de uitspraak in de zaak nr. AWB 05/1037 van de meervoudige douanekamer van de rechtbank Haarlem (verder: de rechtbank) van 25 januari 2006 in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

1. Beschikkingen, bezwaar en geding voor de rechtbank

1.1. De inspecteur heeft met dagtekening 17 september 2003 aan belanghebbende vijfentwintig bindende tariefinlichtingen (hierna: BTI’s) afgegeven, waarbij de hierna sub 3.5.1. tot en met 3.5.4. omschreven producten zijn ingedeeld onder post 8703 10 18 van de Gecombineerde Nomenclatuur van het Gemeenschappelijk douanetarief (hierna: GN). De BTI’s hebben de hiernavolgende nummers:

1-25

1.2. Op 28 oktober 2003 heeft belanghebbende bezwaar gemaakt tegen de BTI’s. Bij uitspraken van 9 februari 2005 heeft de inspecteur het bezwaar afgewezen.

Op 22 maart 2005 is belanghebbende daartegen door middel van één beroepschrift in beroep gekomen bij de rechtbank.

1.3. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 25 januari 2006, verzonden op 26 januari 2006, het beroep ongegrond verklaard, daartoe overwegende:

“5.3. Naar het oordeel van de rechtbank sluiten de objectieve kenmerken en eigenschappen van de onderhavige voertuigen, zoals omschreven onder 2.3., in onderlinge samenhang bezien, een indeling van de onderhavige voertuigen onder post 8713 – zoals onder 5.2. is overwogen – als rolstoel of een daarop gelijkend voertuig uit. Aan dit oordeel doet niet af de omstandigheid dat enkele van de onderhavige voertuigen bepaalde kenmerken en eigenschappen bezitten, zoals een maximumsnelheid van 10 kilometer per uur en anti-kantel wielen, die onderscheidenlijk zijn voor invalidenvoertuigen. Deze omstandigheid duidt er immers slechts op dat de voertuigen enkel zijn uitgerust voor gebruik door invaliden. Uit de bij post 8713 behorende GS-Toelichting blijkt naar het oordeel van de rechtbank zonder enige twijfel dat dergelijke voertuigen van deze post zijn uitgezonderd. Voorts is gesteld noch gebleken dat de onderhavige voertuigen speciale kenmerken en eigenschappen bezitten om handicaps te verlichten, zoals voet- en beensteunen. Ten overvloede acht de rechtbank de onderhavige voertuigen bij uitstek geschikt ter verlichting van mobiliteitsproblemen van personen voor zowel buitens- als binnenshuis.

5.4. Gelet op hun objectieve kenmerken en eigenschappen is de rechtbank van oordeel dat de onderhavige producten hoofdzakelijk de kenmerken en eigenschappen bezitten van de producten als bedoeld in de GS-Tarifering nr. 10 op post 8703 10, alsmede gelijken op de mobiliteitsscooters die zijn uitgerust met een afzonderlijke, verstelbare stuurkolom, welke ingevolge de GN-Toelichting op post 8713 90 00 van deze post zijn uitgezonderd. Zij moeten worden aangemerkt als voertuigen die hoofdzakelijk zijn ontworpen voor het vervoer van personen. Daarmee voldoen de producten aan de bewoordingen van post 8703, te weten andere voertuigen hoofdzakelijk ontworpen voor personenvervoer. Verweerder heeft de producten, gelet op het vorenoverwogene, in de onder 2.1. vermelde bindende tariefinlichtingen, terecht met de toepassing van de algemene indelingsregels nummers 1 en 6 onder post 8703 10 18 van het GDT ingedeeld, zodat het beroep ongegrond moet worden verklaard.”

2. De procedure voor de Douanekamer

2.1. Tegen de sub 1.2. vermelde uitspraak van de rechtbank heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij beroepschrift van 6 maart 2006.

Het beroepschrift is aangevuld bij brief van 28 april 2006, ingekomen bij de Douanekamer van het Gerechtshof te Amsterdam (hierna: Douanekamer) op 1 mei 2006.

