Home

Gerechtshof Amsterdam, 16-03-2012, BW0342, 11/00048 t/m 11/00053

Gerechtshof Amsterdam, 16-03-2012, BW0342, 11/00048 t/m 11/00053

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
16 maart 2012
Datum publicatie
4 april 2012
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2012:BW0342
Zaaknummer
11/00048 t/m 11/00053

Inhoudsindicatie

Appartementsrechten betrekking hebbende op afzonderlijke hotelkamers, zijn een zelfstandig perceel voor de heffing van rioolrecht.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

kenmerk 11/00048 t/m 11/00053

16 maart 2012

eerste meervoudige belastingkamer

Proces-verbaal

van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep van

[X] te [Z], belanghebbende,

gemachtigde mr. O.H. Minjon,

tegen de uitspraak in de zaken met kenmerken AWB 09/1673, 10/2091, 10/2093 en 10/2095 t/m 10/2097 van de rechtbank Alkmaar van 9 december 2010 in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Texel,

de heffingsambtenaar.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 maart 2012. De heffingsambtenaar is behoorlijk opgeroepen maar niet ter zitting verschenen.

Beslissing

Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Gronden

1. Belanghebbende is eigenaar van een zestal appartementsrechten. Deze appartementsrechten hebben ieder betrekking op een hotelkamer in Hotel [Zeezicht] op Texel. Het hotel heeft in totaal [..] kamers waarvoor even zovele appartementsrechten zijn gevormd. De zes eigendommen zijn indirect aangesloten op de gemeentelijke riolering.

2. Naar het oordeel van het Hof is elk appartementsrecht een afzonderlijke onroerende zaak en tevens een perceel in de zin van de Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2009. Geen rechtsregel belette de gemeenteraad van Texel om ervoor te kiezen de rioolheffing te heffen per afzonderlijk perceel.

De heffingsambtenaar heeft dan ook terecht ter zake van elke op de gemeentelijke riolering aangesloten hotelkamer een aanslag rioolheffing opgelegd.

3. Het enkele feit dat de heffingsambtenaar in het verleden geen afzonderlijke aanslagen heeft opgelegd is onvoldoende reden om te spreken van rechtens te honoreren vertrouwen dat hij dit ook in volgende jaren niet zou doen.

4. De situatie met betrekking tot Hotel [Zeezicht] is rechtens anders dan die van hotelkamers die geen afzonderlijke onroerende zaak zijn en in zoverre heeft de heffingsambtenaar het gelijkheidsbeginsel niet geschonden door belanghebbende voor zes afzonderlijke percelen aan te slaan. Daaraan doet niet af dat belanghebbende op basis van een overeenkomst met de Vereniging van Eigenaars van het complex “[Zeezicht]”, de exploitatie van de kamers laat verrichten door tussenkomst van een gezamenlijk verhuurkantoor.

5. De rechtbank heeft de hoogte van het tarief bezien aan de hand van cijfermatige gegevens (punt 8 uit de motivering). Nu de gemachtigde geen nadere berekening heeft overgelegd ziet het Hof geen reden de hoogte van het tarief nader te toetsen.

Kosten

Het Hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de kosten op de voet van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.

Deze uitspraak is gedaan op 16 maart 2012 door mrs. J.P.A. Boersma, voorzitter, A.D.R.M. Boumans en O.B. Onnes, leden van de belastingkamer, in tegenwoordigheid van R.J. Wessel als griffier. De beslissing is op die datum in het openbaar uitgesproken. Hiervan is dit proces-verbaal opgemaakt, ondertekend door de voorzitter van de belastingkamer en de griffier.

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:

1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.

2. het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;

d. de gronden van het beroep in cassatie.

Tenzij de Hoge Raad anders bepaalt, zal het gerechtshof deze mondelinge uitspraak vervangen door een schriftelijke. In dat geval krijgt u de gelegenheid de gronden van het beroep in cassatie alsnog aan te voeren of aan te vullen.

Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.

In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.