Gerechtshof Amsterdam, 13-06-2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:1769, 11-00871 en 11-00872
Gerechtshof Amsterdam, 13-06-2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:1769, 11-00871 en 11-00872
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 13 juni 2013
- Datum publicatie
- 11 november 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2013:1769
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2014:2151, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen
- Zaaknummer
- 11-00871 en 11-00872
Inhoudsindicatie
Rijnvarendenverdrag is van toepassing.
Gelet op het gevoerde economisch en financieel management behoort het schip toe aan een onderneming waarvan de zetel zich buiten Nederland bevindt. De rijnvarende die een periode in het jaar 2007 zijn beroepsarbeid aan boord van dit schip verricht, is gedurende die periode vrijgesteld van de verzekeringsplicht.
Uitspraak
kenmerk 11/00871 en 11/00872
13 juni 2013
uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op de onder kenmerknummers 11/00871 respectievelijk 11/00872 ingeschreven hogere beroepen van
[X] te [Z], belanghebbende,
gemachtigde: mr. M.J. van Dam (Van Dam & Kruidenier Advocaten),
tegen
de uitspraken van de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) in de zaken met kenmerknummers AWB 10/2174 respectievelijk AWB 10/5834
in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst Rijnmond/kantoor Rotterdam, de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
Kenmerk 11/00871
De inspecteur heeft met dagtekening 24 oktober 2008 aan belanghebbende voor het jaar 2005 een aanslag opgelegd in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 40.268 en een premie-inkomen van € 23.764.
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 19 maart 2010, de aanslag gehandhaafd.
Bij uitspraak van 10 oktober 2011 heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de aanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 40.268 en een premie-inkomen van € 18.382.
Het door belanghebbende tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 17 november 2011, aangevuld bij brief van 5 januari 2012. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Kenmerk 11/00872
De inspecteur heeft met dagtekening 5 maart 2010 aan belanghebbende voor het jaar 2007 een aanslag opgelegd in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 47.741 en een premie-inkomen van € 12.102 .
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 22 september 2010, de aanslag gehandhaafd.
Bij uitspraak van 10 oktober 2011 heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 17 november 2011, aangevuld bij brief van 5 januari 2012. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Op 9 april 2003 is van de inspecteur in beide zaken een nader stuk ontvangen, waarvan een afschrift aan de wederpartij is gezonden.
Het onderzoek ter zitting in beide zaken heeft plaatsgevonden op 24 april 2013. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
De rechtbank heeft in haar in hoger beroep bestreden uitspraken inhoudelijk de navolgende feiten vastgesteld, in de - voor beide jaren samengevatte - versie van het Hof, waarbij het Hof de aanduidingen 'belanghebbende' respectievelijk 'de inspecteur' heeft vervangen door 'belanghebbende' respectievelijk 'de inspecteur':
Belanghebbende is geboren in 1957 en heeft de Nederlandse nationaliteit. Hij woont te [plaats] in Nederland.
Belanghebbende was in 2005 gedurende de hieronder opgenomen perioden in dienstbetrekking bij de volgende bedrijven:
- -
-
[A] S.A., een vennootschap opgericht naar Luxemburgs recht (hierna: [A]), van 1 januari 2005 tot en met 31 mei 2005. [A] maakt onderdeel uit van [B] te [plaats];
- -
-
[C] S.A., gevestigd in Luxemburg, van 1 juni 2005 tot en met 27 juni 2005;
- -
-
[A] van 28 juni 2005 tot en met 7 september 2005;
- -
-
[D] (hierna: [D]), gevestigd in Luxemburg, van 8 september 2005 tot en met 31 december 2005;
- -
-
[E]hierna: [E]), gevestigd in Nederland, van 12 april 2005 tot en met 30 november 2005;
- -
-
[F] (hierna: [F]), gevestigd in Nederland, van 18 november 2005 tot en met 31 december 2005.
Belanghebbende was in 2005 gedurende de hieronder opgenomen perioden in loondienst werkzaam op diverse binnenvaartschepen van verschillende eigenaren, namelijk:
- -
-
motorschip (hierna: mts.) [F], van 1 januari 2005 tot en met 31 mei 2005. Eigenaar is Scheepvaartonderneming [H] B.V. (hierna: [H] B.V.) te [plaats], Nederland;
- -
-
mts. [I], van 1 juni 2005 tot en met 26 juni 2005. Eigenaar is [J] Shipping C.V.A. (hierna: [J] C.V.A.) te [plaats], België;
- -
-
mts. [K], van 28 juni 2005 tot en met 7 september 2005. Eigenaar is [K] Tanktransport B.V. (hierna: [K] B.V.) te [plaats], Nederland;
- -
-
mts. [I], van 8 september 2005 tot en met 31 december 2005. Eigenaar is [J] C.V.A. te [plaats], België.