2.2. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

2.3. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 oktober 2007. Aldaar zijn verschenen en gehoord namens belanghebbende B en S, vergezeld van R en E, beiden werkzaam bij B B.V. te N, en namens de inspecteur mr. A en mr. E. Partijen hebben ieder een pleitnota overgelegd en voorgelezen. De pleitnota van de inspecteur is voorzien van een bijlage. Belanghebbende heeft van deze bijlage kennis kunnen nemen en zich erover kunnen uitlaten. De Douanekamer rekent deze pleitnota’s en de bijlage tot de stukken van het geding.

2.4. Het beroep is gelijktijdig behandeld met de verwante beroepen met de nummers 06/77 DK en 06/78 DK.

3. De feiten

3.1. Op 23 juni 2003 heeft belanghebbende schriftelijk een verzoek ingediend voor verstrekking van een BTI voor verschillende in de aanvraag als “electric scooters” aangeduide producten. Het verzoek luidt in de Engelse taal en betrof de hierna vermelde producten:

1-25

De goederen zijn in vak 8 van de aanvraag, onder het kopje “Description of goods”, omschreven als:

“The “A” line of electric scooters, as designed and manufactured by X, are defined as medical devices which provide or enhance the users mobility. They can be constructed as three or four-wheeled devices and are usable in both indoor and outdoor environments such as domestic, commercial, roadside, industrial and also public buildings.

These products are powered by two (2) 12-volt batteries and are supplied with either an on-board or off-board battery charger (depending on requirements/customer preference). They are constructed of a steel frame and include a 24-volt –DC, permanent magnet motor that drives the rear wheels as well as a motor controller. They utilise a “redundant” braking system that includes both a regenerative braking system followed by an automatic electronic disk type (parking brake system). At times, if required a handbrake is also included.

The products offer various types of seating options which are based on the users condition or specific requirements. They are designed to offer comfort and in some instances support, as the user is often utilizing the scooter for long periods of time. The seating is easily removable without tools and offers various ergonomic adjustments to allow the user to configure in various positions for his/her personal comfort. The product is also designed with ergonomically enhanced controls which can be easily used by individuals with limited dexterity as well as an adjustable tiller assembly.

For further technical details we refer to Annex 1 to Box 8 containing a list of the Series A scooters and Annex 2 to Box 8 containing the corresponding product specification sheets.”

In de aanvraag is voor de indeling post 8713 90 00 van de GN voorgesteld; daarbij zijn brochures en afbeeldingen overgelegd.

3.2. Met dagtekening 17 september 2003 heeft de inspecteur voor vijfentwintig verschillende producten een BTI afgegeven. Het product met de handelsbenaming “Y”, modelnummer H, is in vak 7 van de BTI met nummer …, onder het kopje “Omschrijving van het goed”, als volgt omschreven:

“Vierwielig voertuig, aangedreven door een op twee oplaadbare 12 volt accus’s werkende elektromotor bestaande uit een horizontaal platform dat het voor- en achtergedeelte verbindt, kleine wielen (2” x 7,5”) voorzien van “anti-lek” banden, een in 2 standen in hoogte verstelbare zitting zonder armleuningen en handgrepen gemonteerd op een neerklapbare stuurkolom. De stuurkolom is uitgerust met een klein controlepaneel dat is voorzien van een contactschakelaar, een claxon, een meter voor de conditie van de accu’s en een bedieningsknop voor het instellen van een maximum snelheid. Verder zijn twee met de duimen te bedienen handels aangebracht om het optrekken, het remmen en het achteruitrijden in te stellen. Om het omslaan van het voertuig te voorkomen zijn zogenaamde “anti-tip wieltjes” aan de achterzijde aangebracht. Het starten van het voertuig geschiedt met behulp van een sleutel.

Het voertuig heeft een breedte van ongeveer 48 cm, een lengte van ongeveer 99 cm, een hoogte van ongeveer 58 cm (met een ingeklapte stoelleuning) en een totaal gewicht van (zonder accu’s) van ongeveer 34,5 kg (het maximum laadvermogen is ongeveer 115 kg) en is voorzien van een elektronisch dubbel remsysteem. Het heeft, met volle accu’s, een bereik van maximaal ongeveer 16 kilometer en kan een topsnelheid bereiken van ongeveer 6,5 kilometer per uur.

Het voertuig is in 4 lichtgewicht delen demonteerbaar en is bedoeld voor gebruik in huis, op voetpaden en op openbare plaatsen bijvoorbeeld voor het doen van boodschappen, enzovoorts en wordt geleverd met een 2 ampère “off board” acculader.”