Deze schepen varen binnen de Europese Gemeenschap, zowel op de Rijn als op zijn zijrivieren.
Ten behoeve van voormelde binnenvaartschepen zijn in 2004 en 2005 zogenaamde rijnvaartverklaringen afgegeven met de volgende inhoud:
- -
-
mts. [F], verklaring afgegeven op 7 april 2004. [H] B.V. staat vermeld als eigenaar en [H] B.V. en [A] staan samen vermeld als exploitanten;
- -
-
mts. [I], verklaring afgegeven op 8 april 2005. [J] C.V.A. staat vermeld als eigenaar. Op de rijnvaartverklaring is geen exploitant opgenomen;
- -
-
mts. [K], verklaring afgegeven op 7 september 2004. [K] B.V. staat vermeld als eigenaar. [K] B.V. en [A] staan samen vermeld als exploitanten.
Belanghebbende was in 2007 gedurende de hieronder opgenomen perioden in dienstbetrekking bij de volgende bedrijven:
- [D] gevestigd te Luxemburg van 1 januari 2007 tot en met
10 augustus 2007;
- [A] van 11 augustus 2007 tot en met 31 december 2007.
Belanghebbende was in 2007 gedurende de hieronder opgenomen perioden werkzaam op enkele binnenvaartschepen van verschillende eigenaren, namelijk:
- -
-
Mts. [I], 1 januari 2007 tot en met 10 augustus 2007. De eigenaar is [J] Shipping C.V.A. gevestigd te [plaats], België;
- -
-
Mts. [L] [M] (hierna ook: het schip), 11 augustus 2007 tot en met 31 december 2007. De eigenaar van het schip is [A]. [A] maakt onderdeel uit van [B] te [plaats].
In een charter party (hierna: de bevrachtingsovereenkomst) met dagtekening 22 januari 2002, tussen [L]-[M] Transportation Group A.G. (hierna: [L]-[M]) als ‘charterer’ en [A] als ‘shipowner’ is vermeld dat [A] het schip beschikbaar stelt aan [L]-[M] met ingang van september 2003.
Op 21 oktober 2002 heeft [A] met [M]/[P] [M] een 'Beschäftigungsvertrag' gesloten waarin is geregeld dat [P] [M] de verplichtingen van [A] uit de bevrachtingsovereenkomst overneemt.
Op het formulier ‘Aanvraag vergunningbewijs beroepsvervoer van goederen met binnenschepen’ van 7 juli 2003, ingediend door [A], staat [A] vermeld als eigenaar en [P] [M] als exploitant van het schip.
Het Nederlandse ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft op 29 juli 2003 aan [A] een rijnvaartverklaring voor het schip afgegeven. In de verklaring is onder meer vermeld dat het schip wordt geacht ingevolge artikel 2, derde lid, van de Herziene Rijnvaartakte tot de Rijnvaart te behoren. Als exploitant is op de verklaring vermeld: ‘Scheepvaartonderneming [P] [M]’ (hierna ook: [P] [M]). De scheepvaartonderneming wordt gedreven door [M] (hierna: [M]) woonachtig in [plaats].
Ten name van belanghebbende is door de Luxemburgse autoriteiten een zogenoemde E-101-verklaring afgegeven op 1 september 2005.
Belanghebbende heeft aangifte IB/PVV 2005 gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 40.391. Belanghebbende heeft daarbij verzocht aftrek van sociale premies tot een bedrag van € 1.197 en tevens verzocht om vrijstelling voor de premies volksverzekeringen. De inspecteur heeft de aanslag opgelegd met correctie van de door belanghebbende in diens aangifte van het inkomen afgetrokken premies en heeft de gevraagde vrijstelling deels verleend. In bezwaar heeft de inspecteur beslist dat belanghebbende in de periode 1 december 2005 tot en met 31 december 2005 weliswaar recht heeft op vrijstelling voor de premies volksverzekeringen, maar dat die vrijstelling niet leidt tot een verlaging van het premie-inkomen.