De inspecteur heeft de indeling van het goed als volgt gemotiveerd:

“Toepassing algemene regel 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, WDO-tarifering betreffende drie- of vierwielige voertuigen in de GS-toelichting op post 8703 en de tekst van de GN codes 8703, 8703 10 en 8703 10 18.”

3.3. Het product met de handelsbenaming “Z”, modelnummer H, is in vak 7 van de BTI met nummer …, onder het kopje “Omschrijving van het goed”, als volgt omschreven:

“Driewielig voertuig, aangedreven door een op twee oplaadbare 12 volt accus’s werkende elektromotor bestaande uit een horizontaal platform dat het voor- en achtergedeelte verbindt, kleine wielen (3,5” x 10”) voorzien van “anti-lek” banden, verlichting een in 3 standen in hoogte verstelbare zitting met armleuningen en handgrepen gemonteerd op en neerklapbare stuurkolom. De stuurkolom is uitgerust met een klein controlepaneel dat is voorzien van een accumeter, een contactschakelaar, bedieningsknoppen voor verlichting, claxon, het instellen van een maximum snelheid. Verder zijn twee met de duimen te bedienen handels aangebracht om het optrekken, om het remmen en om het achteruit rijden. Om het omslaan van het voertuig te voorkomen zijn zogenaamde “anti-tip wieltjes” aan de achterzijde aangebracht. Het starten van het voertuig geschiedt met behulp van een sleutel.

Het voertuig heeft een breedte van ongeveer 61 cm, een lengte van ongeveer 120 cm, een hoogte van ongeveer 76 cm (met een ingeklapte stoelleuning) en een totaal gewicht (zonder accu’s) van ongeveer 46 kg (het maximum laadvermogen is ongeveer 160 kg) en is voorzien van een elektronisch dubbel remsysteem. Het heeft, met volle accu’s, een bereik van maximaal ongeveer 40 kilometer en kan een topsnelheid bereiken van ongeveer 8 kilometer per uur.

Het voertuig is in 7 lichtgewicht delen demonteerbaar en is bedoeld voor gebruik in huis, op voetpaden en op openbare plaatsen bijvoorbeeld voor het doen van boodschappen, enzovoorts en wordt geleverd met een 3 ampère “on board” acculader.”

De inspecteur heeft de indeling van het goed als volgt gemotiveerd:

“Toepassing algemene regel 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, WDO-tarifering betreffende drie- of vierwielige voertuigen in de

GS-toelichting op post 8703 en de tekst van de GN codes 8703, 8703 10 en 8703 10 18.”

3.4. De in de overige sub 1.1. genoemde BTI’s vermelde producten zijn nagenoeg gelijk aan de hierboven omschreven vier- respectievelijk driewielige voertuigen, behoudens dat het gewicht, het laadvermogen en de snelheid kunnen verschillen, en zijn eveneens (met dezelfde motivering) onder post 8703 10 18 van de GN ingedeeld.

3.5.1. Belanghebbende heeft bij haar beroepschrift in eerste aanleg een gebruiksaanwijzing van de producten “E”, modelnummers F en G overgelegd, en bij haar hoger beroep een gebruiksaanwijzing van de producten “Y”, modelnummers D en E. Tijdens de zitting van de Douanekamer heeft belanghebbende, in de persoon van de heer R, twee monsters, type E en type I, nummers 1 en 2, getoond, en daarbij de werking en toepassingen van de producten gedemonstreerd.

3.5.2. De voertuigen van het type E, nummer …, zijn driewielige voertuigen, vervaardigd uit een stalen frame, die een 24-volt-DC permanente magneet-motor bevatten, gevoed door twee 12-volt batterijen zodat geen uitlaatgassen worden uitgestoten. De magneetmotor drijft de achterwielen en het motorcontrolemechanisme aan en is geluidloos.

Deze voertuigen hebben:

- een compact design afgestemd op gebruik binnen en buiten (in winkels en bibliotheek etc.); zij hebben een breedte van ongeveer 68,5 centimeter, een lengte van 140 centimeter, en een totaalgewicht van 116 kilogram; het maximumlaadvermogen is 135 kilogram;

- een korte draaicirkel (120 centimeter) zodat het manoeuvreren binnen en buiten gemakkelijk gaat;

- een verstelbare stuurkolom waardoor het instappen eenvoudig is en de bedieningsknoppen goed toegankelijk zijn;

- een handgashandel; deze zorgt ervoor dat de voertuigen eenvoudig met één hand bediend kunnen worden;

- een beveiligd controlemechanisme, dat wil zeggen: de voertuigen kunnen zich niet in beweging zetten als de motor wordt gestart en gelijktijdig de handgashandel wordt bediend;

- een lage instap;

- een speciaal mandje aan de voorkant in verband met de bereikbaarheid;

- anti-tip wielen; deze zorgen ervoor dat de voertuigen niet kunnen kantelen;

- speciale, geluidloze banden, grijs van kleur (ter voorkoming van strepen op de vloer), met een fijn profiel (vuilafstotend);

- een electrische rem en een aparte handrem;

- een speciale stoel met een verstelbare rugleuning en met naar achteren wegklapbare armleuningen; deze stoel is in zitdiepte instelbaar, kan 360° draaien (dit geeft de mogelijkheid vanuit het voertuig aan te schuiven aan de eettafel in huis), en is ook in hoogte verstelbaar (ter vergemakkelijking van het in- en uitstappen);

- extra stabiliteit doordat de accu’s laag bij de grond zijn geplaatst;

- een regenererende motor; dit is een ingebouwde automatische rem (naast de handrem) die in werking treedt als de handgashandel per ongeluk in werking wordt gezet;

- speciale voor- en achterwielvering;

- een automatische zekering met reset knop en laadcontactpunt aangebracht hoog op het stuur zodat de gebruiker zo min mogelijk hoeft te bukken;

- een zogeheten “frame lock-up system”, wat ervoor zorgt dat de voertuigen op eenvoudige wijze volledig kunnen worden gedemonteerd;

- een geringe maximum snelheid (15 kilometer per uur) en een beperkte actieradius;

- de mogelijkheid om te worden uitgerust met speciale voorzieningen die het mogelijk maken hulpmiddelen (krukken e.d.) mee te nemen.

3.5.3. De voertuigen van het type I, nummer …, zijn vierwielig; zij zijn nagenoeg gelijk aan de hierboven omschreven voertuigen, maar verschillen in afmetingen, gewicht, maximumsnelheid en stoeluitvoering.

3.5.4. De voertuigen zijn bestemd voor mensen met een lichamelijke beperking.

Zij voldoen aan de Europese norm EN 12184 van maart 1999 voor “Electrically powered wheelchairs, scooters and their chargers - Requirements and test methods”.

Zij mogen worden gebruikt op voetpaden en op openbare plaatsen om boodschappen te doen.

4. Het geschil en de relevante wetsbepalingen

4.1. In hoger beroep is in geschil of de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de producten waarvoor de BTI’s zijn afgegeven, dienen te worden ingedeeld onder post 8703 10 18 van de GN, zoals ook de inspecteur in de BTI’s heeft beslist, dan wel of post 8713 90 00 van toepassing is, die belanghebbende voorstaat.

4.2. Vorenvermelde posten luiden als volgt:

Post 8703 10 18

“8703 Automobielen en andere voertuigen hoofdzakelijk ontworpen voor personenvervoer (andere dan die bedoeld bij post 8702), motorvoertuigen van het type “station-wagon” of “break” en racewagens daaronder begrepen:

(…)

8703 10 - voertuigen, speciaal ontworpen voor het zich verplaatsen op sneeuw; speciale voertuigen voor het vervoer van personen op golfvelden en dergelijke voertuigen:

(…)

8703 10 18 - - andere”.

Post 8713 90 00

“8713 Invalidenwagens, ook indien met motor of ander voortbewegingsmechanisme:

8713 10 00 - zonder voortbewegingsmechanisme

8713 90 00 - andere”.

4.3. De Douanekamer heeft de volgende toelichtingen in de beschouwing betrokken:

GS-Toelichting op post 8713

“Deze post omvat invalidenwagens en andere vervoermiddelen die speciaal zijn ontworpen voor het vervoer van invalide personen, ongeacht of deze invalidenwagens en andere vervoermiddelen zijn uitgerust met een voortbewegingsmechanisme.