Belanghebbende heeft aangifte IB/PVV 2007 gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 46.288. Belanghebbende heeft daarbij verzocht om vrijstelling voor de premies volksverzekeringen. De inspecteur heeft de aanslag opgelegd met correctie van de door belanghebbende in diens aangifte van het inkomen afgetrokken premies en heeft de gevraagde vrijstelling uitsluitend verleend over de periode 1 januari 2007 tot en met 10 augustus 2007.
Nu tegen de feitenvaststelling door de rechtbank, als hiervoor vermeld, door partijen geen bezwaren zijn ingebracht, gaat ook het Hof van die feiten uit. Het Hof voegt daaraan de volgende feiten toe, welke het heeft ontleend aan de gedingstukken in eerste aanleg.
De aan belanghebbende afgegeven verklaring E 101 heeft betrekking op diens dienstbetrekking met [D].
De bevrachtingsovereenkomst ('Charter Party') tussen [L] [M] ('Charterer') en [A] ('Shipowner'), gedagtekend 22 januari 2002, houdt onder meer het volgende in:
"Article 1
a. a) Shipowner shall as of September 2003 or earlier make available to Charterer [the ship].
(...)
Shipowner warrants that [the ship] is properly maintained, fully equipped, insured and manned in accordance with applicable regulations and legislation.
(...)
Article 5
(...)
b. Shipowner agrees to operate in accordance with the procedures drawn up by Charterer in order to satisfy the quality standards required by Charterer's customers.
(...)
d. Shipowner shall, after each voyage and in consultation with the Charterer, ensure that the ship is adequately cleaned. (...)
e. Shipowner indemnifies and holds Charterer harmless against all damage or loss caused by inappropriate action or conduct on the part of crew members or personnel.
(...)
i. In order to warrant the continuity of the agreement, Shipowner undertakes to manage the vessel and all financial matters related to this agreement to the best of his ability.
Article 6
a. Shipowner is obliged to secure and maintain at his expense a hull policy and a P. & L. policy for [the ship].
(...)
Article 7
a. Shipowner undertakes to timely report repair requirements or class recommendations to Charterer, and shall arrange for such repairs (...) to take place in mutual consultation with Charterer.
(...)"
In het Beschäftigungsvertrag van 21 oktober 2002 is tussen [A] en [M] onder meer het volgende overeengekomen:
"1) [[M]] nimmt hiermit die Verpflichtungen von [A] aus dem Charter Party über unter den Bedingungen dieses Vertrages.
2) Bei pünktlicher Erfüllung von [[M]] seiner Verpflichtungen aus diesem Vertrag gewährt [A] hiermit [[M]] eine Kaufoption auf dem Schiff. (...) Die Kaufsumme (...) beträgt € 4.900.820,- (...)
(...)
4) [[M]] empfangt monatlich; die von [A] von [L]-[M] empfangen Frachteinnahmen des Schiffes minus ein Betrag von EUR 43.109,06 (...)
(...)
6b) [[M]] erklärt das Schiff in gutem Zustand akzeptiert zu haben. Er ist verpflichtet das Schiff auf eigener Rechnung in gutem Zustand zu pflegen und es übrigens im Zustand in der es das Schiff akzeptiert hat, vorbehaltlich Wertminderung, infolge normaler Nutzung. Änderungen und/oder Modernisierungen am Schiff brauchen schriftliche Zustimmung von [A].
Soweit gestattete Verbesserungen beziehungsweise Änderungen angebracht werden, werden diese im Auftrag und auf Rechnung von [[M]] sein, wenn nicht anders vereinbart wird. Wenn notwendige Änderungen infolge geänderte Bestimmungen der zuständigen Behörden am Schiff angebracht müssen worden, werden diese Änderungen auf Rechnung von [[M]] gehen. [[M]] verpflichtet sich die benötigten Schiffspapiere, Klassezertifikate und dergleichen mehr rechtzeitig auf eigenen Kosten zu erneuern.
Wenn [[M]] es versäumt, hat [A] das Recht auf Rechnung von [[M]] hier für zu sorgen. Es ist [[M]] verboten ohne schriftliche Zustimmung von [A] das Schiff, den Schiffsinventar oder einzigen Teil davon an Dritten zu vermieten oder in irgendeiner Nutzverwaltung abzutreten.