Vervoermiddelen die mechanisch worden voortbewogen, worden gewoonlijk door een lichte motor aangedreven of door handkracht door middel van een hefboom of een op een handgreep werkend mechanisme. De andere invalidenwagens worden voortgeduwd of anders worden de wielen rechtstreeks met de handen aangedreven.

Van deze post zijn uitgezonderd:

a. voertuigen, enkel uitgerust voor gebruik door invaliden, zoals motorvoertuigen voorzien van een handkoppeling of van een handgashandel (post 8703) en rijwielen voorzien van een inrichting om slechts met één been te trappen (post 8712);”.

GS-Toelichting op post 8713 in de Engelse taalversie

This heading covers carriages or similar verhicles, specially designed for the transport of invalids (sick, paralytic, disabled, etc.) (…)

The heading excludes:

Normal vehicles simply adapted for use by invalids (for example a motor car fitted with a hand-operated clutch, accelerator, etc. (heading 8703), or a bicycle fitted with a special attachment and pedalled with one foot (heading 8712)).

GN-Toelichting op post 8713 90 00

“Gemotoriseerde voertuigen, speciaal ontworpen voor invaliden, zijn van de voertuigen van post 8703 hoofdzakelijk te onderscheiden doordat zij:

- een maximumsnelheid van 10 km/uur halen; d.w.z. een snelle wandelpas;

- maximaal 80 cm breed zijn;

- 2 paar wielen hebben die de grond raken;

- speciale kenmerken hebben om de handicaps te verlichten (bijvoorbeeld voetsteunen om de benen te stabiliseren).

Dergelijke voertuigen kunnen:

- een extra paar wielen hebben (kantelbeveiliging);

- zijn voorzien van besturings- en bedieningssystemen (een stuurknuppel bijvoorbeeld) die makkelijk te hanteren zijn. Dergelijke systemen worden gewoonlijk aan een van de armsteunen bevestigd. Het besturingssysteem is nooit in de vorm van een afzonderlijke, verstelbare stuurkolom.

Deze onderverdeling omvat elektrisch aangedreven voertuigen, gelijkend op rolstoelen die uitsluitend voor het vervoer van invaliden zijn. Zij kunnen er als volgt uitzien:

Afbeelding

Van deze onderverdeling zijn evenwel uitgezonderd de door een motor aangedreven scooters (mobiliteitsscooters) die zijn uitgerust met een afzonderlijke, verstelbare stuurkolom. Deze kunnen er als volgt uitzien; zij worden ingedeeld bij post 8703:

Afbeelding

4.4. De Wereld Douane Organisatie (WDO) heeft in een indelingsadvies de hierna beschreven producten onder post 8703 10 ingedeeld:

Drie- of vierwielige voertuigen, aangedreven door een op batterijen werkende elektromotor (150 W continu en 1700 W maximum vermogen), bestaande uit een horizontaal platform dat hun voor- en achtergedeelte verbindt, kleine wielen (290 mm diameter), een verstelbare draaistoel met naar achteren wegklapbare armleuningen, en handgrepen gemonteerd op een stuurkolom. De stuurkolom kan naar voren worden bewogen en is uitgerust met een klein controlepaneel uitgerust met een contactschakelaar, knoppen voor vier snelheden en handgrepen om op te trekken, te remmen en achteruit te rijden. Het starten van het voertuig geschiedt met behulp van een sleutel en, na het kiezen van de gewenste snelheid, trekt het voertuig op door het inknijpen van de handgreep voor snelheid en remt het automatisch als deze handgreep wordt losgelaten. Het voertuig rijdt achteruit bij het inknijpen van de aan de andere kant geplaatste handgreep. Het is mogelijk deze voertuigen aan te passen aan de behoeften van de gebruikers die slechts beschikken over één hand of lijden aan artritis, dan wel voor links- of rechtshandigen, of verder aan te passen volgens de behoefte van de bestuurder. Deze voertuigen mogen worden gebruikt op voetpaden en op openbare plaatsen om boodschappen te doen, te gaan vissen, zich te begeven over een golfbaan, enzovoorts.

Het model met drie wielen heeft een breedte van 650 mm, een lengte van 1170 mm, en een totaal gewicht (zonder accu) van 44 kg; het maximum laadvermogen is 100 kg en het is uitgerust met een elektromotor met een vermogen van 150 W. De twee modellen met vier wielen hebben een breedte van 650 mm, een lengte van 1260 mm of van 1290 mm, en respectievelijk een totaalgewicht (zonder accu) van 54 of van 60 kg; hun maximum laadvermogen is 127 kg en twee elektromotoren (met een vermogen van 150 W elk). Toepassing van de algemene indelingsregels 1 en 6. (…)

4.5. De verschuldigde douanerechten bedroegen in 2003 voor post 8703 10 18 10% en voor post 8713 90 00 0%.

5. Het standpunt van belanghebbende

5.1. Belanghebbende stelt dat de voertuigen moeten worden ingedeeld onder post 8713 van het GDT, in overeenstemming met hun bestemd gebruik als een voertuig voor invalide personen. Het begrip “invalide” van post 8713 dient volgens eiseres ruim te worden geïnterpreteerd. Uit de objectieve eigenschappen van de scooter blijkt dat deze specifiek zijn ontworpen voor het vervoer van invaliden. Belanghebbende voert verder aan dat de GN-Toelichting bij post 8713 90 00 en het WDO-advies op post 8703 10 niet van toepassing mogen zijn op de onderhavige goederen. Volgens belanghebbende wijzigt de voormelde GN-Toelichting de reikwijdte van deze post, en is het WDO-advies onverenigbaar met de bewoordingen van deze post. Indien zowel post 8713 als post 8703 in aanmerking komen voor indeling van de onderhavige goederen, is belanghebbende van mening dat de voertuigen op grond van algemene indelingsregel 3 onder post 8713 moeten worden ingedeeld.

Indien geen van de argumenten doel treft, geeft belanghebbende de Douanekamer in overweging prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie. In dit verband verwijst belanghebbende naar de beschikking van het Hof van Justitie van 19 januari 2005, Smithkline Beecham, C-206/3, Jurispr. blz. I-415.

5.2. Ter zitting heeft belanghebbende, zakelijk weergegeven, nog het volgende verklaard.

De overige in geschil zijnde drie- en vierwielige voertuigen verschillen uitsluitend in snelheid van de sub 3.5.2. en 3.5.3. omschreven voertuigen.

Post 8703 van de GN omvat ook normale voertuigen die later zijn aangepast aan de specifieke gebreken van de bestuuurder. Een Audi bijvoorbeeld met een aangepast gaspedaal en een handmatige rem (in plaats van met de voet). Deze voorzieningen brengen echter niet teweeg dat een dergelijk aangepast voertuig als een invalidenwagen in de zin van het tarief moet worden aangemerkt.

Ongeveer 31.000 voertuigen worden jaarlijks verkocht op medische indicatie (via de Wet maatschappelijke ondersteuning) en ongeveer 5.000 voertuigen vinden een koper via het gewone economische verkeer. Dit laatst genoemde aantal is al jaren stabiel. De prijs van de voertuigen ligt tussen € 1.500,- en € 4.000 bruto. Ongeveer 30% van de gebruikers is ouder dan 75 jaar. De overige 70% zit in de leeftijdscategorie 40 tot 75 jaar. Deze mensen kunnen vaak niet meer goed lopen, fietsen of autorijden. Door hun omgeving worden zij erop gewezen om toch vooral actief te blijven. Een mobiliteitsscooter zou dan uitkomst kunnen bieden. De beperkingen op het gebied van lopen e.d. moeten altijd wel door een arts kunnen worden vastgesteld.

In het Verenigd Koninkrijk zijn soortgelijke procedures aanhangig.

Het nader ingediende stuk van 27 september 2007 wordt teruggenomen.

6. Het standpunt van de inspecteur

6.1.1. De inspecteur stelt dat op grond van de GS-Toelichting op post 8713, het WDO-advies met betrekking tot post 8703 10 en de GN-Toelichting op post 8713 90 00, de onderhavige voertuigen niet onder post 8713 kunnen worden ingedeeld. De voertuigen zijn voorzien van een handgashandel en een neerklapbare stuurkolom, en lijken volgens de inspecteur niet op rolstoelen die uitsluitend geschikt zijn voor het vervoer van invaliden. De inspecteur concludeert op grond van de indelingsregels 1 en 6 tot indeling van de onderhavige voertuigen onder post 8703 10 18, als zijnde speciale voertuigen voor het vervoer van personen.