[A] ist berechtigt (...) einmal pro Monat das Schiff zu betreten ohne Vorbekanntgabe, um die Erfüllung dieser Verpflichtungen zu kontrolieren. (...)
7) (...) Es ist [A] gestattet während der Laufzeit dieses Vertrages eine Neufinanzierung (...) auf dem Schiff zu nehmen.
8) Das Schiff ist ab der Inbetriebnahme für Rechnung und Risiko von [[M]]. Diese letzter wird trotz eventueller Wertminderung, Beschädigung und Verlorengehen von welcher Ursache auch, verpflichtet zo uneingeschränkter Einhaltung aller für ihn aus diesem Vertrag ergebenen Verpflichtungen.
9) Das Schiff darf niemals eingesetzt werden um Schiffe zu schieben und zu beladen mit Konterbande und mit Güter, die das Recht zur Leistung von Versicherungspfennige schaden. [[M]] trägt alle Kosten zur Inbetriebhaltung und Wartung des Schiffes.
Er verpflichtet sich [A] auf seinen Kosten das Schiff während der Vertragsdauer ordentlich und funktionell zu pflegen, das Schiff nur baugemäß zu benutzen und alle nationale und internationale Vorschriften genau nach zu kommen.
10) [A] wird das Schiff auf Kosten von [[M]] (...) vollkasko versicheren. (...)
(...)
15) [[M]] ermächtigt [A] in allen Fällen, in denen kraft dieses Vertrages an [A] die Befugnis gegeben ist den betreffenden Vertrag als von Rechts wegen aufgelöst zu betrachten, bei Vorlage und unter Benutzung der Ausfertigung dieser Akte übergehen zu sofortiger Räumung des Schiffes, solches auf Kosten von [[M]].
(...)
17) Zu diesem Vertrag gehören:
-
) eine Versicherung mit Hypothekklausel (...);
-
) ein Verwaltungsvertrag zwischen [[M]] und [F] B.V. mit einer Gültigkeitsdauer mindestens gleich an der Laufzeit dieses Vertrages;
-
) ein Managementvertrag zwischen [[M]] und [[A]] mit einer Gültigkeitsdauer mindestens gleich an der Laufzeit dieses Vertrages;
-
) ein Agenturvertrag zwischen [[M]], [A] und [F] B.V. (...);
-
) der Charter Party zwischen [A] und [L]-[M] für die Dauer von 5+5+5 Jahren (...)
(...)
20) Besondere Bestimmungen
1) Dieser Vertrag gründet auf den Bauvertrag einschließlich Anlagen zwischen [A] und Mercurius Scheepvaart B.V. (...)
2) (...) Die Übergabe des kompletten Schiffes wird spätestens am 10. Mai 2003 stattfinden. (...)
(...)
4) Für diese Vereinbarung gilt eine Probezeit von 1 Jahr.
(...)".
De hiervoor in onderdeel 17d) genoemde vennootschap [F] B.V. maakt evenals [A] onderdeel uit van de [B].
Bij akte van 26 juni 2008 heeft [A] het schip [L] [M] in eigendom overgedragen aan [M] tegen betaling van een koopprijs van € 4.645.095.
3 Geschil in hoger beroep
Evenals bij de rechtbank is voor het jaar 2005 in geschil of belanghebbende voor de volksverzekeringen verzekeringsplichtig is in Nederland gedurende de perioden waarin hij op de schepen [F] en [K] voer, en zo ja of voor het jaar 2005 terecht en tot het juiste bedrag premie van hem is geheven.
Voor het jaar 2007 is, evenals bij de rechtbank, in geschil of belanghebbende verzekeringsplichtig is in Nederland gedurende de perioden waarin hij op het schip [L] [M] voer en zo ja of voor het jaar 2007 terecht en tot het juiste bedrag premie van hem is geheven.
In beide zaken komt daar in hoger beroep de vraag bij of de aanslagen en/of de uitspraken op bezwaar zijn opgelegd, respectievelijk gedaan, door een inspecteur die daartoe niet bevoegd was.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken en ter zitting.
Voor het geval het gelijk aan belanghebbende is, is tussen partijen niet in geschil dat in het (de) desbetreffende jaar (jaren) het premie-inkomen tot nihil dient te worden verminderd. Voor het geval het gelijk aan de inspecteur is, is tussen partijen niet in geschil dat met betrekking tot het (de) desbetreffende jaar (jaren) de uitspraak van de rechtbank dient te worden bevestigd.