6.1.2. Ter zitting heeft de inspecteur, zakelijke weergegeven, hieraan nog het volgende toegevoegd.

Op straat valt waar te nemen dat de voertuigen voor het merendeel door oudere mensen worden gebruikt. Het gaat dan voornamelijk om mensen met een mobiliteitsprobleem.

De voertuigen kunnen zowel dienen voor personenvervoer, als voor mensen met een lichamelijke beperking.

De inspecteur heeft geen inzicht in de cijfers die belanghebbende op de zitting heeft genoemd.

Belanghebbende doet het voorkomen alsof de voertuigen alleen in de medische sfeer, op medische indicatie worden verkocht. Dit is beslist niet het geval.

7. De overwegingen van de Douanekamer

7.1. Het komt de Douanekamer onwaarschijnlijk voor dat de onderhavige voertuigen, zoals deze in de BTI-aanvraag en in de BTI-tekst zelve zijn omschreven, en zoals deze ter zitting met behulp van videobeelden zijn geadstrueerd, door mensen in het algemeen worden gebruikt, zonder dat er sprake is van een probleem inzake hun lichamelijke mobiliteit. Iemand die, tijdelijk of chronisch, een dergelijk probleem ondervindt, wordt naar algemeen taalgebruik aangeduid als “invalide”.

7.2. Hieruit leidt de Douanekamer af dat de goederen de objectieve eigenschap hebben om speciaal te worden gebruikt door invaliden.

Deze inherente bestemming mag mede als criterium dienen voor de indeling in de GN (Zie laatstelijk Hof van Justitie 6 december 2007, Van Landeghem,

C-486/06).

7.3. De term “invalidenwagens” wordt niet in post 8703 gebruikt, maar komt wel met zoveel woorden voor in de aanhef van post 8713.

Met toepassing van algemene regel 1 voor de interpretatie van de GN is dit woordgebruik van post 8713 wettelijk bepalend, zodat de onderhavige goederen onder die post moeten worden ingedeeld.

7.4. Toelichtingen en indelingsadviezen zijn volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie, van de Hoge Raad en van de Douanekamer waardevolle hulpmiddelen, die evenwel de bewoordingen van een post niet terzijde kunnen stellen.

7.5. Uit het sub 7.1. tot en met 7.4. overwogene volgt dat het gelijk aan belanghebbende is. De uitspraak van de rechtbank, de uitspraak op bezwaar en de BTI’s moeten worden vernietigd.

8. Proceskosten en griffierecht

8.1. De Douanekamer acht termen aanwezig de inspecteur te veroordelen in de proceskosten van het beroep en het hoger beroep.

Deze worden vastgesteld op 4 (twee beroepschriften en twee keer verschijnen ter zitting) x 1,5 (gewicht) x € 322,-- = € 1.932,--. Nu sprake is van samenhangende zaken als bedoeld in artikel 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht worden het onderhavige beroep en de gelijktijdig behandelde beroepen met de nummers 06/77 DK en 06/78 DK voor de toepassing van dit besluit als één zaak beschouwd; derhalve dient aan belanghebbende voor deze zaak 1/3 deel van € 1.932,-- = € 644,-- te worden voldaan.

8.2. Ook het griffierecht van beide instanties, € 276 en € 422,50, dient aan belanghebbende te worden vergoed.

9. De beslissing

De Douanekamer:

- verklaart het hoger beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak van de rechtbank;

- vernietigt de uitspraak van de inspecteur;

- vernietigt de sub 1.1. genoemde BTI’s;

- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende en wijst de

Staat der Nederlanden aan deze kosten, groot € 644,--, aan belanghebbende te

voldoen;

- wijst de Staat der Nederlanden aan het griffierecht ad 698,50 aan

belanghebbende te vergoeden.

Aldus vastgesteld op 8 april 2008 door mr. F.H.M. Possen, voorzitter, mr. J. den Boer en mr. K. Kooijman, leden, in tegenwoordigheid van de griffier.

De beslissing is op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken.

De griffier: De voorzitter:

Beroep in cassatie

Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;

d. de gronden van het beroep in cassatie.

Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.

In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